Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 590.
2 juni 1807
Akte van transport voor schepenen van Ouder-Amstel door Cornelis Meijburg, makelaar in Amsterdam, gemachtigde van mr. Jan Six van Hillegom, echtgenoot van Johanna Maria Hop, eerder weduwe van Peter Hooft, aan Willem Griffioen, van een boerderij en landerijen, 39 morgen 146 roeden, gelegen in den Ronden Hoepen Polder in Ouderkerk aan de Amstel.
Wij Balthazer Holthenius schout Barend Schapestalder en Abraham Streefkerck schepenen der Ouderamstel ǁ oirkonden en kennen dat voor ons gecompareerd is Cornelis Meijburg makelaar binnen Amsterdam, in qualiteit als bij ǁ acte in dato 29 meij dezes jaars voor den notaris Arent Santhagens getuigen binnen Amsterdam gepasseerd speciale geǁmagtigde van den weledelen heer meester. Jan Six van Hillegom als in huwelijk hebbende vrouwe Johanna Maria Klop ǁ en van haar vrouwe Johanna Maria Klop zelve met haren echtgenoot geadsisteerd en door zijnde daartoe speciaal ǁ geauthoriseerd en gequalificeerd, wonende dezelve contstituanten te Amsterdam hebbende de gedachte vrouwe Johanǁna Maria Hop het regt van eigendom op het natemeldene perceel bekomen als zijnde gebleven deling geinstitueerde ǁ erfgename (behoudens de legitime portie der minderjarige kinderen) van haren eerderen man wijlen den heer Peeter ǁ Hooft bij hunlieder materieel testament in dato den 12e juli des jaars 1785 ten overstaan van den notaris Pieter Galenus ǁ van Hole te Amsterdam gepasseerd aan welken heer Pieter Hooft het nagenoemd perceel onder meerderen ten huwelijke was mede gegeven door deszelfs ǁ moeder vrouwe Aletta Elias douariere van den heer Daniel Hooft bij acte van afgifte en quitantie op den 22e augustus 1785 voor den zo even geǁnoemden notaris Pieter Galenus van Hole te Amsterdam verleden aan welken heer Daniels Hooft dit perceel was opgekomen bij scheiding en ǁ deeling van den boedel en nalatenschap van wijlen den heer burgemeester Daniel Hooft in dato den 24 december des jaars 1766 binnen Amsterdam ǁ tusschen de erfgenamen ab intestate van hem burgemeester Daniel Hooft onder de hand gepasseerd ǁ zijnde de bovengemelde procuratie aan ons schout en schepenen op het passeeren deses gexhibeerd en geregistreerd in het schepenenǁminuut register littera folio 71 f 10 ǁ en verklaarde de comparant in zijn voorgemelde qualiteit uit de hand verkogt te hebben en mits dien te cedeeren, transporteeren en in vollen ǁ en vrijen ijgendom op te dragen bij dezen aan en ten behoeven van Willem Griffioen, die ten deser mede compareerde en dit transport, verklaard ǁ te accepteeren een boerderije zijnde gemerkt littera B numero 25 groot negen en dertig morgen [***] honderd zes en veertig roeden, leggende in den ronden hoeper polder ǁ onder deze jurisdictie, en dat zodanig als de gemelde boerderije aldaar gelegen is mitsgaders beheind en betimmerd staat en met alsulke belendingen strekkingen heerǁschende gerechtigheden en leidende servituten praecarien gemeenschappen vrij en onvrijheden mitsgaders lasten als dezelve boerderije is hebbende ende oude ǁ brieven of andere bescheiden medebrengen, ofte bij betimmeringen of andere veranderingen zoude mogen worden bevonden zo als anders door bewijzen van ǁ belendenen zoude kunnen worden aangetoond, en in cas van disput door den rechter zal worden geoordeeld zonder in enige verdere quarantie deswegens gehouden te zijn ǁ zullende de koper zich verder moeten reguleeren naar de keuren deser ambagte en naar de conditien waarop de erven alhier gelegen uit te geven en verkogt zijn ǁ laastelijk vrij en onbelast, uitgezonderd ongelden of enens buuren ǁ en bekende de comparant qualitate qua hier aff door handen van den voornoemden koper met eene somma van tien duijzend guldens vrij en contant geld al volǁkomen, vergenoegd, voldaan en wel betaald te zijn den laasten met den eersten penning zulks hij comparant opdroeg en overgaf den vollen en vrijen eigenǁdom van het getransporteerde aan den voorgemelden Willem Griffioen met renuntiatie van al het regt actie en eigendom, het welk zijn comparants ǁ principaalen betoonens aan dit perceel gehad hebben, belovende het zelve te zullen vrijen en vrijwaren als behoort en men vrij goed schuldig is te doen; verǁbindende daar voor zijn heer en vrouwe constituantens persoonen en alle hunne goederren zo roerende als onroerende praesente en toekomende als naar rechten ǁ kiesende de comparant in naam als boven domicilium citandi et executandi ten huise van de bode dezer gerechte ener tijd ǁ
In dorso:
registrata 21 register des opdrachten ǁ folio 87 ǁ B. Nolthenius ǁ schout ǁ Inventaris boedel Willem ǁ Griffioen data 17 maart 1820 ǁ acte A enkel [***] ǁ notaris ǁ