Geertruidenberg

Wij Antonie Johan van Doorn en Jan Spruijt scheepeǁnen der stad Geertruijdenberg oirconden en kennen dat voor ons gekoomen ǁ en gecompareerd is Jan Hendrik Tinneveld dienaar van de Justicie binǁnen deeze stad, dewelke verklaarde verkogt te hebben en als nu met vrijer gifte ǁ over te geeven aan Hendrik van Doeijenburg woonende alhier die meede ǁ compareerde in koop verklaarde te accepteren, een Huijs en Erve staande ǁ en geleegen binnen deeze stad aan de noordzijde van de Veenestraat, kooǁmende daar tegens Oost het Meijstraatje, West en Noorden Adriaan Tureg ǁ en Zuijden de Straat, en dat met zodanige vrijdommen, actien en servituijten ǁ zoo active als passive als 't zelve Huijs hebbende en subject is volgens d'oude brieven ǁ en bescheijden daar van zijnde, Bekennende de comparanten de koop en overgiffte ǁ dezes te zijn eene somma van vierhondert vijf en 't zeeventig gulden, waar van den ǁ kooper aanneemt te zullen affleggen en voldoen 'sjaarlijks eene somma van vijffǁtig guldens tot de volle betaalinge van de voorseijde kooppenningen toe, waarǁvan den eersten termeijn vervallen zal Meij 1776, zullende het genoemde Huijs ǁ daar voor speciaal blijven verbonden, Geloovende den verkooper het verkogte te zullen ǁ vrijen en waare jaar en dag na deeze Steede Vierschaarregt is vrij van renten  prater s'Heeren Cijns. ǁ 't Oirconde hebben wij scheepenen voornoemt deeze met onse gewoone ǁ zegels bezeegelt, en is bij den Secretaris geteikend den 21^e Maart 1775 ǁ

In margine:

J A Verkouteren ǁ Solvit XL ǁ penningen X ǁ verhoog ǁ

In dorso:

Volgens de cassatie ten Register van transporten ǁ geannoteert, in margine van dit transport, heefft ǁ Hendrik van Doeijenburg ten volle afgelegt ǁ en betaald aan Jan Hendrik Tinneveld de koopǁpenningen van het Huijs hier inne genoemt, met ǁ de verloope interesten van dien, en is dien volgens ǁ het Huijs des weegens van zijn ǁverband ontslaagen. ǁGeertruijdenberg den [..] September 1782 ǁ Vestbrieff ǁ voor ǁ H. van Doeijenburg ǁ In dato den ǁ 21e Maart ǁ 1775 ǁ