Vindplaats van het origineel
Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1433, Charterverzameling Oisterwijk, inv.nr. 96a
13 maart 1495
Samenvatting oorkondetekst
Akte van overdracht voor schepenen van Oisterwijk, door Kathelyn, weduwe van Anthonis Buckincs, en haar zoon Adriaen, aan Mathys Schenaerts, ten behoeve van den lof vanden heyligen cruys in de kerk van Oisterwijk, van een jaarlijkse erfpacht van 4 lopen rogge uit 1/8 deel van een huis en hoeve met gronden en toebehoren, en uit 1/8 deel van een stuk land, alles gelegen in de vrijheid van Oisterwijk, en uit 1/8 deel van een stuk beemd, genaamd hawygen beempt, gelegen in de parochie van Oisterwijk.
Transcriptie
Kathelyn weduwe wilner Anthonis Buckincs ende met haer Adriaen hoer soen vier lopen roggen iaerlicx ende ǁ erfelicx pacht haer toebehorende alle iaer te gelden ende te betalen op onser vrouwen dach lichtmisse uut ende van ǁ enen achtendeel van ene huyse ende hoeve met synen gronde ende toebehorten ghelegen inder vryheyt ǁ van Oesterwiick neve erfenisse Goyaert Renbouts deen syde ende neven erfenisse Ian Hermans d ander syde ǁ Item noch uut ende van enen achtendeel van enen stuck lands in enen gheloeckt begraven vyf lopensaet ǁ of daeromtrent begrepen ghelegen inde vryheyt voers. neven den ghemeynden den syde ende dat en ander ǁ ende neven erfenisse wilner Gherit Raymekers ende Ians van Eyghen op de ander syde hoedende metten ǁ anderen eynde aen erfenisse Heeren Ian Back ridder, item noch in een achtendeel vanden vierendeel ǁ in een stuck beempt gheheiiten Hawigen bempt ghelegen inde parochien van Oisterwiick tegen ǁ welck vier lopen roggen erfpachts voers. Embrecht zoen wilner Embrecht Goswinus zoen erfelicken ǁ vercoft hadde Anthonisen Buckens ghelick als dat in scepenen brieven daer op ghemackt volcomen ǁ begrepen is hebben sii wittelicken ende erfelicken over ghegeven opghedragen Mathiisen Schenaerts ǁ tot behoef den lof vanden Heiiligen Cruiis alsoe verre dat ghedaen wort of in den ǁ dat dat aldaer niet ghedaen en voert soe salt die fabricke vande kercken van Oesterwiick ǁ dan ewelicke houwen heften ende boren, ende hebben gheloeft Kathelyn voers. ende met hoer Adriaen ǁ hoer zoen als principael sculden op hen ende op allen hen goeden hebbende ende vercryghende dat opdraghen ǁ overghegeven afgaen ende vertiide als vanden vier lopen roggen erfpachts voers. altiit vast ende stendich ǁ te houwen ende in hennen name te doen houwen so ende enich weder seggen ende alle comende ende ǁ calangien van honnen wegen af te doen den selven hebben hier overghegeven voors. lopen ǁ in Oesterwiick Embrecht Henrick Emmen zoen ende Adriaen Heyen die hoer zegelen in ghe ǁ tuiighe nisse hier aen ghehangen hebben int iaer ons heeren dusent vierhondert neghentich ǁ ende vier den derthiensten dach inde mert
Dorsale aantekening:
Em Gosens ten behoef den heyligen