Utrecht

Wij Frederick Willem Baron Torck, Heer van Heerǁ Jansdam, landtcommanduijr der Balije des Ridderlicken Duijtschen Ordens binnen Utrecht, ǁ raad en eerste rekenmeester in Gelderland en curator van de provinciale academie te Harderwijk, ǁ hooftschout van Maastricht en van de graaflijcke Vroenhove etc. etc. Dat wij als landtcommanǁduijr der hooggemelte balije door overlijden van Johannes Dorrenboom verlijt ende verleent hebben, gelijk ǁ wij verleijen en verleenen bij desen Peeter Jansze Dorrenboom woonende tot Raamsdonck, als lheenǁvolger van den voors. Johannis Dorrenboom sijn vader een halve thiende leggende in de Langestraat ǁ agter de kercke van Raamsdonck aan de thienden van de Jufferen van St. Clara tot Brussel, te houden ǁ van Hooggemelten Balije tot een regt en onversterflijcke Erflheen ende te verheergewaaden soo dikwils ǁ des behoort met vier goude Philips guldens ofte paijement dier waarde daar voor, ende heeft den Heer ǁ Johan van Romondt (volgens procuratie van dato den 18 augusti 1753 voor Jan Jochemsze Timmerman ǁ en Marijnis Elemants schepenen en secretaris der ambagtsheerlickheid tot Raamsdonck gepasseert) als ǁ gemagtigde van Peeter Jansze Dorrenboom, in handen van den Heer en Mr. Nicolaas van Bronckǁhorst Raadordinaris in den Edele Hove Provinciaal van Utrecht als stadhouder der Lheenen van ǁ den Balije Duijtschen Orden voornoemt huld en eed van getrouwigheid ende manschap gedaan, behoudens den voors. ǁ ende een ider sijn goed recht. Hier over waaren, aan ende daar dit geschiede de Heere en Mr. Jan van ǁ Cleeff Commis Militair van de Provincie van Utrecht ende Meester. Herman Cornelis Zaal secretaris deser ǁ stads aalmoesenierskamer en ambagtskinderhuijs als Lheenmannen hier toe versogt. Ten welken eijnde ǁ wij desen door Mr. Adriaan van Bronckhorst onsen Lheengriffier doen onderteekenen ǁ en met onsen Balije Zegel doen bevestigen. Gedaan in den Duijtschen Huijse binnen Utrecht op den 20^e November 1753. ǁ In kennisse van mij als Lheengriffier ǁ A. van Bronckhorst  ǁ

In dorso:

Lheenbriev voor ǁ Peter Jansze Dorrenboom ǁ woonende tot Raamsdonck ǁ

Op huiden den 16 Maij 1763 heeft Peter Jansen Dorrenboom bij aenkomste van den Hoog Wel  ǁ Geleerde Heer Unico Wilhelm Grave van Wassenaer ǁ Heere tot Twickel etc. etc. etc. als Landcommandeur ǁ der Balije des Ridderlijken Duijtschen Orden ǁ binnen Utrecht met de leedige hand versogt en ǁ verheeven een halve thienden leggende in de ǁ Langestraet agter de kerke van Raamsdonck ǁ aen de Thienden van de Jufferen van Sint Clara ǁ tot Brussel, waermede voors. Peter Jansze ǁ Dorrenboom op den 20 November 1753 is verleijdt ǁ ter prensentie van de Heeren Mr. Jan van Cleef ǁ en Herman Cornelis Zaal als Leenmannen ǁ gedaen in den Duijtschen Huijse binnen ǁ Utrecht op dato als boven ǁ Solvit f. 19-,,-,, ǁ  Quod Attestor ǁ H.S.C. van Nes ǁ

Op huijden den 30 Januarij 1768 ǁ heeft Peter Janse Dorrebenboom ǁ bij aenkomst van den Hoog Wel Geleerde ǁ Heer Frans Steven Carel ǁ Baron van Randwijck, Vrijheere ǁ van Beek etc. etc. als Landcommandeur der ǁ Balije des Ridderlijken Duitschen ǁ Orden binnen Utrecht met de leedige ǁ hand verzogt en verheeven een halve ǁ Tiende leggende in de Langestraet ǁ agter de kerke van Raamsdonck ǁ aan de Tienden van de Jufferen ǁ van Sint Clara tot Brussel ǁ waermede voornoemde Peter Jansze ǁ Dorrenboom op den 20 November ǁ 1753 is verleijdt ter presentie ǁ van den Heer en Mr. Pieter ǁ Cornelis 't Leem en de Heer ǁ Gijsbert Dirk Casius als ǁ leenmannen gedaen ǁ in den Duijtschen Huijze ǁ binnen Utrecht als boven ǁ in kennisse van mij ǁ als Leengriffier ǁ H.S.C. van Nes ǁ

Op huiden den 1 Augustus ǁ 1786 heeft Peter Jansze ǁ Dorreboom bij aankomste ǁ van zijn Doorluchtige Hoogheid den ǁ Heer Charles Louis Prince ǁ van Anhalt, Bern, Bourgondie etc. etc. etc. ǁ als Landcommandeur der Balije ǁ des Ridderlijken Duitschen Orden ǁ binnen Utrecht met de leedige ǁ hand verzogt en verheeven een ǁ halve Tiende leggende in de Lanǁgestraet agter de kerke van Raemsǁdonk aan de Tienden van de Jufǁferen van Sint Clara te Brussel ǁ waermede voornoemde Peter Janse Dorrenǁboom op den 20 November 1753 ǁ is verleijdt ter presentie van de ǁ Heer Mr. Jaemes Quirijn van ǁ Goens ende Heer Gijsbert Dirk ǁ Cazius als Leenmannen gedaen ǁ in den Duitschen Huijzen ǁ binnen Utrecht op dato als ǁ boven. in kennis van mij ǁ als leengriffier ǁ H.S.C van Nes ǁ Solvit f. 19-1-1 ǁ