Hilvarenbeek

Wij drossaert, schepenen, geswoorens, mitsgaders Beede en[de] Commersetters kerck en[de] h[eilige] geestmeesǁ[ter]en, alle representerende het gemeijne corpus van Hilvarenbeecq, bekennen ende lijden mits ǁ[desen] wel, ende deughdelijck schuldigh te wesen, aen ende tot behoeff vant manhuijs ǁ binnen Hilvarenb[eecq], eene somme van t'sestigh carolus guldens, ten prijse van ǁ [twi]ntigh stuijvers het stuck, spruijtende van goeden geleende gelde, door ons onderǁgeteeckende ten dancke, tot behoeff vant gemeijne corpus van Hilvarenb[eecq] ontfangen ǁ ende daervan geduerende het onderhout, aenden rentm[eester] vant voors[creven] manhuijs ǁ tot behoeff vant selve manhuijs, jaerlijcx te gelden interesse, tegens vier guld[en], thien ǁ stuij[vers] percent, los en[de] vrij gelt, van alle impositien, hoedanigh ende van wat natuer, de selve ǁ oock soude mogen wesen, egeene uijtgesondert, en daer inne jaerlijcx te continueren, totte ǁ effectuele voldoeninge toe, eerstmael te verschijnen opten 22en meij 1693, ende soo wanǁneer de regenten vant voorgemelte manhuijs, mochte resolveren om haere penn[inghe] wederǁom te hebben, ofte wel, dat de debiteuren mochten goetvinden, deselve eerder ǁ aff te leggen dat parthijen sulcx malcanderen, drie maenden voorden verschijndagh ǁ sullen moeten opseggen, voor de voldoeninge deser, wij ondergeteeckende ieder een ǁ voor all, als schuldenaer principael, hebben verbonden onse persoonen, ende ǁ goederen, hebbende, ende vercrijgende, ende mede het gemeijne corpus van Hilvarenǁbeecq, alles onder voluntaire condemnatie pro ut in forma, sonder argh ofte list,ǁ aldus gedaen ende gepasseert int jaer ons Heeren een duijsent, ses hondert,ǁ twee entnegentigh, opden tweeden dagh der maent junij, hebbende verders ǁ tot getuijgenis van dien, onsen gemeijnen schependoms zegel, hier onder aengeǁhangen, onder de expeditie ende signature des secretaris ǁ register referentie folio 294 versa ǁ

In margine:
W van der Lith ǁ

In dorso:
Rente Brieff ǁ opt ǁ corpus van Hilvarenb[eecq] ǁ van 60 g[ulden] Capitaal ǁ ten behoeve van t manhuijs ǁ alhier ǁ 2^en junij 1692 ǁ