Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1433, Charterverzameling Oisterwijk (en Moergestel), inv.nr. 197
20 december 1555
Akte, waarbij Philips, hertog van Brabant enz. de in het verleden gegeven privileges aan de ingezetenen van de vrijheid van Oisterwijk bekrachtigd.
Philips bij der gracien Goids coninck van Ingelant van Vranckrijck van Napels van Jheruzalem etc. prince van Spaenguen eertshertoge van Oistenrijck hertoge van Bourgondien van Lothrick ǁ van Brabant van Limborch van Luxemborch van Geldre ende van Melaenen grave van Habsbourgh van Vlaenderen van Artois van Bourgoinguen, palsgrave ende van Henegouwe van Hollant van Zeelant van Namen ende van Zuijtphen, prince van Zwave marcgrave des Heijlichs Rijcx, heere van Vrieslant van Salms ǁ van Mechelen vander stadt steden ende landen van Uuijtrecht Overijssel ende Groeningen, Allen denghenen die desen onsen brief sullen zien oft hoiren lesen saluijt, Doen te wetene dat wij ontfangen hebben de supplicatie vanden scepenen geswoeren ende gemeijnen innegesetenen onser vrijheijt van Oisterwijck ǁ inhoudende hoe dat voer tijden bij onsen voervaeders Hertogen van Brabant des voirs. onser vrijheijt zijn gegundt ende verleent geweest verscheijden previlegien bijde nacommelingendes selver ende lestmael bij onsen Heere ende Vadre den Keijseren geapprobeert ende geratificeert als blijckt bij sijnder Majesteijts oepenen besegelde brieven ǁ daer van zijnde met insertie vanden selven previlegien, ende zoe dieselve brieven van confirmatien oijck hier nae volgen van woorde te woorde Kaerle bijder gracien Goids roomsch keijser altijt vermeerder tsrijcx coninck van Germanien van Castillien van Leon van Arragon van Navarre van Napels van Sicillien van ǁ Majorque van Sardaijne vanden Eijlanden van Indien vander vaster erden vander zee Oiceane, ertshertoge van Oistrick Hertoge van Bourgoinguen van Lothrick van Brabant van Limborch van Luxenborch van Gelre, grave van Vlaenderen van Arthois van Bourgouiguen, palsgrave ende van Henegouwe van Hollandt van ǁ Zeelandt van Phut van Servette van Haguenauw van Namen, prince van Zwave, marcgrave des Heijlichs Rijcx, heere van Vrieslant van Salins van Mechelen vande stadt steden ende lande vanUtrecht van Overijssel van Groeningen, Ende dommateur in Asien ende Affricquen, Allen denghenen die dese onse brieve sullen sien ǁ oft hoiren lesen saluijt, Doen te wetene dat wij ontfangen hebben de supplicatie vanden scepenen gesworen ende gemeijnen ingesetenen onser vrijheijt van Oisterwijck inhoudende hoe dat zij supplianten bij wijlen hooger memorien onsen voirsaten hertogen ende hertoginnen van Brabant dien God benade gedoteert ende versien zijn geweest ǁ van vele schoone privilegien daeraf de substantie in effecte hier nae volght Inden iersten dat wijlen hertoge Henrick hertoge van Lothrick ende van Brabant saliger gedachten inden jaere xiic ende xxx den selven supplianten verleent heeft alle alsulcke vrijdicheijden als hij dijen vanden Bossche verleent hadde, Behalven dat ǁ zij nijet en zouden exempt zijn vanden tollen int aff ende opvaren vanden watere genoempt den Rijn dwelck wijlen vrouwe Johanna namaels int jaer xiiiie ende twee geconfirmeert ende geratificeert heeft, dat wijlen hertoge Jan hertoge van Lothrick ende van Brabant denselven supplianten int jaer XIIIc LIIII gegeven ǁ ende geoctroijeert heeft een wekemerct altijt bij bijnnen hueren vrijheijt te houden opten goensdach ende twee jaermercten elck acht dagen duerende innegaende opten iersten dach van Meije ende opten avont der heijliger apostelen Simonis et Jude met alsulcke vrijheijden ende rechten als die vanden Bossche huere jairmercten ǁ ende wekemercten houdende zijn Ende voirts dat die voirs. supplianten behouden ende gebruijcken souden vrijelijck alsulcke privilegien rechten ende vrijheijden als zij voermaels van zijnen ouderen vercregen hadden Welcke privilegie ende octroij namaels inden jaere XIIIIc XXXIIII bij wijlen hertogen Philips hertoghe van ǁ Bourgoindien van Lothrick ende van Brabant oijck geconfirmeert ende geapprobeert is dat oijck wijlen Wencelijn van Boheme hertoge van Lothrick ende van Brabant inden jaere ons heeren XIIIc LXV geconfirmeert heeft alle carten privilegien ende vrijheijden die de voirs. supplianten van zijnen ouderen vercregen hadden, gelijck ǁ tselve al nairden blijckt bijden voirs. brieven van privilegien ende confirmatien daeraf de teneur van woirde te woirde hier nae volght ende is dese, Johanna dei gratia ducissa Lutzemburgensis Lotharingie Brabantie et Limburgie Sacrique Imperii marchio universis et singulis presentes litteras inspecturi salutem et ǁ omne bonum. Ad notitiam vestram deducimus per presentes quod litteras inclite memorie domini Henrici dei gratia ducis Lotharingie illustris progenitoris nostri eius sigillo impendenti sigillatas nobis pro parte h[***] seu universitatis ville nostre de Oisterwijc supplicantium nobis humiliter ut illas approbare et confirmare ǁ dignaremur exhibitas vidimus quarum tenor sequitur in hec verba Henricus dei gratia dux Lotharingie omnibus presentem paginam inspecturis in Domino universitati vestre notum facimus quod [nos illis] apud Hosterwijch manentibus libertatem donavimus et eandem libertatem iuramento meo et ministerialium ǁ nobilium meorum iuramentis affirmavi perpetualiter eis abservandum et electionem scilicet illis in Oisterwich dedimus quale ius libertatis sibi observare vellent. Accepto consilio eligerunt ius libertatis burgensium de burco sibi dare. Quapropter significamus omnibus fidelibus christianis qoud nos eandem ǁ libertatem et ius libertatis quam contulimus illis in busco scilicet illis in Hosterwich perpetualiter donavimus excepta aqua que nuncupatur Rhenum naves ascendendo et descendendo sine tollo non dedimus. Qua labilis est memoria hominum huius rei affirmationis testes sunt Wolterus Os Iustatius ǁ de Fine Henricus Puyr Gerardus Fumdelech Jacobus de Gurwich Gerardus de Dorne Gerardus Walsche Henricus de Dale Nicolaus de Dale Gerardus de Holt. Si quis hanc libertatem quam perpetualiter contulimus scilicet illis in Oisterwich infringere vel infestarevoluerit sciat offensionem et ǁ inimicitiam meam et nati mei de legitimo thoro perpetualiterincurisse et ut hoc ratum en inconvulsum scilicet illis in oisterwich maneat super hoc litteras nostras dedimus sigillo nostro roboratas hec acta sunt anno Domini millesimo ducentesimo tricesimo in busco Katherine et hoc eisintersignum quando hec ǁ carta scribebatur quod ex alba scutella in pomerio domini Acrini de Hesseben vinum bibebant. Nos igitur attendentes quod iusta petentibus non est denegandus assensus decretorum subditorum meorum in hac parte supplicationibus inclinati prefatas litteras per clericos meos examinari fecimus diligentur et qoud ǁ post examinationem huiusmodi reperte fuerunt suspitione carere quague nis (?) fila quibus sigillum eis appendebat a parte sinistra confracta existerent litteras ipsas ac omnia contenta in eisdem approbando et ratificando in quantum in nobis est confirmannis et presentis scripti patroncinio communimus in quorum omnium ǁ testimonium presentes litteras fieri fecimus et sigilli nostri appensione muniri datum Bruxelle anno Domini millesimo quadragesimo secundo et die quinta aprilis secundum usum seu filium curie Cameracensis sic subscriptum per dominam ducissam personaliter est signatum Braen. Philips bijder gracien ǁ Goids hertoge van Bourgoindien van Lothrick van Brabant ende van Limborch grave van Vlaenderen van Arthois van Bourgoindien palatin van Henegouwe van Holland van Zeelandt ende van Namen marcgrave des Heijlichs Rijcx heere van Vrieslandt van Salms ende van Mechelen allen den ghenen ǁ die desen onsen jegenwoirdigen brief zelen sien oft hoiren lesen nu zijnde ende namaels wesende saluijt, want die scepenen ende goede lude gemeijnen onser vrijheijt van Oisterwijck ons hebben doen thoonen hoe onse lieve ontvoerder wijlen hertoge hertoge Jan Lothrick van Brabant ende van Limborch ǁ ende marcgrave des Heijlichs Rijcx saliger gedachten hen met zijnen openen brieven zekere vruheijden van jaermercten wekemercten ende andere heeft verleent eeuwelijck ende emmerneer te hebben ende te gebruijcken Welcke brieven bij cleijnen toesien nijet alzoe wel verwaerten zijn geweest hoewel men de ǁ brieven alle wel leest ende die zegelen daeraf gans ende geheel noch zijn zij en waeren geschapen bijnnen cortten tijden te nijeuwte te gaene beijde in gescrifte in zegele ende oick inde carte dwelck hen ende hueren naecomelingen tot verderffelijker schaden comen mochte ten waeren dat wij bij onser gracien ǁ ende genaden hen in tijts daerop versagen, ons oitmoedelijck des biedelaeren ende zunderlinge dat wij hen de voirs. brieve willen confirmeren ende stedigen vanden welcken die teneur van woirde te woirde hier nae volght ende is alsus Jan bijder gracien ons heeren hertoge van Lothrick van ǁ Brabant van Limborch ende marcgrave des Heijlichs Rijcx doen cond ende kennelijck allen luden dat wij om den meenigen getrouwen dienst dien onse goede lude van Oisterwijck dickwijls gedaen hebben ende noch oft God wilt doen suelen, Ende om onse vruheijt van Oisterwijck te beeteren hen ǁ gegeven hebben ende geven mits desen brieve een wekemerct altoos bijnnen Oisterwijck te houden opten Woensdach ende twee jaermercten elcke acht dagen duerende daer die ierste af zal innegaen opten sesten dach vander maent van meije, ende die andere opten avont des heijliger apostelen ǁ sente Sijmon ende sente Juden die te hebben ende te houden eeuwelijck met alsulcke vrijheijden ende rechten als onse goede luden vanden Bossche hueren jaermercten ende wekemercten houdende zijn Alzoe dat alle comanne in desen mercten goet coopen ende vercoopen moegen vrijelijck op alsulcke ǁ assijsen als men daer tot hiertoe van allen goeden gegouden heeft ende schuldich heeft geweest te geldenen zonder anderen commer, Voert soe geven wij ende consentenen onsen goeden luden van Oisterwijck voirs. dat zij voirtaenen alle wege houden ende gebruijcken moegen vrijelijck alsulcke privilegien rechts ǁ wesen zelen ende bevelen hen dat zij onsen goede lude van Oisterwijck houden in allen rechten, ende vrijheijden voirs. alzoe dat zij dierre vrijelijck gebruicken moegen ende daeraf van nijemanden veronrechten worden, oick bevelen wij onsen voirs. schoutetten ende gebieden hen dat zij den stroom vander ǁ Rijmeren geheeten die Diese tusschen die Bossche ende Oijsterwijck doen ruijmen ende open houden overal ende alzoe datmen gerievelicken met scepenen vanden Bossche tot Oisterwijck ende van daer weder ten Bossche totten mercten voirs. varen mach gelijck men daer voermaels te varen plach, Behoudelick ons altoes ǁ onser heerlicheijt ende rechts ende eenen ijegelicken dessijns in oircondschapen van welcken dingen wij onsen zegel aen desen brief hebben doen hangen Gegeven tot Bruessel opten veerthiensten dach in meerte int jaer ons heeren duijsent drijehondert vijftich ende viere Nae die costume des bisdoms ǁ van Camerijck, Soe doen wij te weten dat wij die de voirs. brieve bij onsen lieven ende getrouwen cancellier meesteren Janne Bont docktere in beijden rechten archidiaecken van Famenne inde kercken van Luijdick ende canonick ende tresorier van Camerijcke ende sommige andere van onsen rade ǁ van Brabant sustelick hebben doen oversien ende visiteren die deselve bevonden hebben inder maten boven gescreven ende ommer alsulcke datmen den selven nochtertijt billicx gestaen zal ende die van weerden houden nijet wederstaende des mitten quaeden toesien voirs. inne ende toe tot opten dach ǁ datum des briefs gevallen mach wesen om die gaede gonste die wij hebben ende dragen tot onsen voirs. goeden luijden van Oisterwijck die anders met alsulcker versuemenisse qualick toecomen sonder ende oijck mits eenre zekerder sommen van ghelde die zij ons comme gegeven ende in handen ons ǁ geminden Peeters vander Eijcken gecommitteerde tonsen ontfange generael van Brabant betaelt hebben tot hoere beeden geneijght hebben den selven onsen goeden luden ende hueren naecomelingen geconfirmeert geratificeert ende geapprobeert ende voir ons onsen erven ende naecomelingen hertoghen ende ǁ hertoginnen van Brabant confirmeren ratificeren ende approberen met desen brieve die voirs. brieven wijlen hertoge Jans ende alle punten daer inne begrepen gelijck die van woirde te woirde hier boven staen geincorporeert verleenende hen oft noot is van uws die te hebben te houden ende te gebruijcken ǁ eeuwelick ende emmermeer naer inhoudt der brieve voerscreven Ontbieden daerom ende bevelen onsen drossaet rentmeester generael oft gecommitteerden tonsen ontfange generael van Brabant onsen schoutetten ende rentmeesteren vanden Bosch ende van Oisterwijck ende allen onsen ǁ ambachteren richteren ende dieneren ende heeren stedehouderen nu ende namaels wesende ende allen dien dat aengaen mach dat zij onsen voirs. goeden luden van Oisterwijck ende hueren naecomelingen onsen voirs. gracien confirmatien ende verleeningen ende allen den punten hier boven gescreven rastelick ǁ ende vredelick doen ende laeten gebruijcken zonder hen daer tegen ennigen hinder commer of letssel te doene of te laeten geschieden in eeniger manieren op alzoe lief als hen zij onse hulde te behouden want wij talzoe gedaen willen hebben in oirconden des briefs daer aen wij voer ons onse erven ende ǁ naecomelingen voirscreven onsen zegele hebben doen hangen Gegeven in onser stadt van Rijssele xxiiij dage in julio int jaer ons heeren duijsent vier hondert vier ende dertich, opte plijcke staet gescreven aldus gij mijnen heere den hertoge daer bij waeren van zijnen raide Ghij Raes heeren van Heverle ǁ Willem borchgrave van Montenaken heer Claes van Sinte Goericx heer Jan de hertoge ridderen ende Henrick maguus ondergeteekent A de Dijnter, Wencelaus van Boeme bijden gracien Goids hertoge ende Johanne bijder selver gracien hertoginne van Luxemborch van Lothrick van Brabant van Limborch ende ǁ marcgrave des Heijlichs Rijcx doen kundt allen luden dat wij overmits den goeden ende menichfuldigen diensten die ons ende onsen voirderen onse goede lude van onse vrijheijt van Oisterwijck dicwijls gedaen hebben ende ons ende onsen naecomelingen noch doen selen ende doen moegen hebben hen geconfirmeert ǁ ende confirmeeren alle karten privilegien ende vruheijden die zij hebben van onsen voirderen goeder gedenckenissen hertogen in Brabant, Ende willen dat zij die houden ende dierre gebruijcken vrielick alzoe alst tot noch gedaen hebben ende heerbracht allen argelist vuijtgescheijden, voert zoe hebben wij ǁ gegeven onsen goeden luden van onser voirs. vruheijt ende hueren naecomelingen voer ons ende onse naecomelingen dat zij ons noch onsen naecomelingen noch nijemen anders van onsen wegen negeen bede noch schattinge gheven en selen dan alse onse ander finale vrijheijden gemeijnlijck van Brabant ǁ bede ons gheven ocht schattinge ocht onsen naecomelingen, Ontbieden daeromme ende bevelen onsen schoutet vanden Bosch die nu is oft hier naemaels zal zijn ende allen anderen onsen rechteren dat zij onsen voers. luden van Oisterwijck houden paiselijck ende
rastelijck inde voirs. vrijheijden ǁ kaerten ende privilegien naeden teneur des briefs ende der andere brieven die zij daeraf hebben van onsen voirderen ende daer tegen nijet en doen in eeniger manieren in vesticheijden, welcken ding wij onse zegelen gehangen hebben aen desen brief, Gegeven tot Bruxelle neghen dagen ǁ in decembri int jaer ons heeren duijsent drije hondert tzestich ende vijve, Ende hoewel zij supplianten ende hueren voirsaten altijt zindert geweest hebben ende noch sijn lude goede ende peijselicke possessie ende gebruijcke vanden voirs. privilegien, Nochtans mits dat die bij ons niet geapprobeert ǁ noch geconfirmeert en zijn soe beduchten deser supplianten dat men hen int gebruijck van hueren voirs. privilegien ennich hinder oft belet zoude willen doen, Ende gemerct de voirs. supplianten duerende der lester oirloge tegen den hertoge van Cleve ende besundere mits de twee tochten ende passaigen geen ǁ bij den voirs. Cleefschen duer is voirs. ende andere vruheijden ende dorpen vander meijerien vanden Bossche zij supplianten groote ende verderffelicke schade gehadt hebben ende geleden hebbende tot twee duverse reijsen gebrantschat ende daer voere moeten betalen ontrent negen duijsent carolusgulden ende ǁ noch daerenboven bij spoliatie vuijtteeringe vanden welcke van oirlogen ende anderssins schade gehadt meer dan van vijthien duijsent carolusgulden, Soe dat mits dien ende oick mits de siecten vander pesten die aldaer zindert XXV jaeren herwaerts te duerse stonden geregneert hebben ende den branden aldaer ǁ bij ongevalle toecomen zijnde die neeringe aldaer zeer gefailleert ende te nijete gegaen is soe dat vele ingesetenen vander selver vrijheijt hebben aen de voirs. soberder neeringen wille de voergenoemde vrijheijt gehabandonneert ende daegelijcx zoe neer geschapen zijn te doene Ten waeren dat wij den
voirs. ǁ supplianten hueren voergen. carten privilegien ende octroijen confirmeerden approbeerden ende onse consent daertoe droegen ende zoe verre des noot zij hen die van nijeuws verleenden ende octroijeerden daerom de voirs. supplianten ons oitmoedelijck hebben gebeden, Soe iest dat van desen aengesien ǁ ende besundere naedien wij de voers. carten ende privilegien hebben doen oversien ende visiteren geneijght wesende ter beden der voirs. supplianten hebben bij advijse ende
deliberatie van onse lieve ende getrouwe de cancellier ende luden van onsen rade ende rekenningen in Brabant de voirs. heure carten ende privilegien alzoe die hier ǁ voere geincorporeert ende geinsereert staen geconfirmeert geratificeert ende geapprobeert confirmeren ratificeren ende approberen ende zoe verre des noot zij den voirs. supplianten van nijeuws verleent ende geoctroijeert, verleenen ende octroijeren bij desen evenverre (?) ende bij alzoe zij dier dueghdelick genijet ende gebruijct hebben ǁ Ontbieden daerom ende bevelen onsen voirs. cancellier ende luden van onsen voirs. raide ende rekenningen in Brabant onsen schoutetten vanden Bossche ende van Oisterwijck ende allen anderen onsen ende onser vassallen oft der finaelre heeren rechteren instineren ende officieren ons voirs. lants van Brabant dien dit ennichssins ǁ aengaen zal moegen dat zij ende elck van hen zoeken toebehoirt de voirs. gemeijnen ingesetenen van Oisterwijck supplianten van deser onser gracien confirmatien ratificatien approbatie ende verleeninge inder manieren boven verhaelt peijselick rustelick ende vredelick doen ende laeten genijeten ende gebruijcken ǁ sonder hen daer inne te doene oft te laeten geschieden nu noch in toecomende tijden ennich hinder stoot oft letssel ter contrarien, Want ons alzoe gelieft, Ende des toirconden hebben wij onsen zegele hier aen doen hangen, Gegeven in onser stadt van Bruessele xxvii dagen in meerte int jaer ons heeren ǁ duijsent vijffhondert vier ende veertich voer paesschen, van onsen keijserijcke tXXVe, Ende van onsen rijcken van Castillen ende anderen, Op de plijcke stont gescreven bijden keijser in zijnen raide, ende ondergeteekent A Boudewijns, Ende hoewel die voirs. supplianten ende heure voersaten zijn ǁ achtervolgende tghene des voers. is altijts geweest ende noch zijn int gebruijck ende possessie vanden selven previlegien nochtans want die bij ons als jegenwoirdelijck zijnde hertoghe van Brabant nijet en zijn geconfirmeert zoe beduchten hen die supplianten dat int voirs. heur gebruijck van heuren previlegien hen eenich hinder ǁ oft beleth soude moegen gebeuren, daer deure die voirs. onse vrijheijt mochte geraeken in grooten verdriete ende ruine te vallen mits die groote lasten der selver onser vrijheijt incumberende ende de sobere neeringe aldaer wesende, dwelck verhuedt soude zijn indijen op deselve heure previlegien carten ende octroijen zij ǁ hadden onse brieven van confirmatien ende approbatien met oijck van nijeuwer concessien ende octroije zoe verre des noot waeren om die welcke zij supplianten ons hebben oitmoedelijck gebeden gehadt, Soe eest dat wij desen aengemerct ende besundere nae dijen wij de voirs. carten ende previlegien hebben ǁ doen oversien ende visiteren, Geneijght wesende ter beden der voirs. supplianten hebben bij advijse ende deliberatie van onse lieve ende getrouwe de cancellier ende luijden van onsen rade ende rekenningen in Brabant de voirs. heure carten ende previlegien alzoe die hier voere geincorporeert ende geinsereert ǁ staen geconfirmeert geratificeert ende geapprobeert confirmeren ratificeren ende approberen ende zoe verre des noot zij den voirs. supplianten van nijeuws verleent ende geoctroijeert verleenen ende octroijeren bij desen evenverre ende bij alzoe zij dijen dueghdelijck genijet ende gebruijckt hebben, Ontbieden daer ǁ om ende bevelen onsen voirs. cancellier ende luden van onsen voirs. raide ende rekenningen in Brabant, onsen schoutetten vanden Bossche ende van Oisterwijck ende allen anderen onsen ende onser vassallen oft der finaelre heeren rechteren instineren ende officieren ons voirs. lants van Brabant dijen dit ǁ ennichssins aengaen zal moegen dat zij ende elck van hen zoe hen toebehoirt de voirs. gemeijnen ingesetenen van Oisterwijck supplianten van deser onser gracien confirmatien ratificatien approbatien ende verleeninge inde manieren boven verhaelt peijselijck rustelijck ende vredelijck doen ende laeten ǁ genijeten ende gebruijcken, sonder hen daer inne te doene oft te laeten geschieden nu noch in toecomenden tijden ennich hinder stoot oft letsel ter contrarien, want ons alzoe gelieft, ende des toirconden hebben wij onsen zegel hier aen doen hangen, gegeven in onser stadt van ǁ Bruessele den xxen dach van Decembri int jaer ons heeren duijsent vijffhondert ende vijffenvijftich, Van onsen Rijcken Tweede
Dorsale aantekening:
Confirmatie Philippi regis ǁ vande previlegien van Oisterwijck
A 2
no 8
Confirmatie Philippi regis ǁ vande previlegien van Oisterwijck
Conformatie van de privilegien ǁ der vrijheijd Oosterwijk verleend ǁ bij Philippus Hertog van ǁ Brabant dato 20e december ǁ anno 1555
Dat is die conformatie vanden previlegien vanden vryheijt ǁ van Oesterwijck verleent bij coninck Philips coninck ǁ van Engelant anno LV