Dordrecht

Wij D. Hendrik van Convent Arnoldusz. ende Gerard De Bevere ǁ Nicolaasz. Scheepenen van 't watergeregt der stad Dordrecht ǁ oirconde ende kennen dat voor ons gekomen ende gecompareert is ǁ Heijme van Outheusden Beurtschipper van dese stad op Gouda, ǁ denwelke bekende wel deugdelijk schuldig te sijn aen en ten behoeve ǁ van Arnoldus van Outheusden Meester Backer borger deser Stad, een ǁ somma van ses hondert en vijfftig guldens van XX stuijvers het stuk ǁ spruijtende ter sake van deugdelijke geleende ende aangetelden ǁ gelde bij den comparant ten sijne genoege genooten en ontfangen renunǁtieerende mitsdien de exceptie van niet ontvangen gelde, belovende den comparant de voornoemde ses ǁ hondert en vijfftig guldens aan den voornoemde Arnoldus van Outheusden ofte sijn regt verkrijgende ǁ weder te sulle restitueeren ende voldoen met paaijen of termijnen van een hondert vijff en ǁ twintig gulden jaarlijks, waervan den eersten paaij omgekomen ende verscheenen sal sijn den ǁ 16 julij des jaars 1760, en daar van jaarlijks te sullen betalen intrest te reekenen tegens drie gulden ǁ tien stuijvers per cents in't jaar, ingaande den selven intrest met huijden dato deses en sullende gedurende ǁ tot de volle en effectueele betalinge van het voornoemde geheele Capitaal toe, blijvende niettemin den voornoemde Arnoldus ǁ van Outheusden, ofte sijn regt verkrijgende, in hun geheel omme (niet tegenstaende de voornoemde stipulatie ǁ van paaijen) wanneer hij mogte komen goed te vinden het voornoemde capitaal ofte het gene daer op nog mogten ǁ resteeren is't allen tijden geheelijk te mogen op eijsschen mits drie maanden te voren behoorlijke opsegging ǁ daer van te doen, daer voren verclaerde den comparant specialijk te verbinden sijn damschuijt met alle sijnen ǁ toebehooren so deselve reijlt en zeijlt, en de voorts generalijk sijn comparants persoon ende goederen present en ǁ toecomende deselve stellende ten bedwange van allen Heeren Hoven Regten ende Regteren overgevende ook ǁ den comparant so hij in gebreeke mogte blijven de voornoemde paaijen en elk van dien, off ook in cas van opeijsschinge ǁ van 't selve capitaal in voegen als bove gemelt, op sijn tijt te voldoen het den houder deses sal vrijstaan het ǁ voorgemelde vaartuijg op alle plaatse te mogen aanslaan ende verkoopen tot verhaal van het voornoemde capitaal off ǁ restant van dien cum interessen met de kosten daaromme te doen In oirconde dezen brieff gegeeven ǁ den 16^e november seventhien hondert agt en vijfftig ǁ Solvit 40 penning 16: 5:0 ǁ 10 verhooging 01:12:8 ǁ 17:17:8 ǁ E Bosveld ǁ 1758 ǁ

In margine:

Karneboom ǁ

In dorso:

Dezen hijpotheek is ten vollen ǁ voldaan op den 9 October 1775 ǁ Arnoldus van Outheusden ǁ Aan Arnoldus van Outheusden ǁ