Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 2324-0086, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1546

9 mei 1546

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2324, Charterverzameling Drimmelen (en Made, Hooge en Lage Zwaluwe en Terheijden), inv.nr. 86.

Samenvatting oorkondetekst

Vidimus door Gherit vanden Berghe, gardiaan van het Minderbroeders klooster in Dordrecht, die verklaart twee akten te hebben gezien, de eerste van 2 oktober 1453, waarin Aernt van Strijen, heer van Zevenbergen, bevestigt dat de burgemeester en schepenen va Zevenbergen, hebben verkocht aan Ghijsbrecht Quekel Ghijsbrechtssoen en Heijnrick Floriss van Diemen, driften en gorsen, genaamd der meenten gorssen, gelegen ande zwaluue, met de rechten die daar bij horen en die voorheen toebehoorden aan wijlen heer Otto vander Leck, heer van Hadele etc., om daarmee schulden te voldoen, en een tweede akte van 31 mei 1464, waarin Willem, hertog van Beijeren, Henegouwen, Holland en Zeeland etc, Otto vander Leck, heer van Hadel, weer herstelt in de rechten in de driften en gorsen aan die zwaluwe in zuijthollandt.

Transcriptie

Ick broeder Gherit vanden Berghe gardiaen des cloesters ende convents vanden minrebroederen binnen Dordrecht doe condt allen luijden die dese iegewoirdighe ǁ letteren sullen zien of hoeren lesen dat ic eenen brief gesien heb goet gave ende ongecanceleert ongeraseert sonder suspicie ende wel besegelt mit dese ǁ edelen geboirtigen uuthangende segel heeren Arent van Strien here tot Sevenberghen spreeckende van woirde als hijer na gescreven staet ǁ Wij Aernt van Strijen here tot Sevenberghen etcetera doen condt allen luijden ende bekennen mit desen onsen brieve dat wij mit goeden ende rijpen rade ende wel verdacht ǁ mit onsen vrienden ende bij consent ende goetduncken van onsen gueden ende getrouwen borgemeysteren scepenen ende rade ende alinge gemeenten onsen onderǁsaten van Sevenberghen om te vervallen ende te bet te betalen sulcken schulden ende afterwesen dair wij in comen zijn overmidts der stede ende heerlicheden van ǁ Sevenberghen wil an ons ende an onsen erven ende nacomelingen weder te vercrigen wittelijcken ende mit vrijen moetwille vercoft hebben Ghysbrecht Quekel ǁ Ghysbrechtssoen ende Heijnrick van Diemen Florissoen onse lieve geminde zwager ende goede vrienden ende haren erven ende nacomelinghen die driften ǁ ende gorssen nu genomt der meenten Gorssen gelegen ande Zwaluve tusschen die sloet genoemt die Sprange optie noirtsijde ende die riole die loopt ǁ nevens die Moerdrifte die der joncfrou van Leck plagen toetebehoren voir die oostzijde ende an die zuijtzijde van Yobbekens Werve Linde recht ther ǁ riolen thoe voirs. mit hoge mit leeghe mitter heerlicheijt die dair toebehoirt ende mit anders alle sinen toebehoren soe groet ende cleijn ende in alre manyeren ǁ als die toebehoirden heere Otten vander Lecke wilneer here tot Hadele etcetera ende die heeren of voirnoemt onsen lieven ende getrouwen borgemeesteren onsen ondersaten ǁ ende poirten van Sevenbergen voirs. vercoft ende die graeflicheijt van Hollant hem den vrijen eijghen dair af quijt geschonden heeft na inhoudt der brieven die dair ǁ
af zijn om een seker somme van ghelde dair ons Ghysbrecht Queeckel ende Heijnrick van Diemen beijde voirs. wel te wil betaelt ende te danck gelevert ǁ ende al voldaen hebben den eersten penning ende den lesten hijer bij hebben wij gelooft ende gelooven voir ons ende voir onsen erven ende nacomelingen dat wij noch ǁ onse nacomelingen uuten voirs. driften ende gorsse ende hoeren toebehoren tot gheenre tijt zooden of aerde doen en sellen steecken noch oick nyet gehengen ǁ te steecken ofte halen van yemende, noch totter vesten noch totter dyckaedsen of neringen het wair van vorsschen of van sonten noch anderswairt in ǁ eenigher manyeren ende voirt an te waren ende te vrien van allen commer ende van allen anthale ende voir een yegelijcke als wij schuldich zijn gelijcken ǁ een vrij guet ende wairt dat hijer an yet gebraicke so hebben wij ons voirder verbonden ende gelooft ende geloven voir ons ende voir onsen nacoǁmelinghen ons des tot gheenre tijt te weren of te beschudden of tegens te comen mit eenighen rechten of andere saicken die ons of onse nacomelingen ǁ mochten comen te staden ende Ghysbrecht Queeckel ende Heijnrick voirs. te hindere, die selve Ghysbrecht ende Heijnrick beijde voirs. of hoiren erven ende ǁ nacomelingen of die houder des briefs bij hoeren wille en sal ons onse ondersaten voirs. onsen ende onsen ondersaten voirs. gueden tot allen plaetsen dair sij ǁ die bevonden mogen doen uphouden besetten ende becommeren ter tijt toe dat zij van haren gebreke ende van allen costen dair om gedaen of geleden vervocht ǁ zullen zijn all ergelist ende fraude uuytgeset in oirconde desen brieve besegelt mit onse segele hijer an gehange gedaen ende gegeven in onse stede ǁ van Sevenberghen int jair ons Heren M CCCC drieenvyftich opten anderen dach van octobri ǁ Voirt heb ick broeder Gherijt vanden Berghe voirgenomt noch eenen brief gesien ende gelesen goet ende gave ende ongecancelleert ongeraseert sonder ǁ suspicie ende wel besegelt mit des edelen hoochgeboeren voirsten uuythangende segel hertoch Willem van Hollandt etcetera inhoudende van woirde te woirde ǁ als hijer na gescreven staet ǁ Willem bijder genaden Goids Palensgrave opten Rijn hertoge in Beyeren grave van Henegouwen van Hollant van Zeelant ende heere van Vrieslant doen condt allen ǁ luden dat wij heren Otte vander Leck here van Hadel om menige dienste wille die hij ons gedaen heeft ende of God wil noch doen mach quijt gesconden ǁ hebben ende quytscelden mit desen brieve den rechten eygendom die wij hadden an die twee overste driften gelegen an die Zwaluwe in Zuijthollandt ǁ die hij van ons te leen te houden plach ende hebben hem voirt geoirloft ende oirloven die voirn. driften der stede van Sevenberghen te vercoepen tot ǁ eenen vrijen eijghen welcke voirs. driften die stede van Sevenberghen voirs. oirbaren ende bruken zullen mogen in alre maten alse heere of voirs. In ǁ voirleden tijden tot desen dage toe geoirbairt ende gebruijct heeft In oirconden desen brieve besegelt mit onsen segele gegeven inden Haghe opte Heijligenn ǁ dertien avondt int jair ons heren duysent vierhondert ende vier na den loop ons hoofs van Hollandt in kennisse der wairheijt soe heb ick broeder ǁ Gherit vanden Berghe gardiaen voirgenomt dit vidimus ende transscrift uuijthangende besegelt mitten segel mijne officien gedaen int jair ons heeren ǁ M CCCC vive ende tsestich opte laetste dach der maent van meije ǁ Gecollationeert jegens de vors. copie autentijck uuijthangende bezegelt mit eenen zegele in rooden wasse ǁ ende is benoden accorderende opte IXen dach in meije anno XVc XXXVI aldns bij mij ǁ
Jacq. Vries secretaris ǁ
Dorsale aantekening:
Beroerende het lant ǁ ande Swaluwe