Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 264
9 juli 1613
Uitspraak door Albert en Isabel, aartshertogen van Oostenrijk, over de restitutie van som geld door de ingezetenen van Tilburg aan het dorpsbestuur.
Albert ende Isabel Clara Eugenia Infante van Spaignen bijder gratien Godts Ertshertogen ǁ van Oistenrijck hertogen van Bourgoignen van Lothrijck van Brabant van Limb[orch] [***] eersten vande deurweerderen oft boden van onsen Raedtgevren in Brabant Saluijt wij ontbieden u ende in dijen des noot ǁ sij committeren bij desen dat gemerckt ons gebleken is van twee rapporten beijde bedragende achtien Rijnsgulden ende een comparitie bedragend vier Rijnsgulden thien stuijvers gedaen ende gehouden tusschen ǁ dingesetenen der heerlijckheijt van Tilborch supplianten ter eenre sijde [***] schouteth schepenen ende regeerderen van Tilborch Rescribenten ter andere sijden bedraegende de ǁ voors. sommen tsaemen tweentwintich Rijnsgulden thien stuijvers de welcke bij de voors. Rescribenten int geheel betaelt ende verschoten zijn, ende die de voors. supplianten volgen den XIIIen ǁ articule van onser ordona(nti)en sijn schuldich ende gehouden deen hellicht [van] de voors. rescribenten te restitueren ghij in dijen gevalle ten versuecke der voors. Rescribenten bedw[ingende] ǁ realijck ende met rente de voors. supplianten tot betaelinge ende restitutie vande hellicht vande voors. tweentwintich Rijnsgulden thien stuijvers met oock te betaelen de costen van ǁ desen ende executie der selvers ende van des te doene wij u volcomen macht geven bij desen, ontbieden ende bevelen voirts oock bij desen allen anderen onsen ende onser vassallen ǁ ende der smaelre heeren richteren justicieren officieren ende ondersaeten ons voors. lants van Brabant dijen dit aen gaen sal mogen dat sij ende een ijegelijck van hen zoo hem ǁ toebehoort u dit doende gehoorsaem sijn te hulp ende bijstandt doen zoo verre ghij t behoeft ende sij des van u versocht sullen worden want ons alsoo gelieft gegeven in onser ǁ stadt van Brusseles den negensten julij XVIC derthiene