Brussel

Pieter Ernst Grave van Mansfelt Ridder vanden orden ǁ Stadthouder Gouverneur ende Capiteyn Generael ǁ Alzoe die van Ransdonck ende Waspyck hun onlancx beclaeght hebben dat over eenigen tijdt zij belast zijn geweest te leveren met die van Cappelle Sprange  ǁ ende sGravenmoer opt fort van Orten bij sHertogenbossche vier wagenen torffven die welcke elcx daeghs wel costen souden vierentwintich guldens mette vrachte ende ǁ dat zij daerenboven noch gepraempt worden tot betaelinge zoe wel vanden achterstellen als loopende contributien sonder eenige moderatie, versueckende daeromme ende ǁ dat zij t al verloren hebben tselve verboden te worden ende voirs. van voirdere contributie ongehouden te worden voer ettelijcken tijt ten eijnde zij hen verhaelen mogen, ǁ Sijne Excellencie tgene des voirs. is geconsidereert heeft bij advise van die van der financien ons heeren des Conincx geordineert ende ordineert mitz desen dat die van ǁ Ransdonck ende Waspyck voirs. betaelende tgene des sij schuldich zouden mogen wesen ter causen van hen contributie totten daeghe van tbeleggen van Sinte Geertruijdenberghe ǁ toe zij vrij ende ontslaeghen zullen blijven van al tgene dat zij van daeraff zouden moghen schuldich worden zijn vanden voirs. contributien tzedert tvoers. belech totten ǁ iersten octobris naestcomende midtz van daeraff betaelende van maende te maende hen oude contributie soe langhe ende totter tijet toe daerop anderen sal ǁ worden geordonneert, ordinerende elcken yegelijcken dien dat behoirt hen dien volgende te reguleren ende de voirs. supplianten nyet voirdere te praemen quellen ǁ oft molesteren sonder expresse laste sijnder voers. excellencie geexpedieert achtervolgende d'intentie van zijnder Majesteit soot behoirt. Gedaen tot Bruessele den XXV^en ǁ septembrien XV^C drijentnegentich. ǁ Mansfelt ǁ Charles D Arenberg ǁ de Drencwairt ǁ d'Overloepe ǁ sur les contributions de Ramsdonck et Waspyck ǁ