Rotterdam

De raad ter admiraliteit op de Maze ǁ residerende te Rotterdam, heeft op de goede rapporten aan ǁ deselve gedaan wegens de bekwaamheid, vroomheit, ende ǁ getrouwheid, mitsgaders goede experientie in de zaken van den ǁ oorlog ter zee van de persoon van Witte van Dam denselven ǁ Witte van Dam aangesteld, sulks hy aangesteld werd mits ǁ desen tot ordinaris lieutenant deses collegie, omme geëmployeerd ǁ te werden op sodanigen schip van oorloge, als waar op de voornoemde ǁ Witte van Dam van tyd tot tyd sal werden geplaatst, mits ǁ doende den eed daar toe staande: Lastende en ordonnerende een ǁ iegelyk die deesen zoude mogen aangaan, ende onder onse gehoorǁsaamheid is staande den voornoemden Witte van Dam voor ǁ onzen aangestelden ordinaris lieutenant te houden ende te erkennen. ǁ gedaan in den rade 11 februarij 1777 ǁ L.v.Berg ǁ Ter ordonnantie van dezelve, ǁ Jan der Heem ǁ De persoon van Witte van Dam in deze ǁ commissie vermeld heeft op huiden deze ǁ behoorlijke eed tot de voorschreven bediening ǁ staande en die van suivering in hande[***] ǁ heerten vergaedering presideerende afgelegt ǁ actum Rotterdam den 18^e november 1777 ǁ VanderHeem ǁ

In margine:

[.]Beets ǁ register 301 ǁ