Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1428-507, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1526

9 september 1526

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 507

Samenvatting oorkondetekst

Akte van machtiging door schepenen van Bakel aan Everard van Doerne om bij de keizer vermindering van belastingen te vragen.

Transcriptie

Allen den ghenen die dese openen brieven van certificatien sullen sien oft hoiren lesen Saluijt, mit alder oitmoet wij Jan ǁ Hoebrechts Aert Hunnen Lambert Mickaers Thomas Hoeben Jan Peters Thijs Noeijen ende Jan Verbeeck scepenen ǁ vander banck van Bakel doen te weten dat wij vernomen hebben ende oick van enighen van onsen mede scepenen ǁ heijligeestmeesters ende bedesetters vander selver banck onderricht zijnde dat die commissarijssen ons aldergenedigsten heeren der ǁ Keijserlijcke Majesteijt geordineert totter herttellingen in Brabant mitten anderen gedeputeerden vanden steden ende platten lande inden op[***] ǁ vander stadt ende meijerijen van tsHertogenbossche doende die herttellingen tellen alle huijsen ende hertsteden hutkens [***] ǁ cleijn huijskens nijet werdich om tellen Alzoe wel huijsen ende hoeven toebehoirende den cloosteren goidshuijsen leenhuij[sen] ǁ pontoren vanden Bossche ende andere buijten luijden Ende die selve stellen ende begrijpen inder herttellingen van onser banck ǁ ende den prochien dair onder gelegen ende want die besitters der voirs. gueden ende hoeven inder beden ons ǁ genedigste heeren des keijsers ende in andere lasten ons overcommen mit ons nijet en willen gelden noch betalen mair ǁ hen dair aff willen bevrijen uut saken van eender onredelijcker ramingen in voirledene tijden bij die vander stadt mit ǁ hueren adherenten geraempt ende gemaect bij welcker ramingen wij ende dandere scamele ondersaten van onser banck ǁ over langen tijt zeer belast ende beswairt zijn geweest gelijck wij noch zijn  Al eest zoe dat wij tot hier tot dat ǁ overmidts onser armoeden nijet en hebben connen gekeren  Soe gestaen ende certificeren wij mits deser dat onse ǁ meijninge nijet en is bij der voirs. ramingen te blijven gemerckt dat wij dair inne noijt geconsenteert en hebben want wij ǁ onsen zegel dair aen nijet gehangen en hebben ende dat wij dair bij geheelijck ende all bedorven souden wordden ǁ mair bidden oitmoedelijck dat onsen alder genedigsten heeren den Keijsere ende zijnen eedelen raide gelieven will ons zijnen ǁ arme scamele ondersaten te willen doen ontlasten vander beswaringen ons gedaen ter saken vander voirs. onredelijcker ǁ ramingen latende alle onvrije gueden kontribueren gelden ende betalen ter plaetsen dair die gelegen zijn Ende ǁ dat zijne Keijserlijcke Majesteijt ons dien aengaende nijet anders en wille houden noch laten tracteren ende handelen dan zijne ǁ ondersaten vanden anderen drie quartieren van Brabant als Loeven Bruessel ende Antwerpen getracteert ende ǁ gehandelt wordden, want wij arme ondersaten die binnen xxx jaeren herwaerts bij der oirlogen ende andersins grooten ǁ commer ende last geleden hebben, geheelijck verdorven ende te nijeuw te gaen souden want wij onder onse banck ǁ liggende hebben xxxiii hoeven ende huijsen ponteren vanden Bossche ende andere buijten luijden toebehorende ende noch ǁ dair en boven uut onsen gueden gelden jairlix viic ende xiii Rijnsgulden erffelijck ende noch viic xii mudden roggen jairlix ǁ boven nochtans alle roef brant brantscattinge uuijtternige van volck van wapenen te perde ende te voet ende dair toe ǁ dootslach van onsen armen nagebueren die wij hebben moeten lijden ende mit goeden penningen hebben moeten betalen gedragende ǁ ter sommen van xviii m vic Rijnsgulden alst blijckt bijder visitanen gedaen anno xvc xv bij meester Leonaert Touttreau Raid ǁ ordinaris in Brabant  Dair af wij egheen verlichtingen noch behulp van mede geldingen en hebben connen gecrijgen ǁ waer omme wij gebeden hebben Everarden van Doerne ende den selven volcomen macht procuratie ende sunderlinge beveel gegeven ǁ ende overmits desen genen tselve zoe voirs. staet van onsen wegen ende in onsen naem aen onsen alder genedigsten heeren ǁ de Keijserlijcke Majesteijt of in absentien vanden selver maiesteijt aen onse alder genedigste vrouwe regente ende governante etcetera ende haerder ǁ genaden Eedelen Raide of anderswair dair dat behoiren sal te moegen [ver]volgen om alsulcke gr[***] ende remedie dair ǁ tegen te verwerven soe men van goids ende van rechts wegen in goeder [***] bevijnden sal [***] ǁ ende approberende zoe wes Everart voirs. in deser ende in andere onsen saken[***] [de]sen daige toe gedaen [***] ǁ sal een ende den selven om de macht van onsen wegen te mogen substitueren eende of meer die heln mit[***] ǁ sullen in onser saken te handelen gelovende den voirs. Everden van Doirne scadeloos te houden van alles [***] ǁ in vuegen als boven doen sal super omnia habita et habenda  In oircunden van desen ende dat dit onse [***] ǁ oitmoedige begeert is zoe hebben wij scepenen voirs. den gemeijnen zegel van onsen scependoime hier [***] ǁ gehangen den ixten dach septembre int jaer xvc xxvi

 

Dorsale aantekening:

In potlood: 9 september 1526

Schepenbrief van Bakel

 

Bakel