Drimmelen en Standhazen

Wij meester Arnoldus Gijsbertus van Doorn, schout, Michiel Smits en Christiǁaen Lodewijk Looder,  schepenen van Drimmelen en Stanthazen, oirǁconden en kennen dat voor ons gekoomen en gecompareert is de heer ǁ Leendert van Gaelen, woonende te Terheijden, dewelke bij de deezen ǁ verklaerde verkogt te hebben, en als nu met vrijer gifte over te geeǁven aen en ten behoeven van Arie Schram, meerderjaarig ǁ jongman, woonende onder deezen dorpe, twee perceelen dijk ǁ groot omtrend 16 roeden, annex den anderen geleegen ǁ onder Drimmelen, belent ten oosten des polders sluis, ǁ ten westen Nicolaes Hagens, ten zuiden den bermsloot en ǁ ten noorden Bastiaen Lukwel kunnende de’t voorszeide worden aenvaerd ǁ den 11^en november 1788, het nog een schuurtje staende op hetzelve verkogte ǁ te aenvaerden den 1ste meij 1789, voorts met zodanige vrijdommen, ackers en ǁ servituten, zoo active als passive als het voorszeide verkogt hebbende ǁ ende subject is, zijnde vrij van verpondingen en dijkschotten; en bekende ǁ den [***] comptoir van de koop en overgifte deezes voldaen en betaalt te zijn ǁ met het vereisde van een schepen schuldbrief ter somme van tweehonǁderd en zestig guldens, onder verbant van het voorszeide verkogte; selve ǁ de over zulks het voorszeide verkogte te zullen vrijen en waeren, jaer en ǁ dag naer deezer vierschaer en recht; toirconde is deeze me deezens ǁ zeegel ende signatuure van onzen secretaris bekragtigd dezen 19 september [***] ǁ A.G. van Doorn ǁ

In dorso:

Vestbrief ǁ voor ǁ Arie Schram ǁ in dato 19 september ǁ 1788 ǁ