Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1428-047, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1581

14 november 1581

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 47

Samenvatting oorkondetekst

Akte van schuldbekentenis voor schepenen van Tilburg en Goirle, door Peeter, zoon van wijlen Cornelis Vendix aan Anthonis, zoon van wijlen Jan Adriaenss. en Peeter, zoon van wijlen Peeter Andriessoone, als dekens van het gilde van het Sinte Peeters-altaar in de kerk van Tilburg, van een jaarlijkse erfcijns van drie carolus gulden en vijftien stuivers uit een weiland, genaamd den Elsen bosch, gelegen te Looven in Tilburg.

Transcriptie

Jaarlijksche cijns van f 3.00. aan de gilde van Sint Pieter

 

Peeter sone wijlen Cornelis Vendix heeft geloeft als principael schulder te gelden te gheven ende wel te betalen Anthonisen sone ǁ wijlen Jan Adriaenss, ende Peeteren sone wijlen Peeter Andriessoone als deeckens vander gulde van sinte Peeters aultaer binnen ǁ der kercke van Tilborch tot behoeff der selver gulden voirs., Eenen jaerlijcken ende erffelijcken chijns van drije karolus ǁ guldens ende vijffthien stuvers, elcken gulden tot twintich stuvers, oft die werde der selver in anderen goeden gancbaren ǁ gelde daer voir te rekenen alle jaer te vergelden op onser liever vrouwen dach lichtmisse ende voirden iersten termijn ǁ van betalinghe ende verschijndach nu te lichtmisse ierstcomende, uuijt ende van een stuck erffs tot weijen ende lant? ǁ liggende geheijten den Elsen bosch sesse lopensaet off daer omtrent begrijpende, nochtans alsoe groot ende cleijn als ǁ t selve geleghen is binnen der prochie van Tilborch, ter plaetsen geheijten Looven aldaer tusschen erffenisse Jan Anthoniss ǁ de Bruijn deen sijde ende tusschen erffenisse der kijnderen Peeter Vrancken met eenen gemeijnen wech tusschen beijde ǁ is lopende dander sijde, streckende vander erffenisse der kijnderen Peeteren Vrancken voirs. totter gemeijnder s[trae]ten ǁ aldaer alsoe hij sede, Ende heeft gelooft Peeter voirgen. als een principael schulder op hem selven ende op alle ǁ sijne goeden hebbende ende vercrijghende den voirs. chijns te waren alsmen erffchijnsen schuldich is te waren, Ende ǁ t voirs. stuck erffs altijt goet vast seker genoech ende weldoghende te [waren] ende te houden als voirden erffchijns ǁ daer jaerlijcx ut te ghelden soe voirs. staet Ende alle commer ende calangie daer op comende altemael aff te doen ǁ den selven, Toirconden hebben hier over geweest schepenen te Tilborch ende Ghoirle Cornelis Claessoen van ǁ Ghoerl ende Adriaen Peeter Andriess, die den seghel heurs gemeijns schependoms desen brieve op en aen hebben ǁ doen hanghen int jaer ons heeren duijsent vijffhondert een ende tachtentich op ten veerthiensten dach novembris

 

J de Roij

1582