Geertruidenberg

Wij Joost Basen Smits en Hermanus Wessels ǁ Scheepenen der stad Geertruijdenberg oirconde en kennen dat ǁ voor ons gekoomen en gecompareerd is de heer Pieter Blok woonende tot ǁ Oosterhoud in qualiteit als executeur van den testamente van wijlen meǁ juffrouw Hendrina Blok weduwe de heer Cornelis den Ruijmen ǁ dewelke verklaarde op den 21 . maart 1774 publieq ten overstaan van ǁ de heeren schout en scheepenen deezer steede verkogt te hebben en ǁ als nu met vrijer giffte over te geeven aan en ten behoeve van Hendrik ǁ Mattheus Cumps woonende op de Made, die meede compareerde in koop verklaarǁde te accepteeren een perceel hooijland groot drie mergen of zoo groot en kleijn ǁ als het zelve geleegen is onder deeze stad buijten dijks met den Riethil annex, oost ǁ de rivier, west Jacob van de Haar cum suis zuijden de weduwe Smits en noorden ǁ het gasthuijs en dat met zodanige vrijdommen, actien en servituijten zoo active ǁ als passive als het zelve land hebbende en subject is volgens d’oude brieven ǁ bescheijden en koop-conditie daar van zijnde, bekennende den heer verǁkooper in zijn qualiteit voor koop en overgiffte deses voldaan en betaald te zijn, ǁ met eene somma van vier duijsend een hondert twee en ‘tneegentig guldens ǁ tien stuijvers contant geld (de Rantcoenen a 1 ½ stuijver van den gulden ǁ daar onder gereekend geloovende over sulks voornoemt verkogte te zullen vrijen ǁ en waaren jaar en dag na deezer steede vierschaar regt, is vrij van renten ǁ praeter s’heeren cijns. ǁ ‘t Oirconde hebben wij scheepenen voornoemt deeze met onsen gewoone zegels ǁ bezegelt, en bij den secretaris geteikend den 10 meij 1774 ǁ J.H. Verkouteren ǁ

In dorso:

Hooijlant ǁ vestbrieff ǁ voor ǁ Hendrick Mattheus Cumps ǁ In dato deses ǁ 10^e Meij 1774 ǁ aangekocht ǁ voor f 4192 ǁ aanbedeeld voor ǁ f 5750,00 ǁ