Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1431-132, laatst bijgewerkt op 30 april 2024, periode 1672

20 december 1672

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv. nr. 132.

Samenvatting oorkondetekst

Schuldbekentenis voor schepenen van Hilvarenbeek door het corpus van Hilvarenbeek aan Johan Rijsbosch, van een bedrag van duizend karolus gulden.

Transcriptie

Wij Geraert van Diessen, ende Geraert Helselmans, Schepenen ǁ der vrijheijt ende heerlijckheijt van Hilvarenbeeck, tuijgen onder onsen gemeijnen schepen ǁ dombs segel, dat op heden voor ons gecompareert sijn, Thielman Lemans, ende Peter Sebrechts ǁ schepenen, ende Marten Cornelis Martens, ende Huijbrecht Wuestenburchs bedesetters,ǁrespective deser vrijheijt, ende heerlijckheijt voorschreven, als volcoomen last, macht, ende ǁ procuratie hebbende van schepenen, geswoorens, setters, ende andere regeerders ǁ beneffens die voornoemde geconstitueerde representeerende het gemeijne corpus van ǁ Hilvarenbeeck voorschreven aende selve gegeven ende wettelijck verleent opten thienden ǁ julij lestleden, mette naerdere procuratie vanden een ende twintichsten deser lopende ǁ maent decembri daer op gevolcht, ons schepenen beijde gethoont ende gebleecken, ende ǁ hebben uijt crachte van deselve respective procuratien gelooft, gelijck sij geloeven mits ǁ
desen, onder verbintenisse van hunne, als mede vande persoonen ende goederen vande resǁpective regeerders ende gemeijne ingesetenen van Hilvarenbeeck, respectivelijck hebbende ǁ ende vercrijgende, egeene vandijen uijtgescheijden, te geven ende te betaelen aen ende ten ǁ behoeve van meester Johan Rijsbosch eene somme van een duijsent carolus guldens, ten ǁ
prijse van twintich stuijvers ijderen carolus gulden gereeckent, in goede gevalueerde ende ǁ gepermitteerde munte, bij de voornoemde geloeveren ten dancke in specie van pattacons ǁ vanden voornoemden Rijsbosch ontfangen, omme in desen droevigen tijde van oorloge ǁ ende repture tot dienst vanden gemeijnte voorschreven, ende tot conservatie vande goede ingeǁ
setenen vandijen geemplojeert te worden, ende daer van geduijrende het onderhout ǁ den voornoemden Rijsbosch jaerlijcx te betaelen interesse tegens vijff ten hondert ǁ int jaer, ende voorden eersten termijn, opten XXIIe decembri XVIC drie ende tseventigh ǁ te vervallen, los ende vrij van alle lasten soo ordinaris als extraordinaris, alrede ingestelt ǁ ofte naermaels ingestelt te worden, egeene uijtgescheijden, ende soo wanneer hij crediteur ǁ sal believen dese voornoemde somme van een duijsent gulden wederomme te hebben, ofte wel dat de ǁ voorschreven geloeveren ofte regeerders voorschreven mochten goetvinden deselve eerder aff ǁ te leggen dan den crediteur deselve sal coomen te eijsschen, dat parthijen sulcx maelǁkanderen drij maenden van te vooren sullen moeten opseggen, als wanneer het ǁ capitael in specie van pattacons, metten interesse als dan vervallen, ende ten achteren ǁ staende geheelijck sal weerden voldaen ende gequeten, alles onder volluntaire ǁ condemnatie, parate ende reele executie, ende sonder contradictie appellatie ǁ ofte oppositie van eenigen recht daer tegens te doen, namptisatie, en sij eerst ǁ ende vooral geschiet, sonder argh ofte list, Gegeven int jaer ons heeren XVIǁ twee ende tseventigh, den twee ende twintichsten dach der maent decembri,ǁ R Pannekoeck ǁ

In margine:
H van Lint ǁ 22 december ǁ 1672 ǁ 1000-0-0 ǁ Hilvarenbeek ǁ Numero 8 ǁ 13e op de lijst V 13 ǁ Recept: 23/3 26 ǁ A van Heurnle ǁ afgelost ǁ

 

In dorso:
Op heden den 23 febuarij 1730 soo is in mindernisse van deser obligatie toebehoorende ǁ Joes Baptista van Andenhoven en Joannes Colen ontfanghen de ǁ somme van hondert negenveertigh gulden seventhien stuijvers ende acht penningen ǁ opden 22 maij 1730, ten behoeve als voor noch betaelt de somme van acht ǁ acht hondert drie en dertigh gulden vijff stuijvers acht penningen ǁ aen ondergeteeckende als houders deser obligatie ons aengecomen bij deijlinghe gepasseert ǁ voor heeren schepenen [van] Hilvarenbeecq bekenne als noch ontfangen te hebben ǁ uuijt hande van den [***]Coenhaets [***] ǁ van Hilvarenbeek de somme van sesthien gulden seventhien stuijvers [***] ǁ met het cappitael van duijsent gulden [***] obligatie consenteeren ǁ oversulx dat dese brieff ter protocolle sal worden gecasseert [***] ǁ den 22 junij 1731 ǁ Joes Baptista van Anderhove ǁ Joan Josephus Coolen ǁ

149:17:8 ǁ 833:5:8 ǁ 16f 17stuijvers ǁ 1000:0:0 ǁ

 

In gevolge de voornoemde quitantie van dheeren van ǁ Andenhove en Johan Josephus Coolen soo hebbe ǁ ick secretaris het origineel deser obligatie ten ǁ prothocolle gecasseert heden den 17 october ǁ 1731 ǁ D Timmers ǁ 1731 ǁ 139:26:12 ǁ 260:3:4 ǁ 400:0:0 ǁ

Meester Johan Rijsbosch op de geǁmeente van Hilvarenbeeck het ǁ capitael is 1000 gulden int jaer ǁ 1672 X stuijver den 22 decembri ǁ Numero 2e ǁ Heer Oudenhoven comt hier in 400 gulden ǁ