Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv. nr. 54
3 maart 1695
Schuldbekentenis door het corpus van Hilvarenbeek aan Jacob Janss Sebrechts, van 400 carolus gulden.
Wij schepenen, geswoorens, beede ende commersetters ǁ mitsgaders kerck ende heiligegeestmeesters alle representerende het gemeijne corpus van Hilvaǁ[r]enbeecq ten prothocolle onders[***] hebben bekent ende geleden wel ende ǁ [deu]ghdelijck schuldigh te wesen aen ende ten behoeve van Jacob Janss Sebrechts eene ǁ [so]mme van vierhondert carolus guldens hart gelt, spruijtende ter saecke van ǁ goede geleende penningen ten behoeve [***] der gemeijnte van Hilvarenbeecq onder genomen ǁ beloovende de selve penningen te restitueren van heden dato deser over een jaer met ǁ den interesse van dien tegens vier gulden vant hondert, los ende vrij gelt van ǁ alle commer ende lasten, hoedanigh ende van wat natuere die mochten wesen ǁ ofte genoemt worden, ende in cas van langer onderhout so[o] sal den interesse ǁ alsvoor blijven loopen totte volle betaelinge incluijs, ende sullende het ǁ quijten der voors. somme van vierhondert guldens, te voorens verobligeert ǁ wesen drie maenden op te seggen waer vooren de selve onverscheijden ende ǁ ider een voor all ende in [s]olidum als schuldenaers principael hebben verbonden ǁ ende verobligeert henne respective persoonen ende goederen hebbende ende vercrijgende ǁ geene uijtgesondert, soo voor het capitael als verschenen interesse vandien mitsgaders het ǁ gemeijne corpus van Hilvarenbeecq laetende hen dienthalven tot voldoeninge voors. voor ǁ [***] ende hoven ende gerighte, mits desen voluntael vrijwilligh condemneren pro ut in forma ǁ [***] sonder argh ofte list gegeven int jaer ons heeren duijsent ses hondert ǁ vijff ent negentigh opden derden der maent martij bevestight met onsen ǁ gemeijnen schependoms zegel en(de) [onleesbaar] getekent ǁ P Timmers ǁ secretaris ǁ 1695 ǁ 3 maert 1695 ǁ 400-0-0 Hilvarenbeecq ǁ N 200 ǁ [***]20/3 26 W Schav[***]
In dorso:
4e januarij 1731, van het capitael transport gedaen doer Anthonij van der Veecken soo voer sijn ǁ
selven alsmede als last en procuratie hebbende van Anneken Dirck vander Veecken ǁ
sijne moeder woenende tot Girlen, ten behoeve van de diaconije armen van Hilvaǁ
renbeecq, voer heeren schepenen aldaer.ǁ Gelofte van 400 gulden ǁ capitael voo[r] ǁ Jacob Jans Sebrechts ǁ op de [***]alhier ǁ 3 meert 1695 ǁ Op Cathalijn ǁ Cavel ǁ