Terheijden

Wij Willem Aert Henricx zone ende Merten Jans zone van Leijden schepenen Terheijden oirconden dat voir ons quam Adriane wijlen ǁ Peter Jan Schoemaeckers natuerlicke dochter, met Jacoppen Adriaen Jans zone heuren man ende voight, woonende inde Gruenstrate onder ǁ Oosterhout, ende lijde dat zij vercoft heeft om een somme van gelde die heur vol ende al betaelt is Harmannen Jan Zeben zone, twee rijnsgulden ǁ ende thien stuvers elcken rijnsgulden tot veertich grooten vleems tsiaers erfchijns, ter quijtinge den penning zesthien, die Denijs Cornelis ǁ Berthels zone nu ter tijt jaerlicx uutreijct, ende eertijts vercoft heeft, ende diemen heffende is out ende op zekere onderpande onder der Heijden ǁ bijder Aelst inde Leechbucht gelegen, nae uutwijsen van twee schepenenbrieven Terheijden doir een gesteken daer af zijnde van daten de ǁ oudtste int jaer MV^c vijfendertich elf dage in meije, ende de jongste int jaer MV^c zessendertich achtentwintich dage in novembrij, ǁ welcke twee rijnsgulden ende thien stuvers erfchijns ter quijtinge voirs. tot behoef van de voirgen. AdrianePeter Jan Schoemaeckers ǁ natuerlicke dochter eertijts bij Henricken Willerich ende Willemen Adriaen Ghoris Weerts zone inden name van Marien ende Dingnen ǁ Peters vanden Kijeboom dochteren hon huijsfrouwen respective, ende bij Peteren Jacops zone vanden Kijeboom inden name van ǁ Aelbrechten Peter Aelbrecht Ghoris zone, achtervolgende de transactie accoort ende overcomen tusschen hen ende den voight ǁ ende toesiender inden name vande voirgen. Adriane Peter Jan Schoemaeckers natuerlicke dochter gemaect zijnde, onder andere ǁ bewijst ende getransporteert zijn, nae uutwijsen des schepenenbriefs in Breda vande selve transactie ende accoort zijnde, ǁ van date int jaer XV^c eenenveertich tweentwintich dage in meerte, ende de voirgen. Jacop Adriaen Jans zone ende ǁ Adriane Peter Jan Schoemaeckers natuerlicke dochter zijn huijsfrou geloofden de vercofte twee rijnsgulden ende thien ǁ stuvers erfchijns ter quijtinge voirs. den voirgen. Harmannen Jan Zeben zone ende zijnen nacomelingen te vrijen ende ǁ te waren vrij ende loss van alle commer last ende calaengie, alsoo dat deselve twee rijnsgulden ende thien stuvers ǁ erfchijns ter quijtinge den selven Harmannen ende sijnen nacomelingen, achtervolgende die vercoop altijt rustelick ende ǁ vredelick volgen ende blijven zullen, verbijndende daer voir ende settende den voirgen. Harmannen Jan Zeben zone ende ǁ sijnen nacomelingen daer af te waerborge ende te verhale hen selven ende allen hon goeden, ruerende ende onruerende, ǁ die zij nu ter tijt hebben ende namaels vercrigen zullen mogen, ende het is vorwaert dat allet ghene des vande ǁ twee rijnsgulden ende thien stuvers voirs. voir dese tijt verschenen ende alnu noch ombetaelt is, ende des daer af ǁ nae dese tijt verschijnen zal, al den voirgen. Harmannen Jan Zeben zone volgen zal, in welcke vercofte twee rijns ǁ gulden ende thien stuvers erfchijns voirs. de voirgen. Harman Jan Zeben zone gevest is ende toegedaen met vonnis ende ǁ met recht, zoo datse hem zeker zijn ende vast, met vorwaerde dat hij hier af doen zal alle gebuerlick recht, in oirconden ǁ desen brieve met onse segelen besegelt, int jaer ons heeren duijsent vijfhondert achtenvijftich, zessentwintich dage ǁ in januario ǁ Corput secretaris ǁ

In dorso:

[***] ǁ [***] ǁ Denijs Cornelis ǁ Bertels van de [***] ǁ Harman Jan Zeben ǁ Jacob Adriaen Jans ǁ Capitael van 2 gulden 10 stuvers ǁ uijtgaende Terheijden ǁ Anthonis Adriaens Teijens heft, dat wij ǁ onderghes. afgelost van weghen de wes[***]ǁ Dierck Joost het cappitael vande twee gulden ǁ thien stuvers in dese brieff begrepen die int [***] ǁwas op [***] goederen ende dat met de somme ǁ van dertich gulden elc tot veertich grooten ǁ vlems des 18e desember 1695 [***] ǁ Gepasseert ǁ