Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 2324-0075, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, zoekperiode 1675 - 1970

5 april 1675

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2324, Charterverzameling Drimmelen (en Made, Hooge en Lage Zwaluwe en Terheijden), inv.nr. 75.

Samenvatting oorkondetekst

Uitspraak van de Raad van Brabant in Den Haag over een gesloten compromis tussen Simon Brand als gemachtigde van Antonij Brand, schout en dijkgraaf van Terheijden, en tussen Frans Cornelis Berck, voormalig pachter van een hoeve in de Heijninge, met zijn borgen Pieter Cornelis Berck, Antonij Cornelisse Berck, Marinus Wouter Wijten, Pieter Marinus van Elsen en Arie Pieters Damen, waarin zij beide partijen opdragen om de inhoud van het compromis te respecteren en uit te voeren. 

Transcriptie

D'eerste presiderende ende andere ǁ raeden van Brabant, allen den genen, die dese tegenwoordige ǁ sullen sien, ofte hooren lesen, zaluijt, doen te wetene, dat ǁ op huijden datum deser voor ons gecompareert is, Simon Brand ǁ  als procureur van Antonij Brant, schout ende dijckgraeff ǁ van Terheijden requirant, ende den voors. raede overleveren ǁ seker compromis opden sestienden april 1673 voorden notaris ǁ Antonij Wiltens ende sekere getuijgen tot Sevenbergen ǁ opgerecht, ende de uutsprakers vande arbiters inden ǁ voors. compromisse vermelt daer opden XXIIII april anno voors. ǁ gevolcht, mitsgaders de interpretatie ofte nadere ǁ uutsprake vanden lesten februarij 1674 daer achterstaende ǁ tusschen hem requirant ter eenre, ende Frans Cornelis ǁ Berck gewesene pachters van des requirants hoeve ǁ gelegen inde Heijninge principale debiteur van derselve ǁ pachtpenningen, mitsgaders Pieter Cornelisse Berck, Antonij ǁ Cornelisse Berck, Marinus Wouter Wijten, Pieter Marinus ǁ van Elsen, ende Arie Pieters Damen desselffs borgen ijeder ǁ in solidum, vervangende ende haer sterck gemaeckt hebbende ǁ voor de respective absente mede borgen, gerequirerdens ǁ ter andere sijde. versochte daerop condemnatie achtervolgens ǁ de pointen, ende articulen inde voors. compromisse, ǁ uutsprake, ende nadere uutsprake geroert, waerop ǁ  Adriaen van Veen als procureur vande gerequireerdens ǁ verclaerde volgens sijne speciale last ende procuratie inden ǁ voors. compromisse vervat in't voors. versoeck te consenteren, ǁ versoeckende insgelijcx condemnatie, met insertie vandes ǁ voors. compromisse, uutsprake ende nadere uijtsprake, ǁ dewelcke dienvolgende van woorde te woorde luijdende sijn als ǁ volght, ǁ Op huijden den sestienden april 1673 compareerde voor ǁ mij Antonij Wiltens openbaer notaris bij den hove van ǁ Hollant geadmitteert residerende binnen Sevenbergen ter ǁ presentie vande getuijgen hier naergenoemt D'heer Antonij ǁ Brandt schouteth ende dijcgraeff van ter Heijden jegenwoordich ǁ alhier ter stede sijnde ter e[enre] ende Frans Cornelisse ǁ Berck gewesene pachter van sijnes heeren comparants ǁ hoeve, gelegen inde Heijninge principale debiteur vander selver ǁ pachtpenningen, ende verdere conditien, mitsgaders Peter Cornelisse ǁ Berck, Antonis Cornelissen Berck, Marinus Wouters Wijten ǁ respectivelijcq wonende onder Etten, Pieter Marinissen van Elsen ǁ wonende onder den Fijnaert, ende Arie Pieters Damen wonende ǁ onder Willemstadt desselffs borgen ijeder in solidum, vervangende ǁ ende haer sterckmakende voor de hare respective absente mede ǁ borgen in dier qualiteit ter andere sijden, te kennen gevende hoe ǁ dat tusschen haer comparanten verscheijden verschillen, jae ǁ processen waren ontstaen, ende geentameert, soo voor den edele ǁ rade van Brabant, als voor den gerecht vande Heijninghe ǁ over en ter saecke vande termijnen der betalinge, vande ǁ achterstallige pachtpenningen, de cortinge van ploeggelt, ǁ eechden, ende andere arbeijtsloonen, mitsgaders, ǁ saij coorn, missen, ende overich blijven misch, ten dienste, ǁ  ende proffijt vande voors. hoeve, ende eerste heer comparant, ǁ oock van remissie ten opzichte van geledene schade, door ǁ den groten hagel, ende onweder, als oock van betaelde ǁ meloriatie penningen, ende eenich spellegelt, als mede eenige ǁ geresene costen, eijndelijck oock vande indemniteijt, ende ǁ ontlastinge van sekere borchtochte, bij den voors. heere ǁ eerste comparant gepresteert, voor den voornoemde pachter Frans ǁ Cornelisse Berck ter somme van twaelffhondert guldens capitael ǁ  cum interesse ten doene van het weeskint Goris Janssen ǁ vander Wien, voor soe veel het haer tweede comparanten ǁ eenichsints soude mogen aengaen, ende want sij comparanten ǁ genegen sijn, in plaetse van malcanderen niet weders moeijelicǁheden van processen als anders te vexeren, voortaen me ǁt den anderen in vrintschap te levenen, soo verclaerden sij alle ǁ de voors. differentiale pointen te submitteren, ende verblijven ǁ aen, ende ter uutspraecke, ende arbitragie van d'heeren ǁ meester Martinus de Loecker advocaet voorden edele hove van Hollant ǁ alhier residerende, ende Nicolaes Bloos stadthouder van ǁ Fijnaert, mitsgaders sieur Dingman ende Peter Matijssen, ǁ wonende respective onder Sevenbergen, ende opde Hooge ǁ Swaluwe, als arbiters, ende arbitrateurs, daer toe ǁ geconstitueert, ende geeligeert, met macht omme in cas ǁ sij haer niet sullen connen verstaen, een superarbiter te mogen ǁ neffens haer te assumeren, Belovende allen 't ghene bij ǁ haer alsoo sal werden gearbitreert, ende uijtgesproocken ǁ t'allen tijden te sullen houden, ende doen houden voor ǁ goet, bondich, ende van waerden, als oft het bij arrest alsoo ǁ waere gesententieert, renuntierende tot dien eijnde van alle ǁ appellatien, reformatien, reductien, ende andere middelen van ǁ provocatien 't sij voorde respective hoven van justitie van ǁ Hollant, ofte wel den edele rade van Brabant, ende haer ǁ onderwerpende daerop de willige condemna(ti)e vande selven edele raede ǁ van Brabant, daer toe onwederroepelijck constituerende, Adriaen ǁ van Veen, ende meester Molengraff respective procureurs voorden voors. ǁ edele rade, den eenen omme deselve condemna(ti)e te versoecken, tot ǁ laste van haer comparanten ider in solidum, ende sonder alteratie ǁ ofte novatie, der gepresteerde borghtochte, van haer tweede ǁ comparanten, ende d'andere omme daerinne te consenteren, ǁ belovende mede allen 't ghene, bij haer alsoo werden gedaen ǁ te sullen houden, voor goet, vast, bondich, ende van waerden, ǁ alles onder verbant van haere respective personen, ende goederen ǁ als naer rechten wert gerequirert, aldus gedaen, ende gepasseert ǁ binnen Sevenbergen ten dage maende, ende jaere als boven ter ǁ presentie, ende overstane van Jan Cornelisse van Gils ǁ ende Cornelis Cornelisse Swaen respective inwoonders alhier ǁ beijde als getuijgen van gelove hier toe versocht, die de ǁ minute van desen , beneffens haer comparanten, ende mij ǁ notario mede hebben ondertekent, ende was ondertekent ǁ A, Brandt, Frans Cornelissen Berck, Peter Cornelissen Berck ǁ Anthonis Cornelissen Berck, Marinus Wouter Wijten, Pieter ǁ van Elsen, Arie Pieterssen Damen, als getuijgen Jan van Gils ǁ Cornelis Cornelisse Swaen, quod attestor A Wiltens Notaris publicus ǁ Ingevolge van desen bovenstaende compromisse, ende oock ǁ van seeckere andere twee de daer toe relatijff gepasseert ǁ  voorden notaris Adriaen Voorhoff ende sekere getuijgen ǁ binnen Sevenbergen op heden date deses hier annex soo ǁ hebben wij onderge. arbiters, ende arbitrateurs, mitsgaders ǁ superarbiter, de differentiale pointen bij denselven aen ons ǁ overgegeven, ende verbleven, gedecideert, gearbitreert, ende ǁ gemodereert, gelijcq wij doen bij desen in voegen ende manieren ǁ als volght, Eerstelijck soo is bij ons het libel van costen bij ǁ d'heer Brant opden 21 maert laestelijck aenden edele rade van ǁ Brabant overgegeven bij ons getaxeert, ende gemodereert opde somme ǁ van negenendevijfftich gulden drie stuijvers 6 penningen, welcke gelaten werden ǁ tot laste vanden selven heer schoutet Brandt, gelijck mede de ǁ capitale somme van twaelff hondert gulden bij Frans Berck op ǁ den ................ genegotieert vanden vooght van Jan Goris ǁ vander Wien, naergelaten weeskint wijlen Goris vander Wien ǁ met noch hondert vierendevijfftich guldens vijff stuijvers ǁ verschenen, ende achterstallige interessen tot desen jaere ǁ inclusive, gelijck eijndelijcq noch tot desselffs laste werden ǁ gelaten drie hondert dertien guldens, soo over den hondertsten ǁ penningh, aen d'heer rentmeester Lannoij als over leghschat ǁ aenden heer rentmeester vander Craeke, bij hem Frans Berck respective ǁverschult, ende sulcx allen voorden selven Berck te betalen, ǁ waerbij comende vier duijsent een hondert vijffenveertich gulden ǁ tien stuijvers bij liquidatie vande 26 september 1672, denselven ǁ Berck bevonden per reste van lantpachten tot martini 1672 ǁ incluijs aenden voornoemde heer Brant verschult, mitsgaders ǁ noch sevenensestich gulden, hem heer Brant competerende, over ǁ sestien viertels, ende drie cop teruw tot toepacht gemodereert ǁ tot vier gulden de veertel, soo is bij ons bevonden, dat de gantsiche ǁ pretentie vanden boven geseijden heer schoutet Brant tot ǁ desselffs Bercx, ende sijne borgen laste monteert ter ǁ concurrentie van vijffdusent negen hondert achtendertich ǁ gulden achtien stuijvers ses penn(ingen), waerop eerst in confesso ǁ bij d'heer Brant wert gestelt betaelt te wesen, soo in gelde ǁ sevenhondert tachtich gulden, ende bij leverantie van ǁ boter twintich gulden 't samen ter somme van achthondert gulden ǁ waer bij gevoecht drie hondert vijfftien gulden, die hem Frans ǁ Berck vanden voornoemde heer Brant werden toegeleijt over ǁ gelijcke somme bij denselven heer Brant van hem Berck ǁ ontfangen over belooffde spellegelt in het begin ofte ǁ aenvangen van sijnen pacht, inden voors. compromisse geroert ǁ noch de somme van tienhondert sesentachtig gulden XCII stuijver ǁ 6 penningen die hem Berck bij ons werden toegetaxeert, bij moderaet ǁ over gelevert mis, over voeren van't selve, ploegh eechden, saet ǁ coorn, ende verdere arbeijtsloon inden jaere 1671 ende 1672 ten ǁ doene van d'heer Brant in desselffs hoeven verstreckt, ende ǁ gepresteert, waermede wert geassopieert, ende te niete gedaen het ǁ mis bij den voornoemde Berck opde voors. hoeve gelaten, ende noch ǁ leggende, des soo sal den voornoemde Frans Berck opde voors. hoeve ǁ ter requisitie vanden heer schoutet Brant voorn(oem)t de posten van sijne ǁ specificatie aen ons overgelevert hier annex, waermede de voors. somme ǁ is begroot, met eede stercken, item noch vierhondert vijfftich ǁ gulden, waerop de schade bij hem Berck inden jaere 1667 door ǁ tempeest vanden hagel geleden, mitsgaders de pretensie vande ǁ huijsvestinge ende anders inden jaere 1672 bij dito Berck aen hem ǁ heer Brant, desselffs huijsvrouwe, ende kinderen verleent, ende gedaen ǁ tot laste van meergemelte heer Brant wert gemodereert, ende ǁ begroot alles ten reguarde, ende opsichte dat het restant ǁ van d'heer Brant hier vooren tot laste niet alleen van hem ǁ Frans Berck, maer oock van desseffs borgen met de ǁ genegotieerde somme van twaelff hondert gulden capitael ǁ met hondert vierenvijfftich gulden vijff stuijvers onbetaelde ǁ interesten waer vooren sij borgen anders niet aenspraeckelijcq ǁ souden hebben geweest, is begroot, Eijndelijcq noch ǁ sevenendeseventich gulden bij hem Berck voor d'heer Brant ǁ aen Cornelis Ouwemans timmerman, ende sekeren rietdecker ǁ volgens twee distincte quitantien aen ons vertoont, heeft ǁ betaelt, soo blijckt dat de totale concurrentie, ende alsoo ǁ gecombineerde sommen, die aende voorseijde vijff dusent ǁ negen hondert achtendertich, gulden achtien stuijvers ses penningen ǁ moest werden affgetrocken, ende gedesalqueert, monteren, ende ǁ bedraecht te samen tweedusent seven hondert achtentwintich ǁ guldenseventien stuijvers ses penningen, ende dat mitsdien, het ǁ gantsche dat de voors. heer Brant, van hem Frans Berck, ǁ ende desselffs borgen noch rest, ende deuchdelijck competeert, ǁ is int geheel, de somme van drie dusent twee hondert ǁ tien gulden eenen stuijver welcke wij arbiters, ende arbitraǁteurs den voornoemde Berck, ende desselffs voors. borgen ǁ ider in solidium arbitreren ende modereren, te betalen, inde ǁ volgende termijnen, te weten seventien hondert sesentwintich ǁ gulden acht stuijvers ses penningen voorden 24 der aen[sta]ende ǁ maent van meij deses jaers 1673 precijs, sonder eenich ǁ dilaij, ofte verder uijtstel [in] verval, ende betalinge van t'gheene de ǁ heer Brant voor hem Berck hier vooren tot lasten is opgeleijt, ǁ ende gelaten, ende vande resterende veertien drie entachtich ǁ gulden twaelff stuijvers tien penningen, d'eene helft ǁ op prima meij 1674 ende de wederhelft binnen ǁ een jaer daeraen volgende, mede precijs, ende sonder ǁ langer uijtstel, ontseggende de voornoemde compromittenten ǁ haere verdere respective pretensien, met compensatie van costen, ǁ ten desen gevallen Aldus bij ons onderges. arbiters ǁ ende arbitrateurs mitsgaders superarbiter, de boven ǁ gemelte differente vande voorseijde partijen compromittenten, ǁ gearbitreert, gedeciceert, ende gemodereert met reserve van ǁ interpretatie, van dien t'onswaerts vant'gene bij deselve ǁ voor duijster soude mogen werden opgenomen, binnen ǁ Sevenbergen op heden den XXIIII april XVIC drie ende ǁ seventich, ende was ondertekent M Loecker, N Bloos ǁ Peeter M Dingmans, J Basen, A. Wiltens, onderstont collata ǁ cum originali concordat quod attestor ende was ondertekent ǁ A. Wiltens notaris publicus ǁ Bij nadere resumptie vande bovenstaende uuisprake, ǁ oordelen wij onderges. arbiters, ende superarbiter, ǁ dat het gene Francois Berck bij deselve is toegevoecht ǁ voor gelevert mis, vervoeren van het selve, ploogh ǁ eeghden, saetcoorn ende arbeijtsloon, oock door ǁ geledene schade, door den hagel inden jare 1667 ende ǁ  eijndelijck over verschot van arbijtsloon, ende anders, aen ǁ seecker timmerman, ende rietdecker ten doene vande ǁ  huijsinge, ende getimmerde bij den voornoemde Francois Berck ǁ bewoont, ende gebruijckt, versterckt, staet gedragen te werden ǁ bij de eijgenaers vande hoeven, ende landerijen, ijeder ǁ naer rate van sijne gemeten talen, door gemelte Berck inde ǁ Heijninge gebaent, Aldus gedaen bij forme van ǁ interpretatie op onderrichtinge van d'heer schouteth ǁ Brant anno jeride den eijgendom vande gementioneerde ǁ hoeven, bij ons onderges., binnen Sevenbergen op huijden den ǁ laesten februarij XVIC vierende seventich ende was ondertekent ǁ meester de Loecker Peeter Dingmans A. Wiltens Peter Couwelaers ǁ A. Basen onderst[ont] gecollationeert jegens de originele ǁ interpretatie staende achter de uutsprake vande aldaerǁ genomineerde arbiters, ende arbiteurs Ende is ǁ dese daermede bevonden te accorderen bij mijn onderges. ǁ notaris in Sevenbergen op huijden den 2 april 1674 ǁ quod attestor, ende was ondertekent A. Wiltens notaris publicus ǁ Gehoort welck versoeck, verclaren ende consent ǁ ten wedersijden, gesien mede den voors. compromisse ǁ uutspraecke, ende interpretatie ofte nadere uutsprake daerop ǁ gevolght hier vooren geinsereert, Soo ist, dat ǁ wij de saecke overgemerckt, ende rijpelijcq geleth hebbende ǁ op 't gheene des men in desen behoorde te letten, hebben ǁ den voors. requirant , ende gerequireerdens ǁ dienvolgende gecondemneert, soo wij haer condemneren ǁ bij desen den voors. compromisse uutsprake ende nader uutsprake volcomen teǁende t'achter volgen in alle haere pointen, ende clausulen, ǁ naerden innehouden, ende teneur gelijcq die in deselve sijn ǁ  uijtgedruckt, verlenende daeraff den voors. requirant ǁ dese tegenwoordige acte van willige condemnatie ǁ met insertie als boven, om hem te dienen, ende daermede ǁ te behelpen, daer, ende alsoo des behooren, ende van ǁ noden wesen sal, Gedaen, ende alsoo gepasseert ǁ in sGravenhage den vijffden april XVIC vijff ende ǁ seventich, ǁ Bij d'voors. eerste presiderende ende andere ǁ raeden ǁ N vander Haer ǁ 1675 ǁ