Tilburg

Cornelis vande Vliet, ende Anthonetta ǁ sijne meerderjarige suster cum tutore, hebben wettelijck ende ǁ erffelijck vercoght opgedragen ende overgegeven aan Wouter ǁ Cornelis Colen, een parceel ackerlant groot een ende ǁ een quartier loopensaat ofte daar ontrent gelegen onder ǁ dese heerlijckheijt van Tilborgh ter plaatse aan de Veltho ǁ ven aldaar oost den cooper, zuijd den zelven, west de ǁ kinderen Govert Pessers, ende noord de straat, los ende vrij, ǁ uijtgenomen wegen stegen ende alle andere naburelijcke rechten ǁ te onderhouden als van outs, ende hebben daar op ten behoeve ǁ vanden cooper volcomentlijck vertegen ende gerenuntieert in ǁ manieren daar toe behoorlijck ende gewoonlijck sijnde, gelovende super se et ǁ omnia sua bona habita et habenda garandiam more solito, dit vercoopen op ǁ dragen ende overgeven altijt te sullen houden, ende doen houden voor goet ǁ vast bondigh ende van waarden sonder eenigh wederseggen, en allen verholen ǁ verholen commer calangie ofte aantaal hier inne wesende ofte naarmaals ǁ van sijnen t'wegen comende den cooper aff te doen t'eenemaal sonder argh oft ǁ list, aldus gedaan ende gepasseert den achtienden meert seventien hon ǁ dert sesthien, voor ende ten overstaan van Mattheus Nieukerck ende ǁ Dirck Otterinck schepenen der heerlijckheden van Tilborgh ende Goirle die ǁ den zegel huns gemeen schependoms onder aan desen brieff hebben doen hangen ǁ ende door de signature van onsen secretaris laten ondertekenen.

J. de Jong ǁ 1715

Cooppenningen 85 gulden ǁ solvit 40e penning 2:2:8 ǁ 10e verhoog 0:4:4

Linkermarge:

F.A. Poell ǁ Amende

Dorsale aantekening:

Erffbrieff ǁ voor ǁ Wouter Cornelis Colen ǁ inne dato 18e meert ǁ 1716