Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv.nr. 3.
1 mei 1663
Akte van octrooi door de Raad van State voor de inwoners van Hilvarenbeek om 300 bunder van hun gemeint te verkopen om met de opbrengsten een schuld van 10.000 gulden te kunnen voldoen.
Den Raedt van State der Vereenighde Nederlanden. Allen den ghenen die dese sullen sien, Saluijt. Alsoo ǁ bij ootmoedige supplicatie gepresenteert bij de Regeerders ende naebuijren der vrijheijt Hilvarenbeeck, inden quartiere van Oosterwijck, Meijerije van ǁ 's Hertogenbosch, was verthoont, hoe dat eenige quade mesnagien, ende daer uijt gevolchde processen vande naebuijren, tegens de voorn. regeerders, ende ǁ de regeerders jegens de voors. nabuijren, als andersints, eenige jaren achter den anderen, tot over groote beswaernisse der voors. vrijheijt hare personagien ǁ hebben weten te spelen, ende nu onlanghs gedempt ende ter neder geleght doort maken ende uijtgeven van seker reglement bij desen raedt gearresteert ǁ waer naer de voors. vrijheijt Hilvarenbeeck haer int toecomende sullen moeten reguleren, dat mede door de voorn. onlusten de gemeente soodanich is ten achteren ǁ gestelt, soo met opgenomene als schuldige penningen, die ten minsten comen te monteren de somme van thien duijsent gulden, ende sij supplianten niet machtich ǁ sijn uijt des vrijheijts middelen oft incomen de voors. somme te connen voldoen, ten ware bij vercoopinge van eenige parcelen, sterile heijden, ende vroenten ǁ inde voors. vrijheijt Hilvarenbeeck gelegen, ende dewijle de voorn. supplianten, tselve niet vermogen te doen sonder alvooren te hebben behoorlijck octroij, ende ǁ consent, daertoe dan de supplianten versoecken, dat haer moge werden vergunt octroij, uijt crachte van dewelcke dat sij sullen mogen vercoopen met parceelen ǁ de quantiteijt van drie hondert buijnderen onder den last van sekeren cleijnen ende discreten gewin chijns, uijt ijder buijnder, min ende meer naer advenant te vergelden ǁ Waeromme soo ist, dat wij genegen sijnde tot het versoeck vande supplianten, ende daerop ghesien hebbende het advis van Jonckheer Gijsbert Pieck van ǁ Thienhoven raedt ende rentmeester vande Domeijnen der stadt ende quartiere van 's Hertogenbosch, hebben nae deliberatie de supplianten geconsenteert ende ǁ geoctroijeert, consenteren ende octroijeren dij dese, dat sij van heure gemeente daer sulcx de ingesetenen minst sal hinderen, de versochte drie hondert buijnderen ǁ bij parceelen ten hoochsten ende meesten oirboir sullen mogen vercoopen, ende tot erven uijt geven, naer drije sondaechse geboden, die deselve eertijts tegens de ǁ hertogen van Brabandt ende den mede grontheer van Hilvarenbeecq mogen hebben vercregen, om met de penningen daer van procederende eerst ende vooral aff ǁ te sullen werden betaelt soodanige schulden, dewelcke tusschen schepenen ende de naebuijren vice versa over hunne differenten ende questien soo over dorps rekeninge ǁ als andersints sijn geresen, als mede voort van alle schulden ende lasten, die volgens het voors. reglement geoordeelt sullen werden rechtmatich te wesen, ende ǁ ingevalle schepenen ende gecommitteerden malcanderen over de voors. te doene betalingen niet conden verstaen, dat alsdan in sulcken gevalle haer sullen ǁ reguleren naer d'acte bij deselve daer over den XIIII Augusti 1662 tusschen deselve aengegaen ende gemaeckt, ende dat sij supplianten vande penningen vande voors. ǁ vercochte gemeenten affcomende, schuldich ende gehouden sullen sijn te doen rekeninge, bewijs, ende reliqua, voor den raedt ende rentmeester generael vande ǁ domeijnen, ende de leenmannen inde tolcamer tot 's Hertogenbosch, naer ouder gewoonte, mede onder expresse conditien dat de cooperen van elcken buijnder ǁ min ende meer mate naer advenant, erffelijck sullen betalen jaerlicx een gront gewin chijns van vier stuijvers, ten gewoonlijcken chijnsdage van Hilvarenbeeck voor ǁ den eersten termijn op den eersten chijnsdach naer de vercoopinge van eenige der voors. parceelen, dat de te vercoopene parceelen sullen hebben te laten meten door een ǁ geswooren ende daertoe gequalificeerden landtmeter, ende deselve behoorlijck te doen bepalen, ende ten chijnsboeck registreren, door den rentmeester der ǁ domeijnen ende leenmannen in de tolkamer tot 's Hertogenbosch, zonder dat de supplianten sullen vermogen eenige vercoopingen te doen aen doode handen, onversien ǁ sijnde van behoorlijck octroij van desen raedt, volgens d'oude placcaten, ende interdict vande hertogen van Brabandt, reserverende wel expresselijck ǁ ten behoeve als vooren de novaille thienden, houtschatten, moeren, mineralen, schatten, ende andere regalien, die in, op, oft onder de voors. te vercoopene ǁ parceelen mochten bevonden werden, alsmede dat deselve voor het naercomen van alle tgene voors. is, schuldich ende gehouden sullen sijn te passeren behoorlijcke ǁ ende gewoonlijcke verbant brieven inde leen ende tolcamer tot 's Hertogenbosch voors., lastende voorts onsen voors. rentmeester, ende allen anderen ǁ dien t aengaen mach, de supplianten desen onsen octroije in manieren voren verhaelt volcomentlijck ende vredelijck te laten genieten ende gebruijcken, ǁ cesserende alle beleth ter contrarie, want sulcx bevonden is te behooren. Gegeven in 's Gravenhage den eersten meij XVIc drie ent sestich ǁ C. van Vrijberche ǁ ter ordonnantie vande Raedt van State
Dorsale aantekening:
Dat den inhoude aen d'ander sijde van desen wel ǁ ende behoorlijk is geregistreert in 't register ǁ vande octroijen. mitsgaaders de verbantǁbrieven daar van wettelijk gepasseert. ǁ op den julij in de leenende ende tolǁcamer tot s. Hertogenbos getuijge ik ǁ Wichelhuijsens ǁ Octrooij van ǁ
den Raad van Staate ǁ dato 1 meij 1663 ǁ tot 't vercoopen van [***] ǁ no. 14