's-Hertogenbosch

Hendrik Pijnenburg wonende tot Haeren heeft gelooft op verbant ǁ van sijn persoon, en goederen hebbende, ende vercrijgende Engel Hendrik ǁ Priems mede wonende aldaer eene Capitale somme van een hondert Carolij guldens ǁ tot twintig stuijvers goed permissie gelt elken gulden gereekent, met den Intrest ǁ van dien tegens vier gulden vanthondert, van heden dato deses over een Jaer te voldoen ǁ ente betaelen, en binnen dese stad vrij van allelasten, geene ter Werelt uijtgescheijden ǁ overmits d'opregte deugdelijkheijt deser schult is spruijtende van goede, en welgetelde ǁ penningen, bij den voorschreve gelover uijt hande vanden voors. Hendrik Priems gehad ǁ ende ontfangen, gelijk hij gelover dat verclaerde ende bekende mits desen enoff het ǁ gebeurde dat de voors. somme ten voors. daege niet wierde gerestitueert, soo ǁ gelooft den selven alnog op verbant alsvoor daervan Intresse te geven alsvoor ǁ tot de effectuele voldoeninge, ende afflossinge toe, dog Incas van restitutie ǁ ofte repetitie salmen wedersijt, gehoude wesen, sulx drij maanden ǁ te vooren wettelijk te verkondigen, getuijgen hierover waeren schepenen ǁ In s' Hertogenbosch de heeren Abraham Hubert, en Cornelis van Blotenburgh ǁ gegeven desen sesden December seventien hondert dertien

Rechts onderaan:

In Ls [***] folio 332                                          

Linkermarge:

FA Poell ǁ Am[.]ne ǁ penning 100.- ǁ 10 penning f 2-11- ǁ 10 penning 0-5- ǁ f 2.15

Dorsale aantekening:

Int Register E: folio 14 ǁ Staet desen brieff ter se ǁ cretarije van Oosterwijck ǁ geregistreert op heden den ǁ vierentwintigsten septem ǁ ber 1721 ǁ Secretaris Althoffer ǁ 1721