Den Haag

D'eerste Praesideerende e[nde] ǁ andere Raden van den Rade en Leenhove van ǁ Braband ende Landen van Overmaze, den ǁ eersten deurwaerder hier toe versogt, salut, ǁ wij hebben ontfangen de supplicatie van Hen ǁ drik Weeber, als bij Grave van Hogendorp, als ǁ heere van Tilburgh en Goirle aangestelt ǁ tot Breukmeester over de gem[elde] heerlijkheijd ǁ innehoudende, dat hij Suppliant in de bedieningh ǁ van zijn ampt ontmoet onwillige en teegen ǁ streevige menschen zoo inwoonderen als ǁ meede geregtigden in den aart van Tilburgh, ǁ dewelke tot nadeel van het gemeen en hun ǁ ne mede burgeren in gebreeken blijven in ǁ het doen der gemeene sandt stoppingen ǁ en reparatien van wegen, dijken en dammen, ǁ en zig misgrijpen door ongeoorloofde aff ǁ schuttingen, ingravingen, doorsnijdingen ǁ en diergelijken, als mede zigh verkeerdelijk ǁ gedragende tegens de aloude herkomens, cos ǁ tumen en usantien, omtrent het heijmaijen ǁ en turffsteeken, zijnde niet alleen weijgerig ǁ te betalen en op te leggen de breuken en boetens ǁ tot hunne voorsz. mesuses staende, maer ook ǁ de penningen, die zijlieden gewilliglijk gelooft mog ǁ ten hebben.

En nademael daar toe altoos gestaan heeft parate ǁ executie ingevolge de van tijt tot tijd verleende ǁ executoriaelen generael van dezen Rade, waer ǁ van t Laeste nu geexpireert, verleend is op den ǁ 6 Junij 1741. mits welken, soo keerde de suppliant ǁ hem aan ons in den gemelten Rade en Leen ǁ hove ( soo hij seijde ) versoekende onse provisie ǁ van executoriael generaal voor den tijd van agt ǁ jaeren, in dezen dienende, ǁ Waeromme soo ist, dat wij dezen aangesien, ǁ aan den suppliant hebben geaccordeert, zoo als wij ǁ aan denzelven accordeeren bij dezen, executoriael ǁ generael over de Jaeren 1768 en1769 en dezen lopen ǁ de jaere 1770 uw ontbieden ende beveelen (daer ǁ toe committeerende bij dezen) dat gij ten versoeken ǁ van den voorsz. suppliant van wege de Hooge overig ǁ heijt, doet scherp ende expres gebot ende bevel ǁ allen den geene die den voorsz. suppliant u noe ǁ men ofte in geschrifte overgeven zal, dewelke ǁ hem ter zake voorsz(eid) iet schuldigh ende ten ag ǁ teren zijn, ende van wiens t' achterheijt ende ǁ gebreeke u behoorlijk blijken zal, dat zij van ǁ stonden aan sonder eenigh merkelijk vertrek ǁ ofte dilaij opleggen ende betalen het geene zij ǁ eenighsints ter zake van dien schuldigh ende ten ǁ agteren zijn, mitsgaders de costen van deze onze opene ǁ brieven ende executie der zelver naer rato dien ǁ gebreekelijke daer toe op dat snoot zij bedwingen ǁ de bij ende met alle behoorlijke middelen van ǁ bedwange daer toe dienende ende ingevalle van ǁ oppositie weijgeringe ofte vertrek u gebleken als ǁ vooren, namptissement eerst ende voor al gedaen ǁ zijnde niettegenstaande oppositie ofte appellatie ǁ gedaen ofte te doen, ter contrarie ende sonder ǁ prejuditie derzelver daegt d'opposant ofte ǁ opposanten maekende weijgeringe ofte vertrek ǁ te compareeren ofte gemagtigde te senden t'eenen ǁ zeekeren gelegenen dage die gij hem ofte henlieden ǁ elcx betekenen zult voor ons in den voorsz. rade ǁ om de redenen van zijnder oft hunder voorsz. ǁ oppositie weijgeringe ofte vertrek open te doen ǁ ende te verklaeren, t'antwoorden ende in der ǁ zake voort te prosedeeren als naer rechten ǁ ons relateerende u wedervaeren, gegeven in ǁ 's Gravenhage onder den zegel van den gemelten ǁ rade hier aan doen hangen dezen vijfftienden ǁ meij duijzend zeven honderd en zeventigh

Bij d' voorsz. Eerste Praesideerende ende ǁ andere Raden.

H Kempenaer ǁ 1770

Linkermarge:

Executoriael ǁ generael

J.H. van Kervel

Procureur

Dorsale aantekening:

Executoriael Generael ǁ voor ǁ Hendrik Weeber qualitate quo

J.H. van Kervel

procureur