Tilburg, Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2245, Charterverzameling Baarle-Nassau, inv. nr. 7.
5 november 1709
Uitspraak van de Raad van Brabant in Den Haag op het verzoekschrift van Maria Jan Lenaerts wonende in Castelre onder Baarle-Nassau om de nalatenschap van haar echtgenoot Lenaert Ambrosius te weigeren.
D' Eerste Presiderende, ende andere Raden van Brabant, Onse lieve, ende Beminde, die van den gereghte van Baerle Nassau, saluijt, wij ǁ hebben ontfangen de supplicatie van Maria Jan Lenarts, woonende tot Castelre onder Baerle Nassau XX, innehoudende, dat sij suppliante met hare overledene man ǁ Lenart Ambrosius voor den notaris J. van Ostaijen, ende sekere getuijgen binnen Hoogstraten, op den 22 september 1705. heeft gemaect hare testamentaire dispositie, waer bij sij testateuren ǁ den eerst stervenden, aenden langhstlevende hebben gemaeckt, ende gelaten, alle hare goederen, soo haeffelijcke als erffelijcke, geene uijtgesondert, met dese restrictie, ende conditie nogtans ǁ dat den voorsoon vanden testateur, met namen Ambrosius Lenarts, uijt de voornoemde goederen naer doode van hen beijde testateuren, sal profiteren, ende genieten, de somma van ǁ 400 guldens eens, het is nu sulcx, dat den gemelte Leonart Ambrosius eerst is comen t'overlijden, ende sij suppliante ter goeder trouwe inden boedel is blijven sitten, waer op het ǁ buijten verwagten is gebeurt, dat sij suppliante naer doode van hare gemelte man dagelijc voor sijne schulden wort gemaent, ende met middelen van regt geincommodeert ǁ soo verre dat sij de goederen van haere sijde gecomen, (die weijnig sijn, ende den man niet wes heeft gehadt dan schulden) voor haere mans schulden in sijn leven, selfs ǁ boven de valeur ende waerde derselven, heeft belast, ende beswaart, jae sij suppliante nog wort gemaent voor de verteerde montcosten van gemelte voorsoone, ende dit alles niettegenstaende ǁ is egter sulcx, dat Cornelis Sprenckels als voogd van het gemelte weeskint, van Leonart Ambrosius bij requeste voor U lieden is eijsschende, dat de suppliante de voors. 400 guldens onder ǁ hem sal hebben te consigneren ofte daervoor te stellen suffisante borge, welcke sustenue van gemelte voogt seer onregtmatig is, sijnde ter oorsake dat de suppliante geen ǁ geen goederen, maer schulden vande voornoemde haren man heeft geerft, ende betaelt, soo verre dat sij suppliante daer doir, tot de uijtterste decadentie is vervallen, ende gemelte voorǁsoon van sijne vrinden veele goederen te verwachten heeft die hem alnu inde Theologie laten studeren, dog dewijle de supplianten ingevolge van het voors. testament ǁ in den boedel is blijven sitten, en gesegt soude connen werden actens hereditair gepleeght te hebben, dewelcke de suppliante vreest, dat aen haer mogte obsteren ten ware ǁ sij daervan gereleveert, ende in integrim gerestitueert ware, mits welcken soo keerde de suppliante haer aen ons inden gemelten Rade Rad (soo sij seijde) ǁ versoeckende onse provisie van relieff addresserende aen u lieden in desen dienende, waeromme soo ist, dat wij desen aengesien u ontbieden, ende bevelen, ǁ daertoe committerende bij desen,) dat gij de suppliante admitteert ende ontfanght, ende dewelcke wij verstaen bij u lieden geadmitteert, ende ontfangen te moeten ǁ werden, omme te doen sodanigen versoeck als sij te rade werden sal, ten eijnde sij werde gereleveert (. voor soo wel desnoot sij, van het adieren, ende ǁ aenvaerden vande gemelte boedel, met alle den gevolge, ende aencleven van dien, ende gestelt in sodanigen staat, als sij was voor date van de voors. ǁ additie, daerjegens bij partijen, ofte desselffs procureur t'antwoorden ende in der sake ende materie van relieff voort te procederen als naer behooren, ǁ u lieden voorts ontbiedende (daertoe committerende bij desen, dat gijlieden) partijen gehoort, goet, cort, onvertogen, reght doet, ende expeditie van justitie, ende ǁ indien u lieden de sake tot relievement op't gene voors. is bevint gedisponeert, indien gevalle hebben wij de suppliante van 't gene voors. is, gereleveert, ende ǁ releveren haer uijt sonderlinge gratie bij desen, Gegeven in s' Gravenhage onder den zegel van den gemelte Rade hier aen doen hangen den vijffden ǁ november XVIIC ende negen ǁ Bij d'voors. Eerste Presiderende ende andere Raden ǁ B. vander Haer ǁ 1709 ǁ
In margine:
Pro Deo ǁ relieff met ǁ committimus ǁ P.Roscani ǁ procureur ǁ