Moergestel

Henrick Aerdess. van Boxtel, ende Jan Cornelis Mutsarts kerckmeesteren alhier tot Gestell, met consente ende gevollge van heeren ǁ Adrianen Mutsarts, priestere pastoir, ende van schouteth, ende schepenen tot Gestelle voors., Een stucxken erffs vander ǁ gemeijnten, tot groese ende weije liggende zoe groot, ende cleijn, als gelegen is, inder parochie van Gestell voers., ende voort brugge ǁ inden hertgange vanden Kerckeijnde, tusschen erffenisse meester Marten Roelants, aen deen sijde, ende den gemeijnte Voertdijck aen ǁ d ander sijde, streckende vande stroom die Aa genoemt, totter erffenisse meester Marten Roelants voors., zoe sij zeechden, welck ǁ stuck erffs Christiaen Jan Peeters, ende Denis Cornelis Mutsarts, als kerckmeesters alhier, van wijlen Aelberts Jacobs vande Dooren ǁ vercreegen hadden, ende die zellve Aelbert bij coope erffelijcken vercreegen hadde, vande gemagtugde vande nagebuerenvan den ǁ Kerckeijnde, ende Over d water, uuijt crachte van sekere octroije, bijde delve nagebueren geimpetreert, van wijlen den heer ǁ van Gestell, gelijck als dat in schepenen letteren van Gestell dairop gemaickt werd volcomenlijcker was begreepen wesende vande ǁ date duijsent vijffhondert achtende tachtentich opten twintichsten aprilis, hebben sij wittelijck ende erffelijck overgegeven ǁ ende opgedragen, heeren Balthazaren Peeter Cristiaensen priestere, ten behoeve van heeren ende meesteren Martenen Roelants, ǁ zamen mette voors. schepenen letteren, dair aff mentie maickende, ende met allent recht, hen ennichsints dair inne toeben ǁ hoorende, met afgaen ende verthijen, als dat gewoonlijck ende recht is, ende hebben geloeft die voors. Henrick ende Jan kerck ǁ meesteren opte verbintenis vande tgoeden der kercke competerende hebbende ende vercrijgende, dit overgeven, opdragen, afgaen, ende ǁ verthijen voors., altijt vast ende stentich te houden, ende inden naem als voir te doen houden zonder enich wederstaen ǁ ende alle commer ende calaengie dairop coomende van hennen weegen, altemael aff te doen den zelven, dies sall meester ǁ Merten Roelants voors. dair uuijt moeten gelden, alle jair op sinte Marten s dage, aen den heere van Gestell teghen ǁ tbuijnder, twee stuijvers siars gewinchijns, allet zonder arger, te oirconden hebben hier over geweest schepenen ǁ in Gestell bij Oisterwijck, Henrick Cornelis Mutsarts ende Eellen Peeter Smits, die den segell hoirs gemeijn schependoms, desen ǁ brieve open aen hebben doen hangen, int jair ons heeren duijsent vijffhondert ende achtentnegentich, opter sessentwintich ǁ sten dach in augusto ǁ P Berijs 1598