Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1433, Charterverzameling Oisterwijk, inv.nr. 206
24 juli 1434
Vidimus, afgegeven door Philips, hertog van Brabant enz., van een akte d.d. 14 maart 1354 van de hertog van Brabant, waarbij Oisterwijk het recht verkrijgt iedere woensdag een weekmarkt en twee jaarmarkten te houden.
Philips inder gracien gods hertoge van Bourgoignen van Lotharingen van Brabant ende van Limborch greve van Vlaendren van Artois van Bourgoignen palatijn van Henegow van Holland van Zeeland ende van Namen Marcgreve ǁ der heiliche Rijck heren van Vriesland van Salms ende van Mechelen, allen den ghenen die desen onsen jegenwoirdigen brieff selen sien off hoeren lesen nu sijnde ende namails wesende, saluit, want die scepenen ende goede lude ǁ gemeynlic onsen vryheit van Oesterwijc, ons hebben doen thoenen hoe onse lieve outvaeder wilen hertoge Jan Hertoge van Lotharingen van Brabant ende van Lymborch, ende marcgreve des heilichs rijck, saliger gedachten, hen mit sijnen ǁ openen brieven, sekere vryheiden van jairmercten,, wekemercten ende andere heeft verleent, welic ende eenermeer te hebben ende gebruijcken, welke brieve bij cleynen toe sien, met also wel bewairt en sijn geweest hoe wail men die ǁ leteren alle wail leest ende die zegele daer aff gans ende geheel noch sijn, sij en wesen geschapen bynnen corten tiden te nyet te gaen, beide in gescrifte in zegele, ende oic inder carten, dwelchen ende hoere nacomelingen te bederffeliken scaden comen mochte, ten wehen dat wy by onsen gracien ende genaden hen in tijts daerop versagen, ons oitmoedelic der biddende ende sunderlingen dat wij hen de die voirs. brieve willen confirmeren ende stedigen, vanden welken die tonner van ǁ woirde te woirde hier na volght, ende is alsus, u Jan bider gracien ons heeren, hertoge van Loth(aringhen van Brabant van Lymborch ende marcgreve des Heilichs Rycs, doen cond ende kenlic allen luden dat wy om den mondighen ǁ getruwen dienst dien onse goede lude van Oesterwijc, dicwilc gedaen hebben, ende noch oft god wilt doen suelen, Ende om onse vryheit van Oesterwijc te beteren, hen gegeven hebben ende geven mit desen brieve, eene wekmerct, altoes bynnen Oesterwijc te houden, opten woensdach, ende twee jairmercten elk acht dach duerende, dair die ierste af sal ingaen, opten yersten dach vande maent van meye, ende die andere op ten avont der ǁ Heiliger apostelen, sente Symon ende sente Juden, die te hebben ende te houden ewelijc, nyet alsulkenen vrieheiden, ende rechten als onse goede lude vanden Bossche hoeren jairmercten ende wekemercten houdende sijn alsoe ǁ dat alle comanne in dese mercten goet copen ende vercopen moigen, vryeleken op alsulken assisen alst men dair tot heertoe van allen goeden gegouden heeft ende schuldich heeft geweest te geldene, sonder anderen ǁ commer, voert soe geven wij, ende consentenen onsen goeden luden van Oesterwijc voirs., dat zij voirtaen, allewege houden ende gebruycken moigen, vrieliken alsulker privilegien, rechts ende vryheiden als sij voirmails ǁ van onsen ouderen, vercregen hebben, ende zij tot noch toe gehadt ende herwacht hebben. Ende om dat wij willen dat dese dingen voirscreven ewelic vast ende gestadich bliven, Soe ontbieden wij onsen schoutheten ǁ vanden Bosch ende van Oesterwijc, die nu sijn ende namaels wesen selen, ende bevelen hen dat sij onse goede lude van Oesterwijc houden in allen rechten ende vryheiden voischr. also dat sij dierve vrieliken gebruken ǁ moigen ende dair aff van nemandene bevoirrecht en werden, oic bevelen wij onsen voirs. schoutheten ende gebieden hen, dat zij den stroem vander Runneren, geheiten die Diese tusschen den Bossche ende Oesterwijck ǁ doen ruimen ende open houden, over al, ende also dat men geruimeliken met scepen vanden Bosch tot Oesterwijc, ende van dair weder ten Bosch totten mercten voirs. varen mach, gelijc men dair voirmails te vaeren ǁ plaech. Behoudeliken ons altoes, onse heerlicheit ende rechts, ende eenen yegeliken des sijns in orcondscape van welken dingen wij onsen segele aen desen brieff hebben doen hangen. Gegeven tot Bruessel opten ǁ veertiensten dach in meerte int jair ons heren dusent driehondert vijftich ende viere na die costume des bisdoms van Camerijc, Soe doen wij te weten dat wij die de voirs. brieve bij onsen lieven ende getruwen ǁ cancellier meesteren Janne Bont, docteur in beiden rechten, archidiaken van famenne inder kerken van Ludic ende canonic ende persones van Camerijc, ende sommigen anderen van onsen raide van Brabant erustelic hebben doen ǁ oversien ende visiteren , die de selve bevonden hebben inder maten boven bescreven, ende ommet alsulke dat men den selven noch pertijt, billix gestaen sal, ende die van weirden houden nyet wederstaende des mitten quaden toesien ǁ voirs. daerynne ende toe tot opten dach, datum des briefe gevallen mach wesen, Om die goede gonste die wij hebben ende dragen, tot onsen voirs. goeden luden van Oesterwijc die anders mit alsulker versumenisse qualijc ǁ toecomen souden ende oic mits eenre sekerder sommen.van gelde die sij ons daerom gegeven ende in handen ons geminden Peters vander Eycken, gecommitt(eer)d tonsen ontfange generael van Brabant betaelt hebben tot ǁ hoere beden geneyght hebben den selven onsen goeden luden ende hoeren nacomen, geconfimeert geratificeert ende geapprobeert ende voir ons onsen erven ende nacomelingen hertogen ende hertoginnen van Brabant confirmeren ǁ ratificeren, ende approberen mit desen brieve die voirs. brieve wilen hertoge Jans, ende alle punten dair ynne begrepen, gelijc die van woirde te woirde, hier boven staen geincorporeert, verleenenden hen ofs noot is van uwe die te ǁ hebben, te houden ende te gebruyken, ewelic ende emmermeer, na inhaut des brieve voirschr(even), ontbieden dair om ende bevelen onsen drossaert rentmeester generael off gecommitteerden tonsen ontfange generael van Brabant, onsen ǁ schoutheten ende rentmeesteren vanden Bosch ende van Oesterwijc, ende allen onsen ambachteren, richteren ende dieneren, ende hoeren stedehouderen nu ende namails wesende ende allen dien dat aengaen mach, Dat sij onsen voirs. goeden luden, ǁ van Oesterwijc, ende hoeren nacomelingen onsen voirs. gracien confirmacien ende b(el)oevingen ende alle der punten hier boven gescreven, vastelic ende vredelic doen ende laten gebruycken, sonder hen dair tegen eenigen hijnder commer off letsel ǁ te doen off te laten geschien in eeniger manieren, Op also lieff als hen sij, onse hulde te behouden, want uuijt alsoe gedaen willen hebben, In orconden des briefs, dair aen wij voir onse erven, ende nacomelingen ǁ voirs. onsen segel, hebben doen hangen. Gegeven in onser stad van Rijssele XXIIII dage in julio int jair ons heren op CCCC vier ende dertich
Op de pliek:
Bij minen heere den hertoge dair bij waeren van sinen ǁ raide ghij Raes heere van Heverle Willem borchgraef ǁ van Montenaken heer Claes van sinte Goerix heere Jan ǁ die hertoge ridderen ende Henric magnus
de Wynter
Dorsale aantekening:
Die caerte vanden jaermercte ende weeckmercet
Vrijheit vanden mercten ende ǁ vande stroom op te wegen ende wijden
no.3