Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1428-028, laatst bijgewerkt op 26 augustus 2025, periode 1577

15 februari 1577

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 28.

Samenvatting oorkondetekst

Akte van verkoop door schout, schepenen en andere vertegenwoordiger van Tilburg van drie percelen land gelegen aan het Tilburgse brouck bij Dongen aan Jan Corneliss. die Ve(.).

Transcriptie

Wij schouteth, schepenen, gezworens, reeckemeesters, kerkckmeesteren, ende heijligeestmeesteren bijnnen der ǁ heerlijcheijt, ende der dorpen van Tilborch, ende Goorlle, uuijten name van onss zelffven ǁ ende [.]oo[.]rt uuijten naeme, van alle onsse ingesetene, der heerlijcheijt, ende der dorpen voors. ǁ die wij in tgene hier nae volgen zall, met hennen vrijen will, weten ende consent inne desen zijn vervangende ǁ maken condt eenen ijegelycken, dat wij volgende, den consente van onsse alre genedichste heere, die coninlijcke ǁ majestijt van Hispanien als hertoige van Brabant, blijckende, tselve bij zijnder majestijts opene brieven van octroije, geǁdateert van den zevensten dach in julio, in den jare ons heeren, duijsent vijffhondert, ende vijffentzevenǁtich, ondergeteeckent [..] de Zoete, met will, weten, ende vervolge van joncheeren Caerlle van Malssen ǁ onsse jegenwoordige heere van Tilborch, ende Goorlle voors. om te vervallen, costen, schaeden ende ǁ lasten, die wij hebben geleden, ende noch dagelijcx zijn lijdende, deur die continuele tochten, uuijteringen ǁ ende onderhoudingen, van alreleij ruijteren, ende zouldaten, tevoet, ende te peerde, die dagelijcx deur ǁ dese heerlijcheijt, (als gelegen opte groote, ende gemeijne herbane) zijn passerende, ende repasseǁrende, voorts deur dat onderhout vanden stercten inde lange strate, jegen die van Sinte Gertruydenǁberghe, ende deur andere meninchfuldige, ende onverdrachelijcke lasten, daer inne wij geduerende ǁ dese tegenwoordige troublen, belaten, ende gevallen zijn wittelijck, ende erffelijck hebben uuijtgeǁgeven, ende met voorgaende kerckegebode, ten affhange voor alle man vercocht hebben, in eenenǁ wittigen coope, Jannen soon Jan Corneliss. die Ve[.], drie parcheelen erffs oft gronden tot [***] stuck ǁ tzamen, rakens, aen malcanderen, tot heije, ende weije liggende, ende tzamen negenen dertich loopensaat ǁ ende een zoije, oft daer omtrent begrijpende, gelegen binnen der parochie van Tilborch, ter plaetse geheijten ǁ voor dat Tilborchse brouck, bij Dongen, aen Jacobs hoeck, tusschen erftenisse Jans Willem Meeussoon, ǁ sij hem van deser gemeijnte oock inne genomen, aen die een zijde, ende tusschen erffenisse Jan Jan ǁ Daniels van Buerden, ende bij hen oock innegenomen ander zijde, streckende ǁ van der gemeente van Tilborch totter loopender leije toe aldaer, daer de nijeuwen dijc[k] beneffens diezelve ǁ leye geordineert zynde, tusschen beijde, [i]s loopende, omme dat zelve stuck erffs, oft gronden voors. ǁ [.]ij Jannen cooper voorgenoomt, inne gegraven, ende besloot te mogen worde, zoo hij ende zijn erven ǁ oft nacomelingen, baet ende prouffijt daer aff zullen willen hebben, Ende hebben wij daer op tot behoeff desǁzelffs coopers voors. volcomelyck vertegen, met overgeven, ende affgaen in vuegen, ende manieren ǁ als dat behoorlijcken ende recht is, Gelovende wij schouteth, schepenen, gesworens, reeckenmeesters ǁ kerckmeesters, ende heijligegeestmeesteren, alle bovengenoemde, voor ons selven, ende voor onse oiren en [***] ǁ nacomelingen, innegesetene deser heerlijcheijt voorschreven, onder dat verbant van alle die goedenn ǁ totter zelver onser gemeijnte behoorende Jannen cooper voors. dat selve stuck gronden van erffven ǁ te waren loss, ende vrij, gelijc men los ende vrij erven schuldich is te waren ende dit vercoopen ǁ uuijtgeven, opdragen, affgaen ende verthijen voors., altijt vast ende stentich te houden, ende ǁ van onsen twegen te doen houden zonder ennich wederzeggen, ende alle commer ende calangie daerop ǁ coomende altemaell aff te doen, Behoudelijck dat die voorgenoemde cooper, hier uuijt zall gelden tegens dat ǁ buijnder twee stuvers brabants, nae advenant, tsiaers gewinchijns, in des hertoigenchijns, op Sinte ǁ Thomasdach tot Oisterwijck te betaelen, Ende dat dit erve ten eeuwigen dage sall staen, ten schote ǁ ende ten lothe, ende voorts ten gebode des heeren , als van schouwen, van heijningen, van ǁ watergangenvan wegen, ende van stegen, zoo die van des heeren ende der wethouderen weghen, alhier alreede geǁordineert zijn, ende in toecomenden tijde tot gemeijn welvaert van den lande geordineert zullen ǁ werdden, Ende des toorconden zoe hebben wij schepenen voors., ten versuocke van den schouteth, geǁzworens, reeckenmeesters, kerck, ende heijligegeestmeesters, oock voors., den segell ons gemeijn schependoms ǁ hijer onder aen doen hangen, gegeven int jaer ons heeren, duijsent, vijffhondert, ende zevenǁentzeventich, opten vijffthiensten dach in februario, folio 4 ǁ