Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1433, Charterverzameling Oisterwijk (en Moergestel), inv.nr. 63
10 mei 1561
Akte van overdracht voor schepenen van Oisterwijk, door Lambert de Meyer, zoon van wijlen Lambert de Meyer, te Berkel, aan Claesen Bey en Adriaen Gyb Segerss., als kapelmeesters van de kapel van Sint Wilbort te Berkel, van een stukje akkerland, gelegen bij genoemde kapel.
Wij Thomas Timmermans ende Gielis Kievits scepenen in Oisterwyck doen condt eenen yegel(yken) dat voir ons is comen ende gecompareert ǁ in propren persone Lambert de Meyer sone wylen Lamberts de Meyer wonende tot Berckel binnen der prochien van Oisterwyck ǁ ende heeft vut synen vryen eyghenen willen ende welwesentheyt in alder bester manieren vueghen ende formen dat hy coste ende ǁ mochte vryelyck ende onwederroepelyck by goede vaste ghiften die men noempt inter vivos gegeven begift ende getransporteert ǁ ende geeft ende transporteert mits desen Claesen Bey ende Adrianen Gyb Segerss als cappelmeesteren vande cappellen van ǁ Sinte Wilbort tot Berckel voirs. tot behoeff vander selver cappellen een stucxken eckerlants een lopenssaet oft daer omtren[***] ǁ begrypende geleghen omtrent der cappellen voirs. tusschen erffen der heeren van Parwer aen deen syde ende erffen erffenis Elyas ǁ Ariaen Peeterss aen dander syde ende metten eenen eynde streckende metten anderen eynde aen erffenis der erffgenamen Goossen Emmen ǁ noch hier toe alsulcke vier lopen rogghen erffpachts als die voirs. Claes Bey hem Lamberden sculdich is te gelden gelyck ǁ [***] hy sede consenterende de voirs. Lambert dat de voirs. Claes Bey ende synen naecoomelinghen de voirs. vier lopen rogghen ten ǁ eeuwighen daghen sullen moghen lossen ende quyten [***] vanden cappelmeesteren ten tyde wesende metten sommen van sesthien ǁ karolus gulden [***] twintich st[uivers] [***] voerts dat de erffgenamen des voirs. Lambertus t voirs. lopensaet lants ǁ oeck sullen moghen lossen ende quyten ten eeuwighen daghen met vierentwintich gelycke karolus gulden met conditien toegedaen ǁ dat sal wanneer t voirs. stucxken lants oft vier lopen rogghen sullen syn gelost ende gequeten dat de cappelmeesteren ten tyde wesende ǁ de penninghen daer aff comende als dan sculdich sullen syn tot behoeff vander voirs. cappelle ende tot onderhoudinghe vanden lasten ǁ hier nae volghende wederom te belegghen ende t applicieren te weten dat de voirs. cappelmeesteren van nu voirtaen ten ǁ eeuwighen daghen inder cappellen voirs. daer voir sullen doen lesen ende celebreren drye missen te weten dyerste opten dach ǁ van Sint Jacop ende Sinte Cristoffel de tweede op Sinte Huberts dach ende de derde op Sinte Joris dach ende soe voirtaen ten ǁ eeuwighen daghen gedaen ende heeft geloeft de voirs. Lambert den voirs. cappelmeesteren aldaer present ende t selve ǁ accepterende dese voirs. ghifte ende donatie ende allet gene des bovengenoemd verhaelt is vast ende stedich te houden ten eeuwighen ǁ daghen sonder ennich wedersegghen, willende ende vuyterlyck begherende daer toe allet des voirs. is terstont volcomelyck ǁ achtervolght volbracht ende voldaen te wordden sulcx dat dese donatie terstont nae date van desen hier geheel ende ǁ volcomen effect sortere t sy uut crachte van dusdanighe gifte genoempt inter vivos oft van ennighe andere ghifte ǁ oft donatie dat t selve loss vast ende van weerden wesen ende volcomen effect sorteren mach renuntierende op alle ǁ exceptien die hem hier tegens ennichsins te baten soude moghen comen egheene uutgesceyden sonder argelist, ǁ ende des toirconden soe hebben wij Scepenen boven genoempt onse seghelen in getuychenisse hier aen gehanghen ǁ opten thienden dach vanden meye int jaer ons heeren duysent vyffhondert een ende t sestich ǁ D Toenel ǁ [***]
Dorsale aantekeningen:
Jan Franck Brocken ende Jan sone Adriaen Laureys ǁ Mattheeuss hebben bekent als cappelmeesteren vande cappelle ǁ van Sinte Wilbordt tot Berckel hebben bekent dat ǁ Henrick sone Jan Pauwels aen Leunen Handricq de somme ǁ van vierentwintich gulden tot lossinge vande lopensaet laatst ǁ in d willen van desen verhaelt ende welcke vierentwintich ǁ karolus gulden hem Henricken van weghen Jan Cornelis Janss ǁ ten lasten waren gecomen soe men verclaerden [***] ǁ desen IIIIen january 1616 ǁ J. Hoevel
1561/10 mei
Lambert de Meyer ǁ van een stucksken lant ǁ en vier lopen rogs ǁ [***]