Geertruidenberg

Compareerde voor de ondergenoemde scheepenen der stad Geertruydenberg. ǁ de heer Michiel Smits woonende binnen deese stad in qualiteit als ǁ last en procuratie hebbende van de kinderen en erfgenaamen van ǁ wylen de Heer Michiel Smits senior volgens de procuratie gepasseert ǁ voor scheepenen alhier in dato den 26 augustus 1802, dewelke verǁklaarde verkogt te hebben en als nu met vryer gifte over te geeven ǁ aan en ten behoeven van Jan van der Wees ter deeser steede ǁ woonachtig die ook compareerde in koop verklaarde te accepteeren ǁ een huys staande en geleegen binnen deese stad aan de noordzyde ǁ van de Brandestraat, of by de kerk belent ten oosten Ary de Bruyn ten ǁ westen de Heer Verkouteren ten zuyden de straat ten noorden t kerkhof ǁ en dat met sodanige vrydommen actien en servituiten zoo active als ǁ passive als t zelve hebbende en subject is volgens de oude brieven en ǁ beschyde daar van zijnde, bekennende den verkooper voor koop en ǁ overgifte deeses voldaan en betaald te zyn met eene zomma van honderd ǁ en zestig guldens vyf stuyvers, de rantsoenen a 1 1/2 stuyver van ǁ de gulden daar onder gereekend, geloovende overzulks voornoemde verkogte ǁ te zullen vryen en waaren jaar en dag na deeser steede vierschaar ǁ zegt, is belast met een cyns van thien stuyvers sjaars aan de stad ǁ voorts vry preeter 's Heeren cyns. ǁ Actum ter secretarye van Geertruydenberg. preesent de scheepenen ǁ Willebrord van Son en Pieter Lammers den 18 augustus 1802 ǁ In kennisse van my ǁ [***] ǁ

In margine:

Verkouten ǁ Solvit ǁ XL penning ǁ X^de verhooging. ǁ

In dorso:

Vestbrief ǁ van een huys staande ǁ aan de noordyde van ǁ de Brandestraat ǁ voor ǁ Jan van der Wees ǁ In dato 18 augustus ǁ 1802 ǁ