Tilburg, Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2649, Charterverzameling Geertruidenberg en Raamsdonk, inv. nr. 116.
9 april 1700
Akte van overdracht door Lucas, Dirk, Francijn en Adriaan Priest, en Dirk Priest, als voogd, en Louwerens Pot, als toeziend voogd van Johanna Priest, kinderen en erfgenamen Louwies Priest, aan Roeloff en Maria van Sull, beiden te Geertruidenberg, van een huis, vanouds genaamd de Vergulde Vijsel, hof en erf, gelegen aan de zuidzijde van de Brandestraat te Geertruidenberg, voor 300 gulden.
Wij meester Francois Vallaxea, en Johan ǁ van den Berg, Scheepenen der stad GeertruijdenBerg, oirconde en kenne ǁ dat voor ons gecomen en gecompareerd is, Lucas Priest, Derk Priest, ǁ francijn Priest, Adriaan Priest, mitsgaders de voornoemde Derk ǁ Priest, in qualiteijd als voogd ende Louwerens Pot als toeziendǁ voogd over Johanna Priest, alle kinderen en Erfgenamen van ǁ Louwies Priest, geeven over met vrijer gifte aan de Heer ǁ Jan Willem van Sull, en sulx ten behoeve van Roeloff ǁ en Maria van Sull, beijde woonende binnen deese Stad, een ǁ huijs hoff en erve van outs genaamt de vergulde Vijsel, staande ende geleegen aan de ǁ suijt seijde van de brandestraat binnen deese stad tussend de huijsinge van de Erffgeǁnamen van Jeremias van Grondelle aan de eene seijde oostwaarts en de ǁ huijsinge van deselve Erfgenamen aan de andere seijde westwaarts, de straat van ǁ vooren noordwaarts, ende agter sluijtende op Stads Walle Suijtwaarts ǁ voorts met sodanige Vrijdommen, Actien en Servituuten so active als pasǁsive, als t voornoemd huijs, hoff en Erve eenigsints hebbende ende subject ǁ is, volgens de oude brieven daar van zijnde ende bekende hij comparante ǁ van de coop en overgifte deeser voldaan en betaald te sijn met eene somme ǁ van drie hondert gulden, met nog twee en twintig gulden tien stuijvers van ǁ rantsoen geld, tot een en een halve stuijver per gulden dus samen drie ǁ hondert twee en twintig gulden, tien stuijvers contant geld, belovende over ǁ sulx 't voornoemd verkogte te vrijen en waren, jaar en dag naar deeser ǁ vierschare regt, is vrij en niet anders belast, als met een rente van vijf ǁ stuijvers s'jaars ten behoeve van Sijn Hoogheijd, en verders S'Heere Cijns ǁ sonder meer. Des T'oirconde soo hebben wij Scheepenen voornoemd deese met ǁ onse gewonelijke segelen besegelt den negenden meert 1700 sesendartig ǁ Inkennisse van mij ǁ C van Opstal ǁ
In dorso:
Vestbrief ǁ Voor ǁ Roelof en Maria ǁ van Sull ǁ 1736 ǁ Huijs ǁ Brandestraat thans ǁ bewoond bij d'Heer Siegler ǁ