Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2324, Charterverzameling Drimmelen (en Made, Hooge en Lage Zwaluwe en Terheijden), inv.nr. 48.
12 december 1576
Akte van verkoop voor schepenen van Terheijden, door Willem Harman Lenaerts, aan Gheriden van den Broeck, schepen in Breda ten behoeve van Wouteruijt Meermans, zijn echtgenote, een jaarlijkse erfcijns van 25 karolus gulden, te betalen op St. Maarten, met als onderpand een stuk weide en land, gelegen in de hooch crauwelsgorss in Terheijden.
Wij Cornelis Adriaen Rombouts zone ende Merten Cornelis Aerts zone schepenen Ter Heijden, oirconden ǁ dat voor ons quam Willem Harman Lenaerts zone, ende lijde dat hij vercoft heeft om den somme van ǁ gelde die hem vol ende al betaelt is Gheriden vanden Broeck schepen in Breda tot behoef van Wouteruijt ǁ Meermans zijn huijsfrou, een jaerlicxe rente van vijfentwintich karolus gulden t'stuck tot veertich ǁ grooten vleems te gelden ende te betalen der voorgen. Wouteruijt Mermans ende heuren naecomelingen ǁ alle jaer t'sint Mertens dage inden winter vrij suijver ende ombelast van alle schoten beden Xe XXe Ce ǁ oft andere dijergelijcke penningen ende voorts van alle andere impositien ende zonder ter saecken van dijen ijet ǁ in te houden oft te cortten, ende dijerste rente daer af zal verschijnen t'sint Mertens dage ǁ inden winter int jaer XVc zevenentseventich naestcomende, uut ende op een stuck weijden oft ǁ lants houdene omtrent zesthien gemeten onder andere vande erfgenamen wijlen Henrick Montens ǁ des ouden gecoft ende vercregen zijnde alzoo groot ende cleijn alst gelegen is in Hooch Crauwelsgorss ǁ onder Der Heijden, oostwaert aen Olivier Gherits erve oick vande zelve erfgenamen gecoft ende ǁ vercregen zijnde, zuijtwaert aenden wech, westwaert comende opte crecke, ende noortwaert aen ǁ sheeren lant, te vrijen ende te waren den onderpant voors. mette vercofte vijfentwintich ǁ karolus gulden jaerlicker renten voors., ende met sheeren chijns daer jaerlicx voor uutgaende ǁ zonder ennigen anderen commer, behoudelick dat hij medepandt ende bijpant blijven zal daer ǁ hij met recht schuldich is medepant oft bijpant af te zijn, ende voorts geloofde de voorgen. ǁ Willem Harman Lenaerts zone den onderpant voors. altijt goet genoch te houden ende te maecken ǁ voorde vercofte vijfentwintich karolus gulden jaerlicker renten voors. met alle zijn andere ǁ goeden ruerende ende onruerende die hij nu ter tijt heeft ende naemaels vercrijgen zal mogen ǁ die hij oick daer voor verbijnt, met vorwaerde dat men dezelve vercofte vijfentwintich ǁ karolus gulden jaerlicker renten altijt lossen ende afquijten zal mogen elcken penning erffelick ǁ met zesthien gelijcke penningen eens te geven opten verschijndach voors. ende mette verschenen rente, ǁ ende de voorgen. Gherit vanden Broeck oick mede voor ons schepenen voors. jegenwoordich ǁ staende consenteerde willecoorde ende gaf over voor hem ende voor zijn naecomelingen dat ǁ de gecofte vijfentwintich karolus gulden jaerlicker renten voors. altijt staen gaen ende ǁ succederen zullen ten zelven recht ende natuere gelijck der voorgen. Wouteruijt Mermans ǁ zijnre huijsfrou oude erfgoeden van heur zijde alleen gecomen naden lantrecht van Breda ǁ behoiren te gaen ende te succederen, want alle de cooppenningen daer af van heuren twegen ǁ alleen gecomen zijn zoo hij bekende, in welcke vercofte vijfentwintich ǁ karolus gulden jaerlicker renten voors. de voorgen. Gherit vanden Broeck tot ǁ behoef vande voors. Wouteruijt Mermans zijn huijsfrou gevest is ende toegedaen met ǁ vonnis ende met recht, zoo datse heur zeker zijn ende vast, met vorwaerde dat zij hier ǁ af doen zal alle gebuerlick recht. In oirconden desen brieve met onse segelen ǁ bezegelt, int jaer ons heeren duijsent vijfhondert zessentseventich, twelf dage ǁ in decembri ǁ B.C. Zwarck ǁ
In margine:
Dese rente is geǁlost ende affgequijt ǁ soo opt registre breeder ǁ te sien ende genoteert ǁ is den XVe meije 1612 ǁ
In dorso:
Wouteruijt Meermans ǁ
vande XXV gulden op wijlen Harmans s. ǁ