Oisterwijk

Wouter sone wilner Herman Luers heeft wettelijck ende erffelijck vercocht Goossens ǁ sone wilner Engbrecht Goossens eenen jaerlijken ende erffelijken chijns van sesse ǁ Karolus gulden twintich stuiveren oft de werde daer voir in anderen gelde nu gevalueert ǁ sijnde voir elcken Karolus gulden jerekent te vergelden ende te betalen alle jaer ǁ nu naestcomende van ende uut eenen stuck weijlants genoempt Kuijpershoefken soe groot ǁ ende soe cleijn gelijck als tvoirs. stuck weijlants gelegen is inde vrijheijt van Oisterwijck ǁ inde Schijve aldaer tussen erffenis Henrick Robben alias inde Mars aen deen sijde noortwaert ǁ ende tussen erffenis des voirs. Goossens met meer andere aen dander sijde streckende metten eenen ǁ eijnde aen erffenis der erffgenamen Lucas van Ammersoije ende metten anderen eijnde aen erffenis Adriaens ǁ van Riel met meer andere als hij sede vanden voirs. Goossens den voirs. chijns in eenen ǁ erfrecht te hebben ende te besitten gelovende de voirs. Wouter als sculder principael ǁ hem ende op alle sijne goeden hebbende ende vercrijgende den voirs. chijns Goossens ǁ voirs. te waren als men erfchijns sculdich is te waren ende tvoirs. onderpandt [***] ǁ jaerlixe betalinge vanden voirs. chijns altijt goedschixs genoech ende weldogende [***] ǁ houden ende te maken ende allen anderen commer ende calangie daer[van] wesende ǁ den selven aff te doen geheelijken getuijgen waren hierover schepenen in Oisterwijck ǁ Ghijsbert Lueniss. van Megen ende Matheeus Aert Nulants Gegeven tweentwintich dagen ǁ in februario anno xvc een ende veertich

Dorsale aantekening:

Erfgenamen van Wouter ǁ Luers [***] lichtmis ǁ vi gulden ǁ [***]

vi g(ulden) tsiers ǁ tot Carckhoven ǁ Cuijpers Hoeffken

f