Geertruidenberg

Compareerde ter vergaadering van de municipaliteit der stad Geertruidenberg ǁ Margareta Steenhof weduwe en boedelhoudster van Jacobus vander Haar ǁ woonende binnen deese stad, dewelke verklaarde verkogd te hebben, en alsnu ǁ met vrijen gifte overtegeeven, aan en ten behoeve van de Roomsche kerk ǁ gemeente alhier, en compareerde teevens Gerardus de Visser, pastor in de ǁ voorsz. gemeente, die ten behoeven van dezelve, in koop verklaarde te accepǁteeren een erve of tuijn binnen deese stad, bij de kerk van gemelde geǁmeente ter lengte van twee en zestig voeten, en breed circa twee en ǁ twintig voeten Rijnlandsche maat, belent ten oosten de verkooperesse ǁ  west de Berrieweg; zuiden Jan Lassoij, en noorden de kerk, beginnende ǁ uit de daar zijnde Berrieweg ten westen en loopende oostwaards tot op de ǁ voorsz. lengte alwaar den kooper een hoofdheining ten zijnen kosten zetten ǁ en altoos duurende onderhouden moet mits de paalen moogen worden ǁ gezet aan de zeide van de erve van de verkooperesse en door haar gedraagen ǁ en betaald worden, de verponding op ’t verkogte erff uitgaande en ǁ voorts met zodanige verdere vrijdommen, actien en servituiten tot ǁ active als passive als dezelve erve hebbende en subject is volgens ǁ d’oude brieven en bescheide daar van zijnde bekennende de ǁ verkooperesse voor koop en overgifte deeses voldaan en betaald te ǁ zijn, met eene zomme van twee honderd guldens contant geld ǁ geloovende overzulks voornoemde verkogte te zullen vrijen, en waar ǁ jaar en dag, na deeser steede vierschaar regt ǁ actum op den stadshuise van Geertruidenberg present alle de leeden ǁ praeter den bailluw & scheepenen, van der Steen  en Bijvoet den 19 december 17^C zeeven entnegentig ǁ in kennisse van mij ǁ Cops ǁ

In margine:

Solvit 40^ste penning ǁ X verhoging ǁ

In dorso:

Vestbrief ǁ ten behoeven der ǁ Roomsche Kerkǁgemeenten ǁ van ǁ Geertruidenberg ǁ dato den 19 december ǁ 1797 ǁ