Tilburg, Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 2152, Charterverzameling Alphen-Chaam, inv. nr. 8
7 december 1775
Akte van Raad en Leenhof van Brabant en de Landen van Overmaze, waarin zij verklaren een verzoekschrift te hebben ontvangen van Jan Baptist Hendrix, als echtgenoot van Maria Ansems, met daarin het testament van de ouders van Maria Ansems, genaamd Wilbort Ansems en Maria Heijkant, dat voor schepenen van Alphen is opgesteld op 27 augustus 1764.
Pro Deo
D' Eerste Praesideerende ende an ǁ dere Raden van den Rade ende Leenhove van ǁ Braband ende Landen van Overmaze, onze ǁ Lieve ende Beminde de Schepenen van Alphen Baronnie ǁ van Breda, salut ǁ wij hebben ontfangen de supplicatie van Jan ǁ Baptist Hendrix, als in huwelijk Maria An ǁ sems, wonende tot Poppel, welke Maria An ǁ sems is een dogter en meede Erffgename van ǁ wijlen Wilbort Ansems en Maria Heijkants, ǁ egte lieden, gewoont hebbende tot Alphen, ǁ Baronie van Breda. Innehoudende, dat de ǁ gemelde Wilbort Ansems en Maria Heijkants ǁ voor scheepenen van het voorsz. dorp op den 27e ǁ Augustus 1764 hebben gepasseert eene mu ǁ tueele testamentaire dispositie, en daer ǁ bij nae revocatie van alle voorgaende actens ǁ van uijtterste wille, den Eerststervende aan ǁ den langstlevende van hun beijde, gemaekt ǁ den eijgendom van hunne na te latene haeff ǁ en meubilaire goederen, geld, goud, zilver, ǁ gemunt en ongemunt, actien, inschulden ǁ en crediten, geene ter wereld uijtgezondert, ǁ nog te gereserveert, waar en tot wat plaatze ǁ de zelve zouden mogen zijn.
Dat wijders de gemelde egtelieden bij het ǁ voorsz. testament over en weder aen malkan ǁ deren hebben gelaeten en gemaekt het vrugt ǁ gebruijk, off de togte van des eerststervendens ǁ na te latene erffgoederen, zijn off haer leven ǁ lang geduurende, sodanig, dat de langst ǁ leevende zoude verpligt en gehouden zijn, ǁ na doode van de eerststervende, aan ieder ǁ van hunne bij malkander verwekte kinde ǁ ren voor haer vaderlijk, off moederlijk goet ǁ off legitime portie uijttereijken eene somme ǁ van vijff en twintig gulden.
Dat de gemelde testateuren bij het voorsz. tes ǁ tament wel hebben gewilt en begeert, dat ǁ haer zoon, Peter Ansems, na doode van de ǁ langstlevende van hun beijden, uijt haere nae ǁ latenschap vooruijt zoude genieten tot ver ǁ gelding van zijne betoonde diensten, een ǁ som van een honderd en vijfftigh guldens, ǁ dan dat zij egter verders tot hunne erffgenamen ǁ in hunne naer te laetene goederen, zoo roerende ǁ als onroerende actien, inschulden en crediten, ǁ na doode van de langstleevende van hun ǁ beijde, hebben geinstitueert hunne bij ǁ malkanderen verwekte kinderen, ofte bij derzelver ǁ uijt sonderlinge gratie bij dezen, gegeven in ǁ 's Gravenhage onder den zegel van den gemelde ǁ Rade en Leenhove hier aan doen hangen, dezen ǁ zevenden December duijzend zeven hondert ǁ vijff en zeventigh.
Bij d' voorsz. Eerste Praesideerende ende ǁ andere Raden.
Pieter van Spaan
Linkermarge:
Mandement ǁ van Relieff met ǁ Committimus
Gijsbert Mijne ǁ Procureur