Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 358
9 juni 1716
Akte van verkoop door Gerard Hoecx, Hendrick Hoecx de jonge, Francis du Pont, als man van Maria Hoecx, mede voor Hendrick Hoecx, te Waalwijk, Hendrick Hoecx de jonge voornoemd ook voor Reijnier Schoenmaker, als man van Jenneke Hoecx, en voor Herman Hoecx zijn broer, Jan vanden Bergh, als man van Jenneke de Roij, Jan Verhoeven, als man van Allegonda de Roij, en Peter de Beer, als man van Maria de Roij, Peter de Beer voornoemd en Jan van den Bergh, als voogden van de drie kinderen van wijlen Jan de Roij en Catalijn Jan Pauwelsen, aan Hendrick Hoecx de jonge, van akkerland, gelegen aan de Hoeven bij Hermen Aerts Deijck in Tilburg.
Gerard Hoecx, Hendrick Hoecx den jonge, Francis du Pont in huwelijck hebbende Maria Hoecx, soo ǁ voor haer selven, ende alnoch als last ende procuratie hebbende van Hendrik Hoecx inwoonder van Waelwijck ǁ gepasseert voor den notaris C. Cloostermans en sekere getuijgen alhier, in dato vijftiende november seventhien ǁ hondert en dertien alhier vertoont, mitsgaders den voornoemde Hendrik Hoecx den jonge sigh nog ffort ende ǁ sterk makende voor Reijnier Schoenmakers in huwelijk hebbende Jenneke Hoecx, ende voor Hermen Hoecx sijne ǁ absente broeder, Jan van den Bergh in houwelijck hebbende Jenneke de Roij, Jan Verhoeven als in huwelijck ǁ hebbende Allegonda de Roij en Peter de Beer in huwelijck hebbende Maria de Roij, soo voer haer selven ǁ ende den voornoemde Peter de Beer alnogh als momboir, ende Jan van den Bergh tosiender over de drie ǁ onmondige kinderen van wijlen Jan de Roij, daer moeder van was Catalijn Jan Pauwelsen, de momboirs ǁ met consent ende decreet van de Heeren Drossard en Schepenen alhier de dato twee en twintigsten april ǁ laestleden alhier gesien en gelesen, hebben wettelijck ende erffelijck vercogt, opgedragen ende overgegeven ǁ aen Hendrick Hoecx den jonge een parceel akkerlant groot vijff lopensaten ofte daer omtrent, gelegen ǁ alhier binnen dese Heerlijckheijt Tilborgh aen de Hoeven ter plaetse bij Hermen Aerts Deijck, aldaer ǁ tussen erffenisse oost de straet, zuijd ende west mijn Heer de Bois, ende noirt Pieternel de Roij ǁ los ende vrij uijtgenomen wegen, stegen, en alle andere nabuurlijke regten te onderhouden als van ǁ outs. Ende hebben daer op ten behoeve van den cooper volcomentlijck verthegen ende gerenuntieert ǁ inne manieren indien behoorlijck ende gewoonlijck sijnde, gelovende op verbant als naer regten ǁ garandiam more solito, dit vercopen, opdragen ende overgeven, altijt te sullen houden voor ǁ goet, vast, bondigh ende van waerden, en allen verhoolen commer, calangie ofte aentael hier inne ǁ wesende ofte naermaels comende den cooper aff te doen t eenemael sonder argh ofte list. ǁ Aldus gedaen en gepasseert den negende juni seventien hondert en sestien, voor ende ten ǁ overstaen van Mattheus Nieuwkerk ende Govert Bles schepenen der Heerlijckheden van ǁ Tilborgh ende Goirle die den zegel huns gemeen Schependoms onder aen dese brieff hebben doen ǁ hangen, ende door de signatuere van onsen secretaris laten ondertekenen.
Linkermarge:
F.A. Poell ǁ amEnde
Cooppenningen et slagen voor 11/12 parten ǁ sijn 100:19:14 voldaen ǁ 40e penning 2:10:8
10 verhoog 0:5:2 ǁ f 2:15:10
Dorsale aantekening:
Erffbrieff ǁ voor ǁ Hendrik Hoecx ǁ den jongen ǁ Juni dato 9 juni ǁ 1716