Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2324, Charterverzameling Drimmelen (en Made, Hooge en Lage Zwaluwe en Terheijden), inv.nr. 57
30 augustus 1536
Akte van verkoop voor schepenen van Terheijden door Jan Boot en Frans Boot, kinderen van wijlen Anthonis Boot, Adriaen de Vogheler als echtgenoot van Adriana Anthonis Boot, Frans boot als gemachtigde van Cornelis Buenen en Geertruijdt Anthonis Boots, en Jan Boot voornoemd als oom en voogd en Cornelis Cornelis Jan Goderts als toeziend voogd van Thoenken en Cornelis zonen van wijlen Gielis Boots, En jan Boot ook als voogd en Michiel vanden Put als toeziend voogd van Anneken dochter van Adriaen Boots, aan Michiel Gherijt Noots, van een weiland, gelegen in Terheijden opten leeghen wech naar wagenbergh.
Wij Aert Peter Willeme sone ende Anthonis Mertens zone Scepenen ǁ Terheijden, oirconden dat voir ons quamen Jan Boot ende Frans Boot gebrue ǁ deren, wijlen Anthonis Boots zonen voir hen selven, Adriaen de Vogheler ǁ als man ende voight ende inden name van Adriane Anthonis Boots ǁ dochter zijn huijsfrou die hij hier inne verving, de voirgenoemde Frans Boot ǁ als gemechtich ende inden name van Cornelis Buenen ende Gertruijdt ǁ Anthonis Boots dochter, zijn huijsfrou daer af de voirs. Frans Boot heeft ǁ macht zonder ennich wederroepen nae vutwijsen eenre procuratien ǁ besegelt metten segelen van Hubrecht Anthonis Reijns zoon scepen tot ǁ Roesendale ende vanden voirs. Cornelisen Buenen zoet scheen in date ǁ den ijersten dach in augusto int jaer XVc zessendedertich, ende de ǁ voirgenoemde Jan Boot als oom ende voight met recht gegeven ende Cornelis ǁ Cornelis Jan Goderts zone als toesiender van Thoenken ende Cornelisse ǁ wijlen Gielis Boots ommundige sonen, de voirgenoemde Jan Boot noch als ǁ voight met recht gegeven ende Michiel vanden Put als toesiender van ǁ Anneken Adriaen Boots ommundige dochter, ende lijden dat zij vercoft ǁ hebben om een somme van gelde die hen vol ende al betaelt is, Michielen ǁ Gherijt Noots zone vorster Terheijden, een stuck weijden houdende tweijnich ǁ meer dan een half buijnder, alsoo groot ende cleijn alst gelegen is Ter ǁ heijden opten Leeghen wech leijdende nae Wagenber[gh] noortwaert aen ǁ meester Jans van Hoilten erve, oostwaert aende [....]vaert, ende westwaert ǁ aenden wech oft strate, te vrijen ende te waren t stuck weijden voirs. ǁ met zijnen aengedeelt vanden ouden groten erfchijns, daer jairlicx vutgaende ǁ voort zoe hebben de voighden ende toesienderen voirs(creven) bij honne eeden gehouden ǁ dat zij t stuck weijden voirs. vanden ommundiger kijnderen voirs. weghen ǁ mede vercoft hebben ende helpen vercoopen, nae honnen besten zinnen ǁ ende verstande ten meesten oirbaer ende profijt vande selve ommundige ǁ kijnder, den welck t stuck weijden voirs. de voirgenoemde Michiel Gherijt Noots ǁ sone gevest is ende toegedaen met vonnis ende met recht, zoodat hem ǁ seker is ende vast met vorwaerde dat hij hier af doen sal alle gebuerlic ǁ recht, in oirconden desen brieve met onse segelen bes[e]gelt int jaer ons ǁ heeren duijsent vijfhondert zessendedertich dertich daghe in augusto,
secretaris
Johannes de Corput
Dorsale aantekening:
Michiel Noots
[***]