Sprang

Wij Dirck Wolffs Schout Adriaen Spran ǁ gers ende Gijsbert Verwiel heemraden in Sprangh doen cont, dat voor ons ǁ gecomen ende gecompareert sijn Antonij Handrixe Oerlemans soo voor hem selven ǁ mitsgaders als bij appointement van schepenen van Venloon in dato den 27e meij 1693 geautoriseert ǁ tottet doen van desen transporte voor Janneke Oerlemans sijne minderjarige suster ǁ volgens t selve appointement ons schout ende heemraden gebleecken ende alhier geregistreert ǁ compareerden alnoch Arien Putmans als in huijwelijck hebbende Keuntie Handrixe Oerlemans ǁ voor hem selven, ende noch de voorn. Antonij Hendrixe Oerlemans ende Arien Putmans ǁ intervenierende ende de rato caverende voor Anneke Handrixe Oerlemans haare ǁ meerderjarige suster gesamentlijck kinderen en erffgenamen van Handrik Antonis ǁ Oerlemans, ende gaven sij comparanten in dier qualiteijt wettelijck over met een ǁ vrije giffte soo gewoon ende recht is aen ende ten behoeve van Jenneke ende Arien ǁ van Beest de geregte helft van een weijdrieske gelegen inde Oude straet onder Sprangh ǁ gemeen met de Coopers voor dander Helft, belent oost Janneke Robben, west de weduwe Jan ǁ Dirxe de Groot streckende vande Oudestraet noortwaerts op tot derven van Besoijen toe ǁ met alle schouwen watergangen, wegen, stegen ende gebuerlijcke rechten met recht ǁ daer toe behoorende ende belooffden sij comparanten tselve getransporteerde te vrijen ǁ ende waren mitsgaders allen voor commer calangen ende aentael dier op is tot nieujaer 1694 ǁ toe aff te doen, des toirconde gepasseert in t [ja]er ons Heeren 1693 op den 18e dagh in ǁ junij

Anthonius Timmers ǁ 1693

Op de pliek:

Solvit 40 penningen 4-7-8 ǁ X verhoog 8-12