Den Haag

D'eerste presiderende, ende andere raeden van Brabant ǁ Allen officieren, dienaren van justitie, ofte hunne stedehouderen, ende ondersaten onder de jurisdictie vande) voorn. raede resorterende, die ǁ desen sullen mogen aengaen zaluijt wij hebben ontfangen de supplicatie van Simon Peter Priems, ingeseten van Udenhout, onder de vrijheijt van ǁ Oosterwijck innehoudende dat hij suppliant alle uijtterlijcke middelen heeft aengewent, om hem en sijn familie eerlijck te doen subsisteren, ende insonderheijt ǁ sijne credeteuren te voldoen, dien niettegenstaende door den tegenwoordigen oorloch, het afsterven van beesten, ende specialijck mits het coopen ǁ van seeckere parceelen van landerijen, ten gemeijnen prijse, volgens de geweest sijnde gemeijne estimatie immediatelijck voorden selven oorloch ǁ tot welcken koop hij genootsaeckt is geworden eenige capitalen te negotieren, tot betalinge van de selve landerijen, welcke landerijen nu door den ǁ voorn. oorloch meer dan de helft minder weerdich sijn, en echter hij suppliant den jaerlijcksen intresse der voorn. bij hun opgenomene penningen nu ǁ niet konnende promptelijck betalen, veel min de capitalen, desselfs erfgoederen in dese elendige tijden, door sijne crediteuren werden geruineert sijlieden ǁ egene de minste consideratie nemende op allent voor genarrende, en sulcx bij ontijdich verkopinge en sumptuese subhastatie, sijlieden allen desselfs ǁ goederen trachten te slijten, daer door ende verscheijde executien van vonnissen wegens andere persoonele schulden inden gront geruineert werden ǁ comminerende oock hem in gijselinge, en miserabile detentie dient halven te sullen brengen, en houden, der voegen dat den supplian)t rebus sic ǁ stantibus tegenwoordich tot sijnder merkelijck gevoelen geheel onmachtich is om desselfs crediteuren promptelijck te betalen, dat dien ǁ niet tegenstaende de voorn. crediteuren daerop niet en nemen soodanigen consideratie als sijlieden wel behoorden te doen, sich gepar[…] ǁ gevonden sijn toevlucht te nemen tot het flebile beneficium cessionis bonorum. Soo keerden den suppliant hem aen ons in den voorn. raede ǁ (soo hij seijde) versoeckende onse provisie van opene brieven van cessie, addresserende aen wethouderen der vrijheijt Ooisterwijck, in desen ǁ dienende doen te wetene, dat wij desen aengesien, dat mits voor onse lieve, ende beminde wethouderen van Oisterwijck voorz. geroepen ǁ ende gedachvaert sijnde, bij eenen van onse deurwaerders, alle des suppliants crediteuren, bij hem te noemen, ofte in geschrifte over te geven, en andere ǁ die daeromme behooren geroepen te sijn, ende bij den suppliant bekennende alle sijne schulden, ende oock verclarende, ende te voorschijn brengende ǁ alle sijne goederen mede affirmerende onder eedt geen van deselve sijne goeden versteecken ofte verweirloost te hebben, in fraude ofte in prejuditie ǁ van sijne crediteuren, den selven suppliant in dien gevalle admitteren, ende ontfangen, om de voorz. cessie van sijne goederen ten behoeve van ǁ sijne crediteuren te mogen doen, alsoo dat naer forme, ende ordre van rechten behoort, mitsdat den suppliant gehouden wort dese onse ǁ tegenwoordige brieven voor die vande voorz. gerechte van Oisterwijck in persoon te presenteren binnen twee maenden naestkomende ǁ ende het Internement daer af aldaer te versoecken, ende de voorz. cessie inde manieren als boven gedaen sijnde den suppliant alomme ǁ ongecommert laat gaen, ende converseren, om den soberen cost, ende nootdrift te winnen, hem ontslaet, ofte doet ontslaen

vande arreste ofte gevanckenisse indien hij ter saecke van de voorz. gearresteert ofte gevangen ware, sonder den selven ter ǁ saecke van dien meer te doen, laten ofte gedogen te vangen, arresteren, commeren, ofte beletten in sijn persoone in eeniger maniere dan ǁ alleenlijck voor penningen, ende schulden de gemeene saecke, ofte landen aangaende niet tegenstaende eenige gelofte ofte lantrechten ǁ ter contrarie, behoudelijck oock dat dese onse opene brieven van cessie gene plaetse en sullen hebben oft effect sorteren tegen bekende ǁ schulden gepasseert voor schepenen ofte wethouderen van eenige steeden ofte gepreviligeerde plaetsen, noch insgelijcks tegens sententien ǁ gegaen in crachte van gewijsde, ten ware nochtans dat den suppliant tot armoede gekomen was bij fortune sonder sijne schult ofte toedoen ǁ en of gebeurde dat den suppliant naemaels tot beter fortune van goede geraeckte te komen, hij als dan gehouden sal wesen, sijne ǁ crediteuren te contenteren, ende veranigen naer sijn macht, verstaende oock ordonnerende dat de voorz. deurwaerders ofte exploicteurs ǁ van sijne relatie hier aan te hechten, wel ende getrouwelijck relatere, des bij hem desen aengaende sal wesen gedaen, op dat sijlieden daer ǁ naer mogen weten hen te reguleren, want wij bevonden hebben 't selve alsoo te behooren, dien van de voorz. wethouderen ǁ relaterende in wedervaren, voorts ontbiedende, daertoe committerende bij desen, dat sij partijen gehoort, goet, cort, onvertogen ǁ recht doen, ende expditie van Justitie, soo ende gelijck sij in concientie, ende naergelegentheijt vande saecke bevinden sullen te ǁ behooren, Gegeven in 'sGravenhage, onder den zegel van den voorz. raede hier aen doen hangen XXV dagen inde maent ǁ october XVI^c acht ende seventich.

Bij d'vorn. eerste presiderende, ende andere raeden

M. van Vrijbergen