Dussen Munsterkerk

Wij Reijer Aertsen vander Eijck schout van Dussen Munsterkerck met mij ǁ Antoni Pluenen van Crimpen, Melser Aertsz. de Bruijnen ende Jan Geertsz. Lensvelt sche ǁ penen der voorn. heerlijcheijt doen cont dat voor ons gecomen ende gecompareert is ǁ Arien Geerts Decker ruijter onder de companie vande heer ritmeester Noortwijck ǁ den welcken erregh op soo recht was aen Margritta Hofmans seeckre twee ǁ mergen drie hont lants ofte soo groot ende cleijn tselve gelegen is onder Dussen ǁ Munsterkerck buijtendijcx oost Jan Peter Camp west de kerck van Dussen cum ǁ suis streckende uijtten noorden vant lant van joffrouw de Rover suijtwaerts op ter ǁ halver straet uijt welck voorn. lant is den voorn. comparant uijtgebannen met eenen ǁ voorban ende de voors. Margritta Hofmans is daer weder in geboeijt aenden rechte van Zuijthla[nd] ǁ voorts vertijt den voorn. de Decker van dit voorn. lant voor hem ende zijne nacomelingen geen ǁ recht actie ofte pretens daer aen te behouden ofte doen behouden dan alleen tot behoef vande ǁ voorn. Margritta Hofmans ofte haere nacomelingen ende belooft den voorn. comparant dit voorn ǁ lant te vrijen ende te waren tot desen huijdigen dage toe ende alle voorcomende afte doen die ǁ hij van rechtswegen schuldich is afte doen uijtgesondert den rente van vijftien stuijvers ǁ sjaers die de Graeffelijch(eij)t van Hollant opt voorn. lant te pretenderen heeft die ǁ de voorn. coopersse van nu af aen tot haren laste neemt sonder meer alle druck sonder ǁ ergh ofte last oirconden want dit voor ons Schout ende Schepenen alsoo gepasseert is hebben ǁ wij desen door onsen Secretaris ten register laten teijckenen ende den formen vanden brief met uijt ǁ hangen van onse segelen besegelt opte achtentwintigsten October XVIc sessentseventigh

[Mij pr]esent secretaris ǁ W.v.Eijck ǁ 1676

Linkermarge:

Willem Kievits ǁ 1675