Oosterhout

Wij Cornelis Adriaens s. van Dongen, ende Cornelis Cornelis Buijsen schepenen in Oisterhoudt ǁ orconde ende kennen dat voor ons quam, Jan Aert Ruijsseners ende als volcomen speciale macht ǁ ende procuratie hebbende van Adriaen Sijmon Joris z. ende Maria Sijmon Joris dochter geassisteert ǁ metten selven Adriaen Sijmens haeren broeder ende voight, gepasseert deselve procuratien voor notaris ǁ ende getuijgen binnen Breda opten derden januarij XV^c XCVIII onderteeckent C. van Boeijmer ǁ die wij schepenen hebben gesien ende hooren lesen, ende heeft uuijt crachte vanden deselve macht ǁ ende procuratie, achtervolgende den vercoop bijden voors. Adriaen ende Maria Sijmon Joris ǁ zoon ende dochter, aen Maximeliaen Dierxs s. zeeldraeijer binnen Breda, voorhenen gedaen, gecedeert ǁ getransporteert ende overgegeven, cedeerde, transporteerde ende gaft over met behoorlijcke ǁ verthijenisse bij desen, tot behoeff vanden zelven Maximeliaen Diercxzoon ende sijnen nacomelingen ǁ omtrent een halff bunder min twintich roeden lants gelegen omtrent Stuijvesant, te vrijen ǁ met sijnen gerechtigen heeren chijns naer uuijtwijsens den oude brieve daervan zijnde, in ǁ date duijsent vijffhondert vijffentseventich negenthien daegen in meije daer desen ǁ brieve met onse zegelen bezegelt doorgesteken is, in welck omtrent halff bunder min ǁ twintich roeden lants voors. Steven Cornelis Huijsmans tot behoeff vanden voorgen. Maximeliaen ǁ Diercxzoon gevest ende geerft is met vonnisse ende met recht zo dat hem is zeker ende vaste ǁ met vorwaerde dat hij hier van sal schuldich wezen te doen ende te geven, alle schoten beden ende ǁ gebuerlijcke rechten tOisterhoudt. In orconden dezen brieve met onse zegelen besegelt ǁ int jaer ons heeren duijsent vijffhondert achtentnegentich zessentwintich daghen in ǁ januarij stilo novo ǁ J vanden Ven ǁ

Wij Bernaert Janssoon vander Spout ende Laureijs Geerit Peeter Buckinx z. schepenen ǁ in Oisterhoudt orconden ende kennen dat voor ons quam Peeter Cornelis Joisten z.  onsen ǁ medeschepen inden name ende als tot dezen hebbende speciale ende onwederroepelijke procuratie ǁ van Goris Buijsen borgemeester der stadt van Breda, gepasseert voor borgermeesteren ǁ schepenen ende raet der zelven stadt de data den XIIII^de meije anno XV^c vijffentzeventich ǁ ende heeft de zelve Peeter inden name als voor ende achtervolgende de macht ende procuratie ǁ hem verleent voorgeruert, volgende den verkoop bijden voors. borgemeester gedaen aen Sijmon ǁ Joris Andries s. brouwer tot Breda tot behoeff vanden zelven Sijmon absent als ǁ present ende zijnen nacomelingen gecedeert getransporteert opgedragen ende overgegeven ǁ behoorlijcke renunciatie ende vertijenisse een halff buijnder min omtrent twintich roeden ǁ lants gelegen omtrent Stuvesant, Godert van Luchtenberch bosch ende erve suijtwaert ǁ Adriaen Meeus s. noortwaert, sheeren straet westwaert, vrij met heeren chijns, ǁ in welck halff buijnder min twintich roeden lants voors. Cornelis Jacops z. tot ǁ behoeff vanden voorgen. Sijmon Joris s. gevest ende geerft is met vonnis ende met ǁ recht so dat hem zeker is ende vast met vorwaerde dat hij hier van schuldich is ǁ te doen ende te geven, alle schoten beden ende gebuerlijcke rechten tOosterhout. In orconden ǁ dezen brieven met onse zegelen besegelt int jaer ons heeren duijsent vijffhondert vijff ǁ ende tzeventich negenthien dagen in meije.ǁ

In dorso:

Sijmon Jorissoon ǁ tot Breda ǁ