Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv.nr. 134.
2 december 1675
Schuldbekentenis voor schepenen van Hilvarenbeek door het corpus van Hilvarenbeek, aan Thielman Lemnius, van een bedrag van vijfhondert karolus gulden.
Peter Sebrechts schepen, Jan Servaes Middegaels geswooren, ende ǁ Marten Cornelis Martens inder tijt setter respective der vrijheijt van ǁ Hilvarenbeeck, als tot desen volcoomen last macht ende procuratie hebbende van ǁ schepenen geswoorens bedesetters, ende andere regeerders beneffens de ǁ voornoemde comparanten representeerende het gemeijne corpus van dese vrijheijt ǁ van Hilvarenbeeck voors., breder vermellens derselver procuratien wesende van dato ǁ den thiende julij ende eenentwintighsten december respective van den jare ǁ XVIc twee ende tseventigh, ende sestienden september XVIc vier ende tseventigh ǁ speciaelijck in desen gebleecken, hebben gelooft gelijck sij comparanten geloven ǁ mits desen, onder verbintenisse van hunne, als mede vande persoonen ende goederen ǁ vande voordere regeerders ende gemeijne ingesetenen van Hilvarenbeeck ǁ voors. respectivelijck hebbende ende vercrijgende, te geven ende te betaelen aen ǁ Thielman Lemnius, eene somme van vijffhondert carolus guldens ten prijse van twintigh ǁ stuijvers, elcken carolus gulden gerekent, in goede gevalueerde ende gepermitteerde ǁ munte, bij hun geloeveren ten dancke ontfangen, ende opgenomen, omme in desen ǁ droevigen tijde van oorloge tot conservatie van dese gemeijnte van Hilvarenbeeck ende ǁ de goede ingesetenen van dijen, geemplojeert te worden, ende daar van geduijrende ǁ het onderhout den crediteur jaerlijcx te gelden interesse tegens den penninck ǁ twintigh int jaer los ende vrij gelt van alle lasten, soo ordinaer als extraordinair, alreede ǁ ingestelt ofte naelmaels ingestelt te worden, welckerhande ende hoedanich ǁ deselve oock soude mogen wesen, ofte genaemt worden, egeene uijtgescheijden, ǁ waar van opten achsten juni XVIc vijffende tseventigh het eerste jaer sal ǁ coomen te vervallen, ende soo wanneer den voors. crediteur sal believen sijne ǁ penningen wederomme te hebben, ofte wel dat de voors. regeerders mochten goet ǁ vinden deselve eerder aff te leggen, dan den crediteur die sal coomen te eijsschen, ǁ dat partijen sulcx maelkandere drie maenden vante vooren sullen moeten opseggen, ǁ alswanneer het capitael met den interesse alsdan ten achteren ende onbetaelt ǁ staende, geheelijck sal worden voldaen ende gequeten, onder volluntaire ǁ condemnatie parate ende reele executie ende sonder contradictie appellatie ǁ ofte oppositie van eenigen recht daar tegens te doen, namptisatie en sij ǁ eerst ende voor all geschiet, aldus gepasseert ten overstaen van Mattheus ǁ Stalphars, Jan Aert Jacobs, ende Hendrick Wilborts, schepenen van ǁ Hilvarenbeeck op den twaelffden februarij XVIc vijffende seventigh ǁ R Pannekoeck
In margine:
[***]ǁ J. Scholt ǁ 500-0-0 ǁ Hilvarenbeeck ǁ no. 40 ǁ Regte den ǁ 14 januarij ǁ 1726 ǁ A van Heurne
Dorsale aantekening:
Dit is den rentbrief ǁ van 500 gulden ǁ op t'corpus van Beeck ǁ Ick onder geschrevene regerende ǁ Block meester bekenne dat den ǁ secretaris van Hilvarenbeek ǁ aan mijnen handen heeft betaelt ǁ eene somme van vijff hondert guldens ǁ tot voldoeninge eene gelijke somme ǁ van vijffhondert gulden door de ǁ regenten van Hilvarenbeek ǁ den 12 februarij 1675 van Tieleman ǁ Lemnius opgenomen in den comptoire ǁ der beede geregistreert sub no. 40 ǁ consenderende dien volgens in de cassatie ǁ van deselve obligatie der prothocolle actum ǁ sBosch den 23 meert 1742 ǁ Johan Hoevenaars ǁ Burgemeester ǁ Afgelost ǁ Frans van Heurn