's-Hertogenbosch

Ingelbert Stoters van Inckefort drossaert ende ǁ rentmeester des graeffschaps van Bockhoven, inden name ende als ǁ gemechticht vanden weledelen ende hooch geboren heere Thomas ǁ Ignatius van Immerselle grave van Bockhoven ende des heijlichs ǁ Roomschen rijcx, borchgrave der stadt ende lande van Aelst etcetera ǁ inne procuratie brieven voor scepenen des vrije graeffschaps ǁ Bockhoven voors. gepasseert, wesende vander date den derden deser ǁ loopender maent van meij, ende uut crachte der machte hem daerbij ǁ (soo blijckende was) gegeven ende verleent, heeft mits desen gelooft ǁ op verbant van des gemelte heere constituants persoon ǁ ende goederen present ende toecomende d'heer Johan van Zutphen ǁ raet deser stadt de somme van twee duijsent carolus gulden ǁ tot twintich stuijvers goets permissie gelts elcken gulden gereeckent, ǁ in specien van ducatons, van heden date deses over een jaer ǁ mitten interest van dien tegens vijff van t'hondert te voldoen ǁ ende te betaelen, ende binnen dese stadt vrij van alle lasten egeene ǁ uutgescheijden te leveren sonder langer uutstel oft oijck ennich ǁ tegenseggen in recht oft daerbuijten, overmits d'oprechte ǁ deuchdelijckheijt deser schult als procederende van welgetelde ǁ penningen in specie als voor bijden voors. gemechtichden ǁ geloevere ten gerieve vanden gemelten heere constituant ǁ vanden gemelten heere constituant vanden voors. heere Johan van ǁ Zutphen gehadt ende ontfangen, soo deselve gemechtichde gelovere ǁ dat verclaerde ende bekende mits desen, ende in cas de voors. ǁ capitale somme van twee duijsent gulden mit believen vanden voors. heer van Zutphen onder den welgemelten heere constituant ǁ langer verbleven als voors. staet soo sal den interest als voor ǁ blijven loopen tot de effectuele voldoeninge toe, de voors. gemechtichde ǁ geloevere daervoor verbindende als voor, met noch conditien inne ǁ desen toegedaen dat soo wanneer sonder de voors. somme gerestitueert ǁ te sijn, in een nieuw jaer sal wesen getreden dat parthien respective ǁ dan gehouden sullen sijn drije maenden voor de expiratie van t'selve ǁ jaer malcanderen te waerschouwen als sij de selve capitale sullen ǁ willen repeteren oft restitueren respective, getuijgen waren hierover ǁ scepenen in sHertogenbossche, Rutger Gullekens ende Herman van Breugel. Gegeven den seventhienden dach der maent maij ǁ int jaer ons heeren duijsent sesshondert vierentsestich. ǁ W Meulears loco Vugsch absints ǁ

In margine:

debet sigillium […] de ǁ gecoitteerde ǁ daer van waren ǁ onversien ǁ secretaris R ǁ

In dorso:

Bekenne ick onder ǁ geschreven van den Heer ǁ Gijsels rentmeester van ǁ den heer graaf ǁ van Bockhoven ǁ ontfangen te hebben ǁ het capitaal in ǁ desen vermelt ter ǁ somme van twee ǁ duijsent guldens ǁ ende consenteere ǁ ick derhalven inde ǁ cassatie deses ǁ briefs. Actum s'Bosch ǁ den 2e augusti ǁ 1710 ǁ Adraan Vloots ǁ

gecasseert ter ǁ secretarije op ǁ den twaelfden ǁ november XVII^c ǁ en tien ǁ

Remboursement le 26 de maij 1710 ǁ Augustus Vloots ǁ

Schultbrieff ǁ van 2000 gulden ǁ in specie van ducatons ǁ tot laste vanden ǁ grave van Bochoven ǁ