Tilburg, Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg, inv. nr. 21.
27 januari 1523
Akte van verkoop voor schepenen van Tilburg en Goirle, door Ghysbrecht, zoon van wijlen Jan Lauwreys, als man van Kathelynen, Jan, zoon van wijlen Jan van Zon, als man van Dingenen, en Henrick, zoon van wijlen Jan Lauwreyss, als man van Adriana, allen dochters van wijlen Jacob Peter Aelwyns, van ¾ deel van een beemd, ter plaatse genaamd achter mall, gelegen te Hilvarenbeek, aan Peter, zoon van wijlen Jacop Aelwyns.
Ghysbrecht zoen wilner Jan Lauwreys als man ende momboir Kathelynen syns wyffs Jan ǁ zoen wilner Jans van Zon als man ende momboir Dingenen syns wyffs ende Henrick ǁ zoen wilner Jan Lauwreyss als man ende momboir Adrianen syns wyfss wittighe dochter ǁ wilner Jacop Peeter Aelwyns zoen, die drie vierddeelen in eenen stuck beempts [***] ǁ wair aff den ander vierendeel toebehoerende is Peeter zoen wilner Jacob Peter Aelw[yns] [***] ǁ tot hen als sy seeden behoerende sess lopensaet inde twe dordedeelen in eener lop[ensaet] [***] ǁ off daer omtrent begrypende ghelegen inde prochien van Beeck ter steden geheyt[en] [***] ǁ Achter Mall tusschen erffenis Dirck zoen wilner Gherit Bacx deen syde ende tuss[chen] [***] ǁ den erffenis Mertens vander Sandt dander syde streckende vande andere leyen a [***] ǁ erffenis Engel die weduwe Wouter Jacopss met hoeren kynderen als sy seeden [***] ǁ sy wittelycken ende erffelycken vercoft overghegeven ende opghedragen Peter[en] [***] ǁ wilner Jacop Aelwynss met affgaen ende vertyen als dat behoerlycken ende [***] ǁ is Ende hebben geloeft onse voers. vercoperen als principael sculderen op h[***] ǁ ende op allen hun gueden hebbende ende vercrygende elck syn een vierendeel ǁ te waeren loss ende vry alsmen loss ende vrij erven sculdich is te waren ende dit ǁ overdr[a]gen overgeven affgaen ende vertyen altyt vast ende stentich te houden Ende ǁ allen commer ende calangie dair op comende altemael aff te doen den selven ǁ Orconde hebben hier over gheweest scepenen in Tilborch ende in Goerl Jac ǁ Berys Aelwyns zoen ende Sebastiaen Peter Rubbenss die den zegel heurs ghe ǁ meyns scependomss derss brieve op en aen hebben doen hangen int jair ons heeren ǁ duysent vyffondert ende tweentwyntich den seevenentweyntichsten dach januarij
Dorsale aantekening:
Peter Jacob Aelwyns ǁ 27 januari 1522