Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1433-208, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1739

6 maart 1739

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1433, Charterverzameling Oisterwijk (en Moergestel), inv.nr. 208

Samenvatting oorkondetekst

Akte van mandement voor de Raad en het Leenhof van Brabant, voor Johan Louis Baron de Lannaij, als administrateur van zijn broer Alexander Maximiliaen de Lannaij, aangaande de betaling van proceskosten in zijn zaak contra de drossaard van Moergestel.

Transcriptie

Mandament ǁ van Inductie met ǁ committimus aanden Geregte van Moergestel ǁ Voor ǁ Johan Louis Baron de Lan ǁ    noij qq.

 

P: Hoijer ǁ secretaris

                                                                      

Linkermarge:

Inductie                                                          

 

D'Eerste presiderende ende andere Raden van den Rade ǁ en Leenhove van Brabant ende Landen van Overmaze den eersten deurwaerder ǁ hiertoe versogt: Zaluijt wij hebben ontfangen de supplicatie van Johan ǁ Louis Baron de Lannoij als bij den geregte van Moergestel ǁ aengestelt sijnde tot administrateur over de goederen van desselffs ǁ broeder Alexander Maximiliaen Lannaij, inne houdende dat desselffs ǁ gemelte broeder bij vonnisse van den geregte van Moergestel in date den 27e ǁ februarij 1737 gecondemneert sijnde in een eeuwigh consinement ǁ ten sijnen costen mitsgaders in de costen van den processe, hij ǁ suppliant bij den gemelte geregte tot de adminstratie der goederen ǁ van gemelte sijne broeder is aengestelt geworden ǁ met authorisatie om op sijne goederen soodanige penningen           ǁ te mogen negotieren, als tot betalinge van de proces kosten ǁ gevallen inde saecke vanden Drossaert van Moergestel ǁ Ratione officii jegens zijn voornoemde broeder, en verdere ǁ loopende schulden nodigh souden mogen sijn, dat den suppliant ǁ soo uijt sijne eijge penningen, als die van sijne susters, mitsgaders ǁ oock van sijne gemelte broeder wegens costen vanden gemelte Processe ǁ verteeringe van sijn broeder op de gevange poort tot S'Bosch ǁ als andersints reets heeft betaelt gehadt een importante somme ǁ van penningen, dat nu nogh ontrent de somma van f 2800 gulden ǁ aen loopende schulden van sijn gemelde broeder aen veele en differente Crediteuren te betalen staende hij suppliant ǁ wel heeft getragt gehadt, om daer toe gelt te ǁ negotieeren op de vaste goederen van sijn gemelte ǁ broeder, die veel meer waerdigh sijn, dogh dat hij ǁ het selve niet en heeft konnen bekomen. Dat ǁ vervolgens den suppliant alle devoiren heeft gedaen ǁ om de selve verdere crediteuren van sijn gemelte broeder ǁ te persuaderen om nogh eenigen tijd met haere ǁ pretensien te wagten, dogh te vergeeffs, dreijgende deselve ǁ om den suppliant in sijn qualiteijt dieswegens in regten te ǁ convenieren, waer door den boedel van sijn gemelte ǁ broeder in costen soude werden geconsumeert, En dewijle ǁ den suppliant in sijn voors. qualiteijt sigh verbeelt, dat als ǁ aen hem maer werd gegeven vier a vijff jaren tijd ǁ hij in staet sal sijn, alle deselve crediteuren ǁ volkomen te voldoen, mits welcke soo keerden den suppliant ǁ hem in sijn voors. qualiteijt aen ons in den gemelten Rade ǁ en Leenhove (soo hij seijde) versoeckende onse provisie van ǁ inductie addresserende aenden geregte van Moergestel in desen dienende

 

Waeromme soo ist dat wij desen aengesien u ontbieden ende bevelen ǁ (daer toe committerende bij desen) dat ghij ten versoecke vanden voors. suppliant ǁ in qualiteijte voors. trecht aende persoonen ofte ter woonplaetsen van alle der suppliante [***] crediteuren ǁ die hij u noemen ofte in geschriften overgeven sal, Ende deselve van wegen de hooge ǁ Overrigheijt dagvaert te compareren ofte gemagtigt te senden t'eenen seeckeren gelegenen ǁ dage die ghij hen elcx beteckenen sult voor onse Lieve ende Beminde die vanden geregte en Moergestel ǁ omme bij haer inne materie van inductie gehoort ende ist doenlijck geaccordeert te ǁ werden op alsulcken atterminatie van tijd als bij den suppliante [***] aldaer sal werden ǁ versoght onder behoorlijcke cautie, omme elcx henlieder agterwegen te mogen ǁ betalen, ende ingevalle de voors. crediteurs daer toe ende tot geene redelijckheijt ǁ en souden willen verstaen, bij den voorn. geregte de redenen en swarigheden ǁ in de voors. saecke bevonden, mette gelegentheijt ende waerheijt der ǁ selven, ende haerlieder advise ons schriftelijck overgesonden te worden, met ǁ dese tegenwoordige omme in de voors. saecke bij ons ex offitie voorts gedaen ende ǁ gedisponeert te worden, soo wij naer eijsch der selver, ende in goede equieteijt ǁ bevinden sullen te behooren. Die vande voors. geregte overschrijvende, wes ghij ǁ hier inne sult hebben gedaen, den welcken wij authoriseren bij desen, dat indien sij de ǁ saecke, daertoe bevinden gedisponeert sij middelertijt houden ende doen houden alle proceduren ǁ ende executien tegens den suppliante ofte sijne goederen gedaen ofte te doen in staete ende surcheantie ǁ tot dat bij ons in de voors. saecke anders sal werden geordonneert, want wij bevonden hebben t'selve alsoo ǁ te behooren gegeven in s'Gravenhage onder den zegel vanden voors. Rade en Leenhove hier aen doen hangen ǁ den sesden Maerte Seventien hondert negen en dertigh

 

Bij d’voorn. eerste Presiderende ende andere Raden ǁ [***]