Tilburg

Jan zoon wilnere Hubert Geerits, die helft hem toebehoorende in dat vierendeell ombedeelt in een stuck erffs tot beemde liggende, den ǁ geheellen beempt een buynder oft daer omtrent begrypende gelegen binnen der parochie van Tilborch, ter plaetse geheyten aen Caluwiel ǁ aldaer tusschen erffenisse der kynderen Jacob Heymbricx deen zyde, ende tusschen Heystmans dyck dander zyde, streckende vanden ǁ erffenisse Cornelis Henrick Geerit Smoelders metten zynen totten loopenden stroom die Leye geheyten soe hy zeyde, heeft hy witte ǁ lyck ende erffelyck vercocht overgegeven ende opgedragen, Niclaes zoon Aert Laureys Aert Lenssen als man ende momboor ǁ van Hubertken zyn huysvrouw, dochter wilner Hubert Geerits voors. synen zwager, met affgaen ende verthyen als dat gewoon ǁ lycken ende recht is, Ende heeft gelooft Jan vercooper voornoompt op hem selven ende op alle syne goeden hebbende ende ǁ vercrygende, die voorschreven helft int vierendeel inden stuck erffs voornoomt te waeren los ende vry, gelyc men los ende ǁ vry erven schuldich is te waren, ende dit vercoopen overgeven opdragen affgaen ende verthyen voorschreven altyt vast ǁ ende stentich te houden ende in zynen naem te doen houden sonder ennich wederseggen, ende alle commer ende calaengie ǁ daerop comende altemaell aff te doen, dies sal men hier uuyt onderhouden sheeren schouwe van der Leye soo men die ǁ schuldich is, ende behoort te onderhouden sonder argelist, Oorconden hebben hierover geweest schepenen in Tilborch ǁ ende in Goorlle