Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1428-091, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1754

27 februari 1754

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 91

Samenvatting oorkondetekst

Overeenkomst, gepasseerd voor de Raad en Leenhof van Brabant en de Landen van Overmaze, tussen de landgraaf van Hessen en Gijsbertus Steenbergensis, graaf van Hogendorp etc, voor de verkoop van de heerlijkheid Tilburg en Goirle met alle bijbehorende goederen en rechten.

Transcriptie

d'Eerste presideerende ǁ ende andere Raaden van den Raade en ǁ Leenhove van Braband ende Landen van ǁ Overmaze, Doen te wetene, dat voor de ǁ Heeren Franc van der Goes, Eerste ǁ Praesideerende Raad en Stadhouder, mitsgaders ǁ David le Leu de Wilhem Heere van Waalwijk ǁ Berlicum en Middelroode, ende Pompejus ǁ Hoeufft, Raaden en Mannen van Leenen van ǁ den gemelden Raade en Leenhove, zijn ǁ gecompareert Hoog Edel wel Gebooren ǁ Heer Anthonij Mann, geheijme legations ǁ Raad, en Envoije Extra ordinair van zijne ǁ Doorlugtige Hoogheid den Heere Landgraef ǁ van Hessen, als gemagtigde van welgemelde ǁ zijne Doorlugtige Hoogheid, in qualiteijt ǁ als Heere der Heerlijkheeden van Tilborg en ǁ Goirle, geleegen in den quartiere van Oosterwijk ǁ Meijerije van 'S Bosch, ter eenre ǁ Ende den Hoog Edel wel Gebooren Heer ǁ Gijsbertus Steenbergensis Grave van ǁ Hogendorp, Heere van Hofweegen, ter andere ǁ zijde Dewelke verklaarden te hebben ǁ gecontracteert over de koop en verkopinge ǁ van de voorschreeve Heerlijkheeden van ǁ Tilborg en Goirle, met allen haren toebe ǁ hoorten hier na breeder gespecificeert, in ǁ maniere als volgt.

 

Articul 1 Dat zijne Doorlugtige Hoogheid, zoo voor ǁ zig zelven als voor zijne Erven, nakomelingen, ǁ ende successeurs, 't zij univerzeele ofte particuliere ǁ descendenten ofte collateraale, mannelijke ofte ǁ vrouwelijke, zal cedeeren ende in vollen vrijen ǁ eijgendom transporteeren aan den voornoemden ǁ Grave van Hogendorp, eeuwiglijk ende erffelijk ǁ de Dorpen, goeden ende Heerlijkheeden van ǁ Tilborg en Goirle, met te hoge, middele, ende ǁ lage jurisdictie mette forfaiten, keuren, ende ǁ breuken, ende kleijne manschappen, waranden, ǁ vogelarijen, visscherijen, chijnzen, renten, ende ǁ alle andere haare toebehoorten in aller voegen ǁ en manieren, als zijne Doorlugtige Hoogheid ǁ dezelve laast op den 14e Julij 1711, ende bevorens ǁ Charles Grave van Grobbendonk, Baanderheere ǁ van Wesemaal op den 19e December 1691 succes ǁ sivelijk verheeven hebben, ende zijne Doorlugtige ǁ Hoogheid in koop heeft verkreegen gehad van den ǁ voornoemden Grave van Grobbendonk volgens ǁ de opdragte goedenisze, ende veste daar van ǁ op den 22e Mei 1711 voor deezen Raade ǁ en Leenhove gedaan, en gepasseert.

 

Articul 2 Dat nog meede zijne Doorlugtige Hoogheid ǁ aan den voornoemden Grave van Hogendorp in ǁ voegen als vooren zal cedeeren en transporteeren ǁ alle de verdere geregtigheeden, regalien, en ǁ prerogativen, benevens het casteel, huijzingen, ǁ hoeven, gronden, molens, thienden, plantagien, ǁ bosschen, heijden, opkomsten en producten, ǁ met alle ap- en dependentien, zonder eenige ǁ uijtzondering of onderscheijt, en generalijk ǁ buijten eenigerleij reserve, alles zodanig, als ǁ zijne Doorlugtige Hoogheid daar van heeft ǁ gejouisseert, ofte het regt heeft gehad om ǁ daar van te mogen jouisseeren, Ende met ǁ relatie tot het kasteel ook specialijk ǁ met de meubilen, welke zig jegenwoordig ǁ aldaar bevinden, toebehoorende aan zijne ǁ Doorlugtige Hoogheid

 

Articul 3 Ende zulx alles voor den koopprijs in ǁ eene massa van hondert vijff en sestig ǁ duijzent gulden hollands a veertig ǁ grooten het stuk, door den voornoemde ǁ Grave van Hogendorp te betaalen in grof ǁ zilver geldt, ofte goude Rijders, waar van ǁ de betalinge zal geschieden met vijfftigh ǁ duijzent gulden bij het doen der opdragte, ǁ ende de overige kooppenningen ter somme ǁ van hondert en vijfftien duijzent gulden, ǁ in deeze twee termijnen, namentlijk met ǁ ten minsten twee en dertig duijzent vijff ǁ hondert gulden, binnen zes maanden, ende ǁ de nog overige twee en tagtig duijzent ǁ vijff hondert gulden binnen het jaar ǁ na dezelve opdragte vrijgelaaten aan den ǁ voornoemde Grave van Hogendorp de ǁ voorschreeve restant kooppenningen van ǁ hondert en vijftien duijzent gulden, zoo ǁ veel eerder te betaelen, als hem convenieeren ǁ en welgevallen zal mits bij elke betalinge ǁ ofte aflossinge voegende den intrest, gerekent ǁ naar rato van drie ten hondert in 't jaar ǁ wel verstaande dat voor die respective overige ǁ kooppenningen, te houden als custingpennin ǁ gen, al het voorschreeve getransporteerde ǁ zal zijn en blijven specialijk verbonden en ǁ executabel, mitsgaders voor de intressen ǁ van dien, tot de volle aflossinge en vol ǁ doeninge toe

 

Articul 4 Dat zijne Doorlugtige Hoogheid de ǁ voorschreeve Heerlijkheeden, en al wat verder ǁ onder den voorschreeven transporte zal ǁ begreepen zijn, zal zuijveren, lossen, en ǁ vrijmaken van alle agterstaande lasten, ǁ schulden, ofte belastingen, geene altoos ǁ uijtgesondert, zoo verre ietwes van het ǁ geen getransporteert zal worden, ofte ǁ deszelfs eijgenaar of besitter, daar voor ǁ zoude konnen aanspreekelijk ofte executabel ǁ zijn, ende zulx binnen den tijd van drie ǁ maanden behoudens nogtans ten respecte ǁ van de hijpotheequen, waar meede de ǁ voorschreeve Heerlijkheeden zijn belast, ǁ en dewelke op diverse tijden van het jaar ǁ komen te verschijnen, en mits dien in weerwil ǁ van de houders niet konnen afgelost worden ǁ als op de respective verschijndagen, ende na ǁ tijdige opzegginge, dat zijne Doorlugtige ǁ Hoogheid zal konnen volstaan met de ǁ aflossingen daar van te effectueeren op de ǁ eerste respective verval daegen, wanneer ǁ dezelve naar inhoud der hijpotheecatie-brieven ǁ zullen konnen geschieden Ende dat aan den ǁ Grave van Hogendorp zal vrij staan zoo veel ǁ van de kooppenningen onder zig te houden ǁ als de onafgeloste hijpotheequen zouden ǁ mogen bedragen, mits daar voor betalende ǁ den intrest van drie percent gelijk hier ǁ voren bedongen is

 

Articul 5 Dat aangaande het litispendent proces ǁ voor deezen Raade en Leenhove over het stuk ǁ van den beleijden ofte het beschouwen van ǁ weegen en wateren, uijtstaande met den Raad ǁ en Rentmeester Generaal der Domeijnen van ǁ Braband, de kosten deswegens gevallen tot ǁ dato dezes toe zullen zijn tot laste van, en ǁ mits dien betaald zullen worden door of ǁ van weegen zijne Doorlugtige Hoogheid, ǁ zonder dat zijne Doorlugtige Hoogheid ǁ verder ter zaake van het zelve proces zal ǁ konnen of mogen bemoeijelijkt worden ǁ maar dat het vervolgen van het voorschreeve ǁ proces zal zijn tot lasten, en ook zal staan ǁ ter directie van den voornoemden Grave van ǁ Hogendorp.

 

Articul 6 Dat zijne Doorlugtige Hoogheid alle de ǁ magistraten, regenten, officieren, ofte andere ǁ in bediening zijnde persoonen van de voorsz. ǁ Heerlijkheeden, welke aan zijne Doorlugtige ǁ Hoogheid eenigen eed hebben gedaan, daar ǁ van (voor zoo veel des noods) zal doen  ǁ ontslaan en ontheffen, zoo haast als de ǁ Heer Grave van Hogendorp zal goed vinden ǁ possessie van de voorschreeve Heerlijkheeden ǁ te neemen. 't welk weezen zal binnen den tijd ǁ van vier a zes weeken na dato deezer.

 

Articul 7 Dat de aanstellinge en begeevingen van ǁ alle magistraaten, officieren ende ampten ǁ bij vacatuure van dezelve, ook die jegenwoordig ǁ vaceerende mogen zijn, van nu af aan zullen ǁ staan ter dispositie van den voornoemden ǁ Grave van Hogendorp.

 

Articul 8 Dat, ten aanzien vande agterstaande revenuen ǁ en opkomsten van al 't geen getransporteert ǁ zal worden, zijne Doorlugtige Hoogheid ǁ alle dezelve zal profiteeren, zoo verre als ǁ verscheenen ofte vervallen zijn, tot dato deezes ǁ toe, ende verder niet als zullende daar en ǁ tegen de gemeene lands dorps, ofte andere ǁ reeële lasten niet verder behoeven aange ǁ zuijvert te worden, als met den Jaare 1753 ǁ incluijs,

 

Articul 9 Dat volgens eene exacte notitie ofte ǁ inventaris, zoo ras als doenlijk zal zijn, ǁ aan den voornoemden Grave van Hogendorp ǁ zullen worden overgegeeven alle de tituls, ǁ chartres, documenten, registers, reekeningen, ǁ pagt- of huurcedullen, ende generalijk alle ǁ papieren, welke eenigsints rakende off ǁ behoorende zijn tot de voorschreeve Heerlijkheden, ǁ en al wat verder volgens het eerste en ǁ tweede articul van deezen contracte ǁ getransporteert moet werden, zoo verre ǁ namentlijk de voorschreeve chartres en ǁ papieren onder zijne Doorlugtige Hoogheid ǁ of deszelfs gemagtigdens berustende zijn

 

Articul 10 Dat eijndelijk de voornoemde Grave van ǁ Hogendorp tot zijnen laste zal neemen, te ǁ betaalen den veertigsten penning van den ǁ voorschreeve koop-prijs, mitsgaders alle ǁ de leges, jura en verdere onkosten op het ǁ passeeren van deezen contracte, en op het doen ǁ van transport te vallen, geene daar van ǁ uijtgezondert.

Ende verklaarden nu wijders de voornoemde ǁ comparanten, dat zij het gecontracteerde in ǁ maniere als hier voren uijtgedrukt over en ǁ weeder bij deezen als nog zijn approbeerende ǁ ende confirmeerende, belovende al het geen ǁ daar bij is vervat, punctueelijk te zullen ǁ gestant doen ende naarkomen, verbindende ǁ daar toe de voornoemde eerste comparant ǁ den persoon en goederen van voornoemde zijnen ǁ hogen principaal, en de tweede comparant ǁ deszelfs persoon en goederen. als na regten, ǁ en specialijk met onderwerpinge aan de ǁ willige condemnatie van deezen Raade ǁ en Leenhove constitueerende daar toe ǁ Paulus Loeff, Alexander van Kervel, Jan ǁ Roscam, ende Bastiaan Nederburg, alle ǁ procureurs voor deezen Raade en Leenhove ǁ occupeerende, omme de voorschreeve condem ǁ natie te verzoeken, en daar inne te consenteren ǁ respective.

En verkiezende ook daar toe domicilium ǁ citandi et executandi ten huijze van de ǁ voornoemde procureurs.

Ende verzogte nu wijders de voornoemde ǁ eerste comparant op den voet van den ǁ voorschreeven contracte in zijne voorschreeve ǁ qualiteijt, ende uijt kragte van de volmagt ǁ ten deezen geexhibeert op hem gegeeven en ǁ verleeden bij meergemelde zijne Doorlugtige ǁ Hoogheid in Cassel van dato den veertienden ǁ Februarij 1754. dat welgemelde zijne ǁ Doorlugtige Hoogheid, zoo voor zig zelven, ǁ als voor zijnen erven, nakomelingen, ende ǁ successeurs, 't zij universeele of particuliere ǁ descendenten ofte collateraale mannelijke ǁ ofte vrouwelijke, ontleijd, ontleent, ende ǁ onterft mogte worden van den Dorpen ǁ goeden, en Heerlijkheeden van Tilburg en ǁ Goirle, mette hooge middele en lage ǁ jurisdictie, mette forfaiten, keuren en breuken, ǁ ende kleijne manschappen, waranden, ǁ vogelarijen, visscherijen, chijnzen, renten, ǁ en andere haare toebehoorten, ende voorts ǁ alles als breeder staat gespecificeert ǁ bij het eerste en tweede articul van den ǁ voorenstaanden coops conditien ende ǁ contract, als zijnde alle het zelve in voegen ǁ als voren verkogt aan den voornoemden ǁ Gijsbertus Steenbergensis Grave van ǁ Hogendorp, Heere van Hofweegen Ende ǁ verzogte voorts hij eerste comparant ǁ in zijne voorschreeve qualiteijt dat den ǁ voornoemde Grave van Hogendorp daar ǁ inne gegoeijt, geërft, mitsgaders daar ǁ meede verleijd en beleent mogte werden. ǁ Stellende en opdragende mits deezen de ǁ voorschreeve Heerlijkheeden van Tilborg en ǁ Goirle, mette hooge, middelen, en laage ǁ jurisdictie, met alle ap- en dependentien ǁ breeder hier voren vermeld, in handen van ǁ gemelde Heeren Stadhouder en Mannen van ǁ Leenen welken volgende het gemelde Leenhoff ǁ den voornoemde eerste comparant in qualiteijt ǁ voorschreeve, vande voorschreeve Heerlijkheeden ǁ van Tilburg en Goirle in voegen voorschreeven ǁ heeft onterfft, ontleijd, en ontleent, ende den ǁ voornoemde Heer Grave van Hogendorp ǁ daar inne gegoeijt, geÇ®rfft, en gevest. ǁ Aldus gedaan 's Hage 27 dagen ǁ inde maand van Februarij int jaar onzes ǁ heeren duijzent zeven hondert en vier en ǁ vijfftigh. 'T oirconde den zegel van gemelde ǁ raade hier aan doen hangen

 

Kooppenningen f 165000-:-:

solvit XL penning f 4125-:-:

 

M v Kempenaer

1754

 

Dorsale aantekening:

Numero 20

Verleij brief ten behoeve cvan ǁ G. Steenbergensis graaf van ǁ  Hogendorp 27 februarij 1754

 

Numero 26

J.L.S.