Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 2324-0027, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1688

6 februari 1688

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2324, Charterverzameling Drimmelen (en Made, Hooge en Lage Zwaluwe en Terheijden), inv.nr. 27.

Samenvatting oorkondetekst

Akte van vest voor schepenen van Terheijden door Henrick Andriess van der Puth, lakenkoper te Breda, aan Leendert van Tilburch, meester kleermaker te Breda, van vier percelen zaailand en een perceel weiland alles gelegen in Terheijden. 

Transcriptie

Voor Michiel Stadtlander ende Willem Spelbergen schepenen in Ter Heijden ǁ quam heer Henrick Andries s. vander Puth borger ende laeckencooper tot Breda, ende lijde dat hij ǁ vercocht heeft aen Leendert van Tilburch mede borger ende meester cleermaker tot Breda ǁ eerstelijck drije parcheelen saeijlants groot t'saemen omtrent twee bunderen ofte alsoo groot ǁ ende cleijn ombegrepen der mate als deselve aen malcanderen gelegen sijn onder Terheijden ǁ tusschen de Scherbier ende de Wilderstraet, oostwaert de selve Scherbier straet suijt Laureijs ǁ Commeren erve, westwaert dheere Dominus Winckelmans tot Oostherhout ende meer andere ǁ erve, ende noortwaert de weduwe van Cornelius Cuijperen ende meer andere erve, item ǁ noch een parcheel saeijlants groot omtrent een bunder gelegen als vooren, oostwaert de voors. ǁ Scherbierstraet, suijtwaert dheere doctor Louis Leclercq tot Breda erve, westwaert den voors. ǁ heere Winckelmans erve, ende noortwaert de weduwe van Cuijperen voors. erve, item noch ǁ een parcheel weijlants groot omtrent een halff bunder gelegen als voor tusschen groot ǁ Ruijters Vaert ende t'Seggenstraetien oostwaert de voors. Ruijters Vaert, suijtwaert signeur Johannis Rietmackers ǁ tot Breda erve, westwaert Henrick Jan Henricx erve ende noortwaert Joffrouw Maria Beljaerts weduwe heer ǁ Peeter vander Wien tot Breda erve, te vrijen ende te waeren de parcheelen van erven voors. met twee ǁ vertelen rogge t'siaers aenden Bagijnhove tot Breda, op de drije eerste parcheelen saeijlants uijtgaende, ǁ item noch met twee guldens thien stuijvers t'siaers aen dheere oudt president ende jegenwoordich borgemeester ǁ Jacob van Buerstede op het parcheel saeijlants groot een bunder uijtgaende, sijnde voorts alle vrij preter ǁ heeren chijns, daer jaerlijcx op uijtgaende sonder eenigen anderen commer, ende dienachtervolgende soo is dat ǁ voornoemden Leendert van Tilburch inde parcheelen van erven voors. gevest ende toegedaen met vonnis ende ǁ met recht, soo dat deselve hem seecker sijn ende vast met voorwaerden, dat hij hiervan doen sal alle gebuerlijcke ǁ
recht. Actum in de vestcamer ter secretarije tot Breda, op huijden den sesden februarij XVIachtentachtenǁtich. ǁ [.].Pels ǁ 1688 ǁ secretaris ǁ

 

In margine:

M. Goree T. Buijten ǁ [***]

 

In dorso:

Compareerde dheere borgemeester ǁ meester Jacob van Buerstede ǁ heeft verclaert ende bekent ǁ schoon de gesublimeerde ǁ rente van twee guldens ǁ thien stuijvers t'siaers ǁ tot sijn edele behoefs staen ǁ aengen[***]t in desen brieve ǁ dat sijn edele deselve rente ǁ egter niet competeert ǁ oft aen en gaet, latende ǁ de selve voor de gene ǁ die de selve rechtelijck ǁ toecom[***]. Actum ǁ in oirconden den VIen ǁ meij 1690 In presentie ǁ van mijn Justus ǁ Weijdemans eersten ǁ clercq ter secretarije. ǁ Testis ǁ J. Weijdemans ǁ1690 ǁ

 

De rente van twee guldens ǁ tien stujvers s'jaers, ǁ sijn affgelost ende gequeten ǁ het welck int register ǁ in margine van dese ǁ veste breeder te sien ǁ is, Actum desen 5e meij ǁ 1713 ǁ Memorie ǁ

 

Vestbrief ǁ voor ǁ meester Leendert van ǁ Tilburch ǁ solvit 802 ǁ In dato 6 feb ǁ 1688 ǁ Het landt ǁ