Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1432, Charterverzameling Loon op Zand, inv.nr. 38.
29 oktober 1693
Schuldbekentenis van Hubert Francois Everardts als rentmeester van de heer van Loon aan Gerrardus van Beeck als rentmeester van de prinses van Thoor van een bedrag van 4.000 gulden.
De heer Hubert Francoijs Everardts rentmeester van sijn genade den grave van Bockhoven, ǁ inden name ende gemechticht tot het navolgende van sijn excellentie den grave Glaude tSerclaes ǁ [de] Tilly, maijor generael der ruijterije van haar hoog mogende de heeren staten generael der vereenichde ǁ [Neder]landen als testamentaire vooght ende momboir van desselfs lieve ende beminde ǁ [***] Albert d Immerselle, grave van Bockhoven, heere van Loon op Sant inne procuratie ǁ [***]ven onder d handt en zegel van gemelte grave Glaude tot Luijck gepasseert opden 21e ǁ junij 1693 sijnde voors. procuratie ofte commissie bij opene brieven van octroij van d'edele mogende ǁ rade ende leenhove van Brabant in s'Gravenhage geapprobeert, ende daar bij de voors. ǁ heer Hubert Francoijs Everard tot het navolgende oick specialijck geoctroijeert ende ǁ geauthoriseert, breeder blijckende bij de voors. opene brieven van octroij verleent onder den zegel ǁ van gemelte rade ende leenhove van Brabant ende signatuere van B. vander Haar griffier, wesende ǁ gedateert den derthienden october lestleden ende uijt crachtte der machtte de voors. heere Everard ǁ hij allent selve soo blijckende was gegeven ende verleent heeft gelooft als schuldenaar prin ǁ cipaal soo op verbant vande persoon ende alle de leen als allodiale goederen des voors. Alberti d'Immer ǁ selle grave van Bockhoven heere van Loon op Zant, present ende toecomende, de heer ende meester ǁ Johan L. van Cattenburgh secretaris deser stadt tot behoeff van de heer Gerrardus van Beeck der ǁ rechtten doctor, meijer ende rentmeester van hare furstelijcke genade de princesse van Thoor, de somme ǁ van vier duijsent carolus guldens in genoemde mundt Spaens als quartiers van rexdaelders metten ǁ interest tegens vier ten hondert van heden over een jaer te voldoen ende te betalen ende binnen dese ǁ stadt ofte binnen de stadt van Breda ten gunste vanden crediteur ǁ vrij van alle commeren ende lasten egeene uijtgescheijden, te leveren sonder langer uijtstel ofte ǁ oock eenich teggenseggen in recht ofte daar buijten, overmits d'oprechte deughdelijckheijt deser ǁ schult is spruijtende van goede ende welgetelde penninghen bijde voors. heere gelovere ende volmach ǁ tichde uijt hande vande voors. heere Gerrardus van Beeck tot Diesse van gemelte grave ǁ van Bockhoven gehadt ende ontfangen omme geemploijeert te werden ghelijck de voors. ǁ brieven van octroij sijn meede brenghende soo hij de voorschreve heere gelovere ǁ ende volmachttichde dat opentlijck heeft bekendt ende beleden, ende ofte het gebeurde dat ǁ de voors. somme ten voorschreve daeghe niet en werde gerestitueert soo gheloeft de ǁ selve alnoch uijt crachtte ende machtte als voor ende op verbant als voor daar van interest te geven ǁ als voor tot d'effectuele aflossinghe toe, daer in cas van restitutie ofte repetitie ǁ sal men wedersijts gehouden wesen sulcx een halff jaar te voren wettelijck te vercondighen. Getuijghen ǁ waren hier over schepenen inne sHertogenbossche Simon Coenradt Lintworm ende Hendrick ǁ Ackersdijck, gegeven den negenentwintichsten dach der maant october inden jaar ons heeren ǁ duijsent seshondert drijeentnegentich, ǁ Littera Cattenburgh ǁ
In margine:
[***] ǁ
In dorso:
4000 gulden capitael ǁ ten laste vanden heere grave ǁ van Boeckhove ǁ ende ǁ ten behoeve van Gerrardus van Beeck ǁ de date 29 october 1693 ǁ