Den Haag

De eerste Preesideere[nde] ǁ ende andere Raden van den Rade en ǁ Leenhove van Braband ende landen ǁ van Overmaze, Allen den geenen die ǁ deezen zullen zien ofte hooren leezen ǁ saluijt, Doen te weetene, dat wij ǁ ontfangen hebben de supplicatie van ǁ Cornelia Hendrik Becx weduwe ǁ wijlen Johannes Pieter van Spaandoncq ǁ wonende binnen Tilburgh, quartiere van ǁ Oosterwijk Meijerije van S Bosch ǁ innehoudende, dat zij suppliante is ǁ bezittende zeekere huijzinge ende erve ǁ binnen Tilburgh voornoemt, leenroerig ǁ zijnde ten Leenhove van Breda, dat ǁ zij suppliante gaarne bij uijtterste wille ǁ zoude disponeeren van de voorschreeve ǁ huijzingen en erve, mitsgaders van alle ǁ andere zodanige leengoederen, als zij ǁ nog zoude mogen acquireeren, zoo wel die ǁ van deezen Raade en Leenhove, als van ǁ de Smaelre Heeren Leenhoven zoude ǁ mogen te leen gehouden werden, dan ǁ waar toe zij niet en is bevoegt, ten zij

alvoorens te hebben geobtineert brieven ǁ van octroij van dezen Rade en Leenhove, ǁ mits welke zo keerde de suppliante haar ǁ aan ons in den gemelde Rade en Leenhove ǁ ootmoediglijk versoekende onze brieven ǁ van octroij, om van hare leengoederen ǁ hebbende en verkrijgende te mogen ǁ isponeeren ǁ zo als zij zal komen goettevinden, Zoo ist ǁ dat wij t'gene voors(zeid) is overgemerkt ende ǁ geexamineert hebbende ende geneegen wezende ǁ ter beede van de suppliante, hebben dezelve ǁ geoorlooft geconsenteert ende geoctroijeert, ǁ zo wij dezelve oorloven consenteeren ende ǁ octroijeeren uijt sonderlinge gratie bij deezen ǁ dat zij suppliante van alle hare leengoederen ǁ onder onzen jurisdictie en district in ǁ den lande van Braband ende Overmaze, ǁ geleegen zal mogen disponeeren, ende zulx ǁ zal mogen maken ende ordonneeren ǁ haar testament en uijtterste wille ǁ het zij voor notaris en getuijgen, voor ǁ scheepenen mannen van leen onder ǁ haar handteeken, ofte andersints naar ǁ haar geliefte ende goetdunken, ende bij

denzelven testamente haare voorschreve ǁ leengoederen in al of in deele maken ǁ geeven ende laaten, ofte erffelijk ofte ǁ lijfrenten daar op bewijzen hare kinderen ǁ (zoo der zijn) in broederlijke en susterlijke ǁ deijlingen, ofte andere haare vrienden magen ǁ ende andere, daar ende alzo haar dat gelieven ǁ ende goetdunken zal, ende dat altoos mogen ǁ meerderen minderen ende veranderen ǁ haar voors. testament ende uijtterste ǁ wille dewelke zij alzo maken zal ofte ǁ alreede gemaakt mogen hebben, Wij ǁ geconfirmeert gewillekeurt ende geappro ǁ beert hebben, confirmeeren willekeuren ǁ ende approbeeren als nu voor als dan ǁ met deeze onze brieven, willende dat ǁ het zelve van maghten en van waarden ǁ zij blijve ende gehoude werde t'eeuwigen ǁ dage, ende dat hare voorgeroerde leengoederen ǁ ende insgelijks de renten, lasten, en ǁ commeren daar op volgen hare kinderen ǁ ofte andere haare vrienden, magen ende ǁ andere die zij bij denzelven testamente ǁ oft uijttersten wille gegeeven, gemaakt,

ende gelaten mogen hebben, in alder ǁ voegen ende manieren, of zij voor der ǁ Heeren Hoven, ende andere banken regt, ǁ daar aff de voors. goederen gehouden ende ǁ onder geleegen zijn, daar inne gegoeijt ǁ en geerft waaren, behoudelijk, voor zoo ǁ verre de suppliante possideeren ofte ǁ namaals possideeren mogte eenige ǁ leenen leenroerig vanden voors. Raade ǁ en Leenhove gehouden zal zijn dezelve ǁ te verheffen, mitsgaders dat na des ǁ suppliantes aflijvigheijd den geene die de ǁ suppliante hare voors. goederen ofte ǁ renten, daarop alzo zal hebben gemaakt ǁ gegeeven ofte gelaaten, zoo verre zij die ǁ aanvaarden willen gehouden zullen zijn ǁ dezelve goederen ofte renten te ontfangen ǁ en ons in den voors. Leenhove, ende ǁ den Smaelreheeren, naar ons ende ǁ heurs hofs regt schuldig en gehouden ǁ zijn te doen, hier inne voorsien, dat ǁ de suppliante bij haar voors. testament ǁ ofte uijtterste wille niet en zal mogen

disponeeren over hare voors. leengoederen ǁ tot behoeff van eenige geestelijke persoonen ǁ kerken cloosteren en godshuijzen, ofte andere ǁ doode handen, in eeniger manieren ǁ ontbieden daaromme alle onze officieren ǁ en vasallen, ende den Smaelreheeren ǁ regteren justicieren mannen van leen ǁ scheepenen Laeten ende andere onder ǁ zaaten, heur steedehouderen, nu zijnde ǁ en namaals weezende, ende allen anderen ǁ die het aangaan mag, ende elke van hun ǁ bezundere, dat zij de suppliante van dezer ǁ onzer tegenwoordige gratie, oorlove consent ǁ confirmatie ende approbatie peijselijk ǁ ende vredelijk doen ende laten genieten ǁ ende gebruijken ende der suppliantes ǁ testament ende uijtterste wille, dewelke ǁ zij in der maniere voors. maken zal, ǁ ofte alreede gemaakt mogen hebben, voor ǁ goet vast, gestendig van magten, ende ǁ waarden houden, ende doen houden ǁ t'eeuwigen dage, doende den geene die ǁ de suppliante eenige goederen ofte renten ǁ daarop zal hebben gemaakt gegeeven ofte

gelaaten, die rustelijk en vredelijk ǁ genieten en gebruijken zonder henlieden ǁ daar tegen eenig hinder stoor ofte belet te ǁ doen ofte te laaten geschieden nu nog in ǁ toekomende tijden, in eeniger manieren ǁ niet teegenstaande eenige costumen ǁ gewoonten ofte landregten ter contrarie ǁ want wij bevonden hebben het zelve alzoo ǁ te behooren, Ende des t'oirconde hebben ǁ wij den zegel van den voors. Rade en ǁ Leenhove hier aan doen hangen, ende ǁ bij onzen griffier onderteekenen, ǁ gegeeven in 'S Gravenhage agt dagen in ǁ de maant van december in t' jaar ǁ onzes heeren duijzent zevenhondert ǁ twee en seventigh

Bij de voors. eerste Preesiderende ǁ ende andere Raden ǁ P. van Spaan ǁ J. Compre ǁ Octroij om van ǁ Leengoederen te ǁ mogen disponeeren