Vindplaats van het origineel
Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 3167, Charterverzameling Oosterhout, inv.nr. 61.
10 september 1530/1 februari 1531/1 februari 1538
Samenvatting oorkondetekst
[1] Akte van ruiling voor schepenen van Oosterhout door Jan Joest van Bavel aan Jan Henricx zoen van Gils, van een jaarlijkse erfcijns van twee rijnsgulden. 1 februari 1538 [2] Akte van verkoop voor schepenen van Oosterhout, door Jan Verleg, aan Jan joost van Bavel, van een jaarlijkse erfcijns van twee rijnsgulden. 1 februari 1531 [3] Akte van verkoop voor schepenen van Oosterhout door Adriana Jan van Bavel, aan Jan Verleg, van een jaarlijkse erfcijns van twee rijnsgulden, uit een stede, met huis en hof, gelegen teijnden den hovel. 10 september 1530
Transcriptie
Wij Philips van Bruheze ende Wouter Thielmans zoen scepenen in Oesterhout orconden ǁ ende kennen dat voer ons quamen Jan Joest van Bavel ter eenre ende Jan Henricx zoen ǁ van Gils ter ander zijden kenden ende lijden dat zij gemangelt hadden erfregge om ǁ erfchijns Ende Jan Joes voers. droech op in des richters handen tot Jan Henricx zoen ǁ voers. behoeff ende daer op vertegen twe rijnsgulden tstuc tot viertich groot vlaems ǁ tsiaers erfchijns te betalen alle jaer tot alsulken chijnsdage uut alsulken ǁ onderpandt met alsulker waernisse ende voert in alre manieren ende voerwaerden ǁ als desen ouden scepenen brieff inhoudt ende begrijpt daer desen met onsen segelen ǁ besegelt doergesteken is Ende daer die voergenoemde Jan Henricx zoen inne gevest ǁ ende geerft in met vonnisse ende met rechte alsoe datse hem zeker zijn ende vaste ǁ in orconden desen brieve met onsen segelen besegelt Int jaer ons heeren ǁ duijsent vijfhondert acht ende dertich den ijersten dach februarij ǁ
Charter 2:
Wij Joost Jan Aerts s. ende Lambrecht Henricx scepenen in Oisterhout oirconden ǁ dat voir ons quam Jan Verleg ende lijde dat hij vercoft heeft om een somme van ǁ gelde die hem vol ende al betailt is Jan Joost van Bavel twee rijns gulden ǁ tstuck tot veertich groten vleems tsiaers erfchijns te betalen alle jair tot ǁ alsulcken chijnsdage uuijt alsulcken onderpandt met alsulcker wairnissen ende ǁ voirt in alle der selver vorwairden ende manieren als die brief inhoudt ende ǁ begrijpt dair desen brieve met onse segelen besegelt doirgesteken is Ende hier ǁ inne is de voirgenoemde Jan Joost gevest is ende geerft met vonnis ende met recht ǁ zoe datze hem zeker zijn ende vast in orconden desen brieve met onse segelen besegelt int ǁ jair ons heeren duijsent vijfhondert een ende dertich opten ijersten ǁ dach in februario. ǁ
Charter 3:
Wij Gielis Jan Ghijsels z. ende Jan Jacop Heijmans z. scepenen in Oisterh[out] ǁ oirconden dat voir ons quam Adriana Jans dochter van Bavel me[t] [***] ǁ Adriaen Gijsers z. heuren voight heur metten rechte gegeven ende ǁ lijde dat zij vercoft heeft om een somme van gelde die heur vol ende al ǁ betaelt is Jannen Verleg twee rijns gulden tstuck tot veertich groten ǁ vlaems tsiaers erfchijns te betaelen alle jair op Onser Liever Vrouwen ǁ dach Lichtmisse uuijt ende op een stede omtrent een lopensaet groot met ǁ huijs ende hoff dair op staende gelegen teijnden den Hovel Adriaen Adriaens ǁ erve suijtwairt ende noortwairt Neel Gerijs erve westwairt ende sheerenǁstraet oostwairt vrij met heeren chijns in welcke twee rijns gulden ǁ erfchijns voirs. de voirgenoemde Jan Verleg gevest ende geerft is met vonnis ǁ ende met recht zoe datze hem zeker zijn ende vast met vorwairden dat ǁ hij hier af doen ende geven sal alle schoten beden ende gebuerlijcke rechten ǁ tOisterhout in oirconden desen brieve met onse segelen besegelt int jair ons ǁ heeren duijsent vijfhondert ende dertich thien dage in septembrij. ǁ
In dorso:
Jan Verleggedient bij Willem Wij[***] ǁ Jan Joost van Bavelin [***] octobris ǁ Desen brieff [***] ǁ is voldaen ende betaelt bij Adriaen Jan Struijck ǁ aen Cornelis Henrick Anthonissen actum vii december 1626 ǁ present [***] ǁ